Daylam Dag
Een betrokken raad is een relevante raad.

Daylam Dag, Delft

Daylam Dag

Gemeente Delft

Naam: Daylam Dag
Raadslid in de gemeente: Delft
Raadslid sinds: december 2020
Partij: STIP (Studenten Techniek in Politiek) Delft
Hoofdberoep: Masterstudent TU Delft
Twitter
Facebook
Instagram
LinkedIn

1. Waarom ben je raadslid geworden?

Mij is van kinds af aan op het hart gedrukt dat je de mogelijkheden die je hebt niet voor lief mag nemen. Niet in de minste plaats vanuit persoonlijke ervaringen van mijn ouders. “Zorg dat je alles haalt uit de kansen die je hebt.”, was het dagelijkse devies. Het heeft me geleerd om ambitieus te zijn, initiatief te durven nemen en uitdagingen te zien in dingen waar je in eerste instantie tegenop kijkt. De mogelijkheid om raadslid te worden en zo invulling te geven aan mijn politieke interesse is daar een voorbeeld van.

Ik heb veel kansen gehad en mogen pakken. Het is voor mij belangrijk diezelfde kansen nu juist voor anderen te creëren. Bijvoorbeeld de kans om op een duurzame en fijne plek te wonen. De kans op betaalbare bedrijfsruimte om een bedrijf te starten. De kans om anderen te ontmoeten en jezelf te ontplooien. De mogelijkheden om die kansen te creëren heb ik als raadslid. Dat motiveert mij om keihard aan de slag te zijn.

2. De gemeenteraad is het hoogste politieke orgaan. Beleef je dat ook zo?

Ja, in de gemeente Delft beleef ik dat zeker zo. Ik voel me vrij om mijn controlerende taken zo scherp mogelijk uit te voeren. Ook kan ik onafhankelijk invulling geven aan mijn volks vertegenwoordigende rol. Natuurlijk liggen verschillende bevoegdheden ook bij het college. Voor die specifieke bevoegdheden zijn echter weloverwogen en gegronde redenen. Daar heeft onze raad goed over gediscussieerd. Wel is het belangrijk om kritisch te blijven en de bevoegdheden niet als een gegeven te zien.

3. Wat is volgens jou nodig om de gemeenteraad krachtiger en relevanter te maken?

De gemeenteraad is krachtiger als partijen in het debat écht op elkaar in gaan. Soms ervaar ik de debatten nog wel eens als een spreekbeurt ronde. Partijen kunnen nog meer op elkaars verhaal inhaken en reageren, ook buiten het debat. Dat zorgt voor krachtigere vertegenwoordiging en breder gedragen oplossingen voor Delft. De gemeenteraad is relevanter als raadsleden in gesprek zijn met inwoners en organisaties. Het is belangrijk dat mensen weten wat we doen. De nut en noodzaak van de raad breng je pas echt over in gesprek met diegene waar je het voor doet. Dat betekent ook goed communiceren waarom beslissingen zijn genomen. Een betrokken raad is een relevante raad.

4. Wat voor type volksvertegenwoordiger ben jij?

In drie woorden: dossiertijger, hard werkend en pragmatisch. Ik hou ervan om me vast te bijten in een dossier, probleem of idee om er vervolgens alles aan te doen om met concrete oplossingen te komen. Mijn doorzettingsvermogen en hard werken komen daarbij goed van pas. Van mij mag je tastbare politieke resultaten verwachten. Wel vind ik het belangrijk om daarbij pragmatisch ingesteld te zijn. Wat centraal moet staan is dat Delft er mooier en beter van wordt. Koppig en roekeloos idealisme levert daarbij niet voor alle Delftenaren. Samenwerking met andere partijen is voor mij daarom cruciaal. Zo is een voorstel breed gedragen en hebben verschillende meningen een idee versterkt. Visie is belangrijk, resultaat voor je inwoners belangrijker. Dat is wat de Delftenaar van mij mag verwachten.

5. Stelling: ieder raadslid moet in de raads- en commissievergadering kunnen zeggen wat hij/zij wil. Ben je het daarmee (on)eens en waarom?

Daar ben ik het grotendeels mee eens. Het is cruciaal dat iedere partij op hun eigen manier hun inbreng kan doen in de raad. Iedere partij heeft daarin een eigen stijl. Een stijl die als het goed is de achterban écht vertegenwoordigd. Daar zijn naast inhoud ook toon en emotie een belangrijk onderdeel van. De stem van onze inwoners mag dat van zijn vertegenwoordiger verwachten. Een scherpe ondergrens is daarbij een persoonlijke aanval of beledigende opmerking. Daar zijn duidelijke regels voor en die zijn er niet voor niets. Gelukkig hebben we daar commissievoorzitters voor om daar waar nodig in te grijpen.

6. Hoe houd je grip (of verwacht je grip te houden) op de enorme stukken- en informatiestroom van het college?

De STIP-fractie heeft een heldere onderlinge verdeling van portefeuilles en taken. Dat is voor ons een fijne basis. Het helpt daarbij om met zes zetels de grootste fractie te hebben. Zo verdelen we wie wat doet en leest bijvoorbeeld niet iedereen alle stukken. Verder is het goed om soms keuzes te maken. Onze fractieondersteuning maakt bijvoorbeeld een voorsortering van de stukken. Sommige stukken bespreken we uitgebreid met de fractie, sommige scannen we alleen door. Mochten de gescande stukken alsnog aanleiding geven om ons er voor in te zetten, dan gebeurt dat natuurlijk. Zo missen we niets. Tenslotte krijgen nieuwe STIP-raadsleden een interne cursus ‘Hoe lees ik een stuk’. Op die manier lezen we allemaal efficiënt onze stukken. Je leert herkennen waar de politieke spanning en mogelijkheden zitten. De rest filter je eruit. Dat leest effectief en bespaart in de tijd.

7. Wat heeft je raad ondernomen om meer grip op regionale samenwerkingsverbanden (met bijvoorbeeld andere gemeenten) en/of verbonden partijen en maatschappelijke organisaties te krijgen? Of is verbetering noodzakelijk?

Afgelopen maand heeft de Delftse Rekenkamer ons aanbevelingen gedaan voor meer grip op de verbonden partijen. Zo is er aanbevolen om de informatiepositie te verbeteren met meer gestructureerde en gestandaardiseerde informatie, zoals een informatiekaart. Voor ons is het van belang dat die kaart objectief is. Verder is er aanbevolen dat Delftse beleidsdoelen duidelijker naar uitvoeringsdoelen van verbonden partijen vertaald moeten zijn. Tenslotte zit er verbetering in de samenwerking met andere raden. Deze aanbevelingen nam onze raad over. Het is nu belangrijk om daar ook echt werk van te gaan maken.

8. Elke gemeente geeft op zijn eigen manier invulling aan burgerparticipatie. Kun je het beste voorbeeld uit je gemeente geven?

Een mooi stuk participatie waar de gemeente Delft nu mee begonnen is, is het maken van buurtpaspoorten als onderdeel van de energietransitie. Het is cruciaal dat we mensen meenemen in de stappen van deze transitie. We moeten het samen met onze inwoners doen en als overheid alleen opleggen wat er gaat gebeuren. De eerste stappen op weg naar de buurtpaspoorten zijn nu gezet. Van voordeurgesprekken tot diepte-interviews en van participatiekar tot flatloket. Zo doen we er alles aan om ook die mensen te bereiken, die zich het minst gehoord voelen. De eerste uitkomsten geven een helder overzicht van gewenste communicatie en vragen van bewoners. Dat is mooi om te zien.

9. Stelling: de voorzitter van de gemeenteraad is en moet de burgemeester blijven. Ben je het daarmee (on)eens en waarom?

Zolang de burgemeester de rol van voorzitter op een onafhankelijke manier kan invullen, ben ik het eens met deze stelling. In Delft ben ik heel blij met onze burgemeester als voorzitter van de raad. In haar rol als voorzitter is de burgemeester naast voorzitter ook een echte verbinder. Iemand die ook verantwoordelijkheid voelt voor de sfeer en onderlinge relaties raadsleden. Zij pakt daarin een mooie voorbeeldfunctie. In Delft heeft de burgemeester als voorzitter op die manier een erg waardevolle rol.

10. Hoe ervaar je de ondersteuning door de griffie en waarom trekt jouw gemeenteraad geen extra budget uit voor een ruimere ondersteuning door de griffie?

Ik ervaar de ondersteuning van de griffie als goed. Ook als voorzitter van de commissie Ruimte en Verkeer is er een fijne wisselwerking ontstaan met de griffier. Een goede griffie is in mijn ogen een proactieve griffie. Door net één stap verder te denken en te communiceren, kun je veel situaties vóór zijn. Extra budget is wat mij betreft niet nodig.

11. Wat doet jouw raad zodat vrouwen en mensen met een migratieachtergrond meer invloed op de besluitvorming krijgen?

Als partij en raad proberen we vaker bewust uit onze eigen bubbel te stappen. Het is cruciaal om ook in gesprek te zijn met groepen die je zelf niet zo snel spreekt. Dat geldt voor alle groepen Delftenaren. Vrouwen en mensen met een migratieachtergrond zijn daar een belangrijk onderdeel van.

12. Wat is je belangrijkste speerpunt als raadslid in de komende raadsperiode?

In deze raadsperiode is mijn belangrijkste speerpunt: Toekomstbestendig wonen. Delft staat voor een enorme verduurzamingsopgave, en kent een lage slaagkans voor jongeren, studenten en starters. Het is cruciaal om daar nu actie op te ondernemen. Dat betekent: flink investeren in de energietransitie en het sneller isoleren van woningen. Daarnaast verhogen we de slaagkans voor jongeren, studenten en starters door slimmer om te gaan met de woonruimte die er al is. Daar horen strenge Delftse regels die woningdelen tegenwerken niet bij. De nieuwe Woonvisie die we gaan opstellen, is een uitgelezen mogelijkheid om werk te gaan maken van toekomstbestendig wonen in Delft.

13. Wat is de beste tip die je een raadslid zou geven?

Probeer eens echt in de schoenen te gaan staan van de partij waar je het meest van verschilt. Zoek contact met collega raadsleden waar je het vaak mee oneens bent. Toon oprechte interesse in waar het standpunt van de ander vandaan komt. Als je goed naar elkaar luistert, kan dat wederzijds begrip voor elkaars standpunt opleveren. Uit eigen ervaring merk ik dat zo voorstellen beter uitpakken voor álle Delftenaren. Bovendien levert een goede band met andere partijen input op die jouw eigen voorstellen beter maken. Zorg dat je die kansen en mogelijkheden niet misloopt.

Vorige/volgende