
Als samenleving zijn we verantwoordelijk voor onze leefomgeving.
Femke Koekoek, Hoogeveen
Femke Koekoek
Gemeente Hoogeveen
Raadslid in de gemeente: Hoogeveen
Raadslid sinds: 2014
Partij: CDA
Hoofdberoep: interim-griffier en politiek bestuurlijk adviseur
1. Waarom ben je raadslid geworden?
De samenleving is verdeeld, en dat lijkt alleen maar toe te nemen. Mensen en partijen komen steeds meer tegenover elkaar en de overheid te staan, waarbij er geen wederzijds respect en acceptatie van verschillen meer mogelijk lijkt te zijn. Het lijkt ieder voor zich, terwijl we als samenleving verantwoordelijk zijn voor onze leefomgeving. Ik geloof in ‘het midden’ en in verbinding met elkaar, niet alleen de markt of alleen de overheid, maar wij samen. De kracht van de samenleving moet meer ruimte krijgen. Daarom heb ik mij verkiesbaar gesteld, om vanuit het midden het vertrouwen te herstellen en het goede te zoeken voor Hoogeveen. Ik wil mij samen met andere partijen inzetten op de inhoud, het vertrouwen, oplossingen en positiviteit. Daarom is betrouwbaar bestuur voor mij geen loze leus, maar een diepe overtuiging om van hieruit politiek te bedrijven, waarbij omzien naar elkaar heel gewoon is, waarbij ruimte en vertrouwen is voor onze inwoners en dat er bestaanszekerheid is voor iedereen.
2. De gemeenteraad is het hoogste politieke orgaan. Beleef je dat ook zo?
De praktijk is weerbarstiger dan de theorie. Dat maakt dat ik helaas niet kan zeggen op dit moment dat dit ook zo gevoeld wordt.
3. Wat is volgens jou nodig om de gemeenteraad krachtiger en relevanter te maken?
Voldoende lokale beleidsvrijheid om vanuit je politieke overtuiging keuzes te kunnen maken. Door de overheveling van diverse taken vanuit het Rijk naar de gemeente is deze beleidsvrijheid onvoldoende aanwezigheid en dat maakt dat de raad het politieke debat over deze onderwerpen, hoewel ze maatschappelijk zeer relevant, niet in essentie kan voeren. Daarnaast is het van wezenlijk belang dat er weer vertrouwen komt in de samenleving en dat de samenleving daarmee weer (meer) vertrouwen krijgt in de politiek en de overheid. Tot slot, het is wenselijk dat er ook weer geïnvesteerd wordt in de kennis over onze democratie en rechtstaat, zodat inwoners weten hoe ons systeem werkt.
4. Wat voor type volksvertegenwoordiger ben jij?
Ik ben te typeren als een volksvertegenwoordiger, raadslid, dat vanuit de politieke overtuiging politiek wil bedrijven, daarin wil ik helder en transparant zijn in de overwegingen en de keuzes die gemaakt worden. Daarbij ga ik in gesprek met inwoners en maatschappelijke organisaties, waarbij ik ook kritisch ben op datgene wat zij kunnen bijdragen aan de samenleving in plaats van dat er altijd gewezen wordt naar de overheid.
5. Stelling: ieder raadslid moet in de raads- en commissievergadering kunnen zeggen wat hij/zij wil. Ben je het daarmee (on)eens en waarom?
Het raadslid spreekt in de vergadering namens een fractie en daarmee vertolkt hij het standpunt van de betreffende fractie. Democratische politiek wordt wel de kunst van het haalbare genoemd. Weliswaar strijden democratische politici voor hun eigen (partij)idealen, maar zij kunnen pas echt iets bereiken als zij consensus weten te bereiken met anderen. Dat klinkt teleurstellend, maar is juist de meerwaarde van democratie boven andere politieke systemen. In de democratische politiek gaat het er niet om gelijk te krijgen, maar om er samen uit te komen. Zo krijgt niet één iemand alles, maar krijgt ieder een deel. Wanneer dit systeem goed werkt kunnen er besluiten genomen worden waarin zo veel mogelijk meningen zijn meegewogen. Dit systeem is kwetsbaar en werkt alleen zo lang de meerderheid in haar besluitvorming rekening houdt met de minderheid, maar de minderheid zich uiteindelijk ook neerlegt bij een meerderheidsbesluit. Pas als consensus wordt bereikt over besluiten werkt de democratische politiek. Jean-Jacques Rousseau zei hierover in de 18e eeuw al: ‘Hoe meer overeenstemming er in de volksvergadering heerst, des te meer overheerst de algemene wil; maar lange debatten, meningsverschillen en opschudding kondigen de opkomst van afzonderlijke belangen en het verval van de staat aan’. Bij brede volkspartijen begint het democratisch debat en het zoeken naar consensus al in de eigen partij en fractie. Ook in de interne partijdemocratie moet consensus gevonden worden om vervolgens als partij een duidelijk en eenduidig standpunt te kunnen uitdragen. Als dit niet meer lukt, valt uiteindelijk het bestaansrecht van politieke partijen weg. Onder Abraham Kuyper ontstonden in de 19e eeuw politieke partijen uit individueel gekozen volksvertegenwoordigers die zich achter gezamenlijke standpunten schaarden en daardoor gezamenlijk sterker campagne konden voeren en een sterkere positie in de politieke arena kregen. Campagne voeren en politiek bedrijven als partij is alleen mogelijk als alle leden van die partij hetzelfde standpunt verkondigen en kiezers daardoor weten waar de partij voor staat. Wanneer kiezers van iedere vertegenwoordiger van een partij een andere boodschap krijgt, is er geen partijstandpunt meer en komt de tijd terug van voor Abraham Kuyper en de politieke partijen. Afwijkend stemmen van het partijstandpunt moet dus uitzonderlijk zijn en kan eigenlijk alleen in heel zwaarwegende gevallen, bijvoorbeeld bij ethische kwesties of zaken die indruisen tegen de persoonlijke geloofsovertuiging.
6. Hoe houd je grip (of verwacht je grip te houden) op de enorme stukken- en informatiestroom van het college?
Het is niet mogelijk om alles te kunnen lezen. Raadslid is immers een nevenfunctie. Ik beperkt mij tot mijn portefeuille en als fractievoorzitter scan ik wel alles, met name die zaken die politiek gevoelig kunnen zijn of worden. Maar voor het overige vaar ik als raadslid op het advies van de overige woordvoerders binnen de fractie voor de betreffende portefeuilles.
7. Wat heeft je raad ondernomen om meer grip op regionale samenwerkingsverbanden (met bijvoorbeeld andere gemeenten) en/of verbonden partijen en maatschappelijke organisaties te krijgen? Of is verbetering noodzakelijk?
Binnen Drenthe werken we met de Drentse aanpak gemeenschappelijke regelingen waarin er een aantal wijzigingen zijn aangebracht in de structuur om zo als raad meer aan de voorkant te komen, zoals het Voorjaarsoverleg waarbij de raad in gesprek gaat met de vertegenwoordiger van de gemeenten (AB-lid) in de betreffende verbonden partij waarbij de raad aandachtspunten en onderwerpen kan meegeven aan het AB-lid, zodat wanneer de ontwerpbegroting dan ter sprake komt in het AB, de input van de raden al meegenomen kan worden. Voor wat betreft de maatschappelijke organisaties en inwoners is er zeker nog wel een verbetering mogelijk door het meer in te bedden in het bestuurlijk besluitvormingsproces en de vergaderstructuur van de raad.
8. Elke gemeente geeft op zijn eigen manier invulling aan burgerparticipatie. Kun je het beste voorbeeld uit je gemeente geven?
Ik spreek liever van overheidsparticipatie waarbij de overheid, de gemeente in dit geval, initiatieven vanuit de samenleving ondersteunt of faciliteert. Dit alles in het kader van een dienende overheid.
9. Stelling: de voorzitter van de gemeenteraad is en moet de burgemeester blijven. Ben je het daarmee (on)eens en waarom?
Eens, omdat hiermee de natuurlijk liason tussen college en gemeenteraad is. Anderzijds blijkt vaak dat door de dubbele rol die een burgemeester heeft dat het laveren is tussen de belangen van de raad en het college en dat er niet altijd sprake is van een natuurlijk evenwicht in de balans.
10. Hoe ervaar je de ondersteuning door de griffie en waarom trekt jouw gemeenteraad geen extra budget uit voor een ruimere ondersteuning door de griffie?
Onlangs is onze griffie uitgebreid met een extra raadsadviseur waardoor de advies-kant van de griffie toeneemt.
11. Wat doet jouw raad zodat vrouwen en mensen met een migratieachtergrond meer invloed op de besluitvorming krijgen?
We ondernemen daar als raad geen extra inzet op. Het uitgangspunt voor mij is dat iedereen mee moet kunnen doen, ongeacht je achtergrond, kennis, ervaring etc. Daarnaast zijn de raadsleden gekozen volksvertegenwoordigers en wordt er geacht dat het een afspiegeling is van de samenleving.
12. Wat is je belangrijkste speerpunt als raadslid in de komende raadsperiode?
Ik hoop vanuit het midden, vanuit het CDA, het vertrouwen te herstellen en het goede te zoeken voor Hoogeveen. En met welk doel? Om kinderen binnen onze gemeente een goede start te geven. Om schulden en generatiearmoede te bestrijden. En om een lokaal netwerk voor pleegzorg, ondersteuning en advies voor onze Hoogeveense kinderen en hun ouders op te zetten.
13. Wat is de beste tip die je een nieuw raadslid zou geven?
Blijf je verwonderen over de gang van zaken en maak dat kenbaar, zodat niet oude structuren en culturen in stand blijven. Daarnaast breng focus aan in datgene wat je wilt bereiken, dus maak een eigen agenda, en werk daar gedurende de raadsperiode aan om door inzet van verschillende raadsinstrumenten, je doelen te bereiken.