Zestien hoofdpunten voor het enquêterecht van de raad

Zestien hoofdpunten voor het enquêterecht van de raad

Het enquêterecht van gemeenteraden wordt nog niet zo vaak ingezet. Om het gebruik van het enquêterecht te stimuleren, is er een handreiking opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden zet de belangrijkste zestien punten op een rij.

Het enquêterecht mag worden beschouwd als het sluitstuk van mogelijkheden voor raadsleden om informatie te krijgen en de controlerende en de koersbepalende functie van de gemeenteraad uit te voeren. Het enquêterecht past dus in het rijtje van instrumenten van raadsleden en gemeenteraden dat begint met het stellen van vragen, en via het recht op moties, budgetrecht, recht van amendement en uiteindelijk het enquêterecht als zwaarste middel om antwoord te krijgen op onderzoeksvragen.

Voorbereiding

De inzet van het enquêterecht door een gemeenteraad vergt een gedegen voorbereiding en van belang zijn daarbij een aantal belangrijke bevoegdheden:

  1. Ten eerste, de gemeenteraad moet overwegen of de inzet van het enquêterecht nodig is;
  2. Het college moet zorgen dat er geld beschikbaar is voor de uitvoering van de enquête. Het handigste is dat de raad daarom zelf vroegtijdig budget daarvoor reserveert;
  3. Er moet een onderzoeksverordening worden opgesteld waarin in ieder geval de ambtelijke ondersteuning wordt vastgelegd. Meest logische is dat de griffie de ambtelijke ondersteuning verzorgt, aangevuld met externen want ondersteuning door ambtenaren die onder het college vallen kan problemen opleveren bij de uitvoering van het onderzoek;
  4. Er moet door de raad een onderzoeksdoelstelling worden geformuleerd;
  5. Er dient een evenredig samengestelde enquêtecommissie te worden benoemd. Dat wil zeggen: het is belangrijk dat ook oppositiepartijen in de commissie zitten;
  6. De enquêtecommissie moet de onderzoeksdoelstelling uitwerken;
  7. De enquêtecommissie moet bepalen hoe de relatie wordt met externe onderzoekers;
  8. Als de verordening niets regelt over de openbaarheid van de verhoren, moet de enquêtecommissie daarover een besluit nemen. Als dat niet gebeurt, zijn de verhoren openbaar;
  9. De enquêtecommissie kan bepalen dat een document onder geheimhouding valt; op alles geheimhouding leggen is niet toegestaan;
  10. De enquêtecommissie bepaalt hoe de communicatie tijdens het onderzoek, tijdens de verhoren en rondom de presentatie van het eindrapport zal plaatsvinden;
  11. De enquêtecommissie heeft de bevoegdheid ‘bescheiden’, waaronder usb-sticks en digitale bestanden, van getuigen op te eisen, maar natuurlijke en rechtspersonen zijn niet verplicht aan het onderzoek van de lokale enquêtecommissie mee te werken;
  12. De enquêtecommissie kan rechtstreeks informatie opvragen bij ambtenaren en hoeft daarvoor dus geen toestemming te vragen aan het college van burgemeester en wethouders;
  13. De enquêtecommissie mag en kan voorgesprekken voeren met getuigen. Deze informele voorgesprekken leveren vaak veel meer informatie op vanwege het informele karakter;
  14. De enquêtecommissie kan getuigen al dan niet in het openbaar en onder ede verhoren. Getuigen zijn verplicht te verschijnen. De enquêtecommissie bepaalt vooraf wat de procedure is; alle getuigen worden onder ede of niet onder ede verhoord;
  15. De enquêtecommissie dient te beseffen dat getuigen niet verplicht zijn om informatie te geven die buiten de reikwijdte van het onderzoek valt;
  16. De enquêtecommissie bepaalt of het concepteindrapport wordt voorgelegd voor ambtelijk en bestuurlijk wederhoor.

Regionale samenwerking

Gemeenteraden hebben ook de mogelijkheid in gezamenlijkheid een enquêtecommissie in te stellen voor een enquête naar een onderzoek betreffende het regionale samenwerkingsverband.

Meer informatie

Voor de gehele handreiking decentraal enquêterecht, die bestemd is voor gemeenteraden en provinciale staten, klik hier.

Deze handreiking is ook te vinden in de digitale leeromgeving voor raadsleden, een overzicht van alle leerlijnen, stappenplannen, video’s en handreiking om raadsleden in het raadswerk te ondersteunen.