Naam: Heidi van Otten
Raadslid in de gemeente: Baarn
Raadslid sinds: maart 2014
Partij: GroenLinks Baarn
Hoofdberoep: beleidsadviseur Mens & Omgeving
Twitter: @HeidivanOtten
Facebook: @heidivanotten
Ik ben Heidi van Otten, fractievoorzitter voor GroenLinks Baarn. Na een jaar in de coalitie is GroenLinks in 2015 in de oppositie terecht gekomen. Door te zoeken naar gelegenheidscoalities probeer ik Baarn socialer en duurzamer te maken. Hoewel ik als fractievoorzitter natuurlijk thuis ben in alle dossiers, ligt voor mij het zwaartepunt wat meer op de dossiers in het fysieke domein, zoals ruimtelijke ontwikkeling, openbare ruimte, groen en milieu. Daar probeer ik het verschil te maken voor Baarn. Mijn collega in de raad houdt zich meer bezig met de dossiers op het sociaal domein. Zo proberen we de taken te verdelen.
De theorie is dat de raad fungeert als opdrachtgever richting het college van B&W. In de praktijk blijkt echter dat de raad niet altijd over de juiste informatie beschikt om een gedegen afweging te maken en de juiste kaders mee te geven.
Deze raadsperiode loopt op zijn eind. Terugkijkend zie ik veel onderwerpen waar we het beleid hebben kunnen bijsturen. Een voorbeeld is het instellen van een bomenfonds, met als doel dat voor iedere boom die wordt gekapt er ook een boom wordt teruggeplant. Daarnaast heb ik me met succes ingezet voor een versnelling op het gebied van duurzaamheid. Bovendien wordt op ons initiatief de openbare ruimte binnenkort beheerd op basis van beeldkwaliteit, zodat een van de grote ergernissen in Baarn binnenkort tot het verleden behoort.
Een beetje afhankelijk van het aantal werkbezoeken is dat 12 tot 18 uur per week.
De laatste jaren zijn de verantwoordelijkheden van gemeenten toegenomen, bijvoorbeeld door de decentralisaties in het sociaal domein en de omgevingswet die binnenkort wordt ingevoerd. De vergoeding voor raadsleden is niet aangepast aan deze extra verantwoordelijkheden. Ik denk, met name in kleine gemeenten, dat de gevraagde expertise en de tijdsbesteding niet meer in verhouding staan tot de raadsvergoeding.
Uiteraard trek ik mij deze kritiek aan. Hoewel het vertrouwen in de democratie hoog is, is het vertrouwen in de politici, die toch een belangrijke rol hebben in het democratisch proces, erg laag. Dat vind ik zorgelijk, maar ik zie het ook als mijn taak om dat vertrouwen te herwinnen. Juist op lokaal niveau kunnen we laten zien dat we onze volksvertegenwoordigende rol serieus nemen. In Baarn heb ik samen met een aantal collega-raadsleden, een initiatiefvoorstel ingediend om raadsbreed een aantal keer per jaar op een informele wijze in gesprek te gaan met onze inwoners. Ik merk dat inwoners graag meepraten, maar dat de drempel voor bijvoorbeeld het inspreken bij raadsvergaderingen als erg hoog wordt ervaren.
Met de decentralisaties in het sociaal domein heeft de gemeente extra verantwoordelijkheden gekregen. In Baarn heeft de rekenkamer na onderzoek de conclusie getrokken dat de gemeenteraad te weinig grip heeft gehad op de processen. Veel nieuwe taken zijn ondergebracht in samenwerkingsverbanden, waardoor het voor de raad minder transparant is en lastiger bijsturen wordt. Een pro-actieve houding van het college is dan van groot belang om op de juiste wijze invloed te kunnen uitoefenen.
De invoering van de omgevingswet vind ik erg spannend. Enerzijds wordt meer vrijheid gegeven aan inwoners om hun eigen leefomgeving vorm te geven. Daar ben ik groot voorstander van. Wat ik lastig vind is de rol van de raad in dit proces. Net als bij de decentralisatie in het sociaal domein vraagt dit een goede samenwerking tussen raad en college, maar ook tussen samenwerkingspartners in de regio. Enerzijds wordt onze kaderstellende rol vóóraf belangrijker en anderzijds moeten we meer loslaten.
Een aantal jaar geleden, toen er bezuinigd moest worden, is ook flink bezuinigd op de budgetten voor de raad. De rekenkamer is gelukkig in stand gehouden, maar de budgetten voor ondersteuning vanuit de griffie zijn minimaal. Er is een opleidingsbudget beschikbaar, maar dit wordt nauwelijks ingezet voor training of deskundigheidsbevordering van individuele raadsleden. Hiervoor was in het verleden een budget waar iedere fractie vrij over kon beschikken, maar dat is helaas wegbezuinigd. Wat ik graag zou willen is een extra raadsadviseur die zich met name richt op de interactie met de inwoners; het organiseren van bijeenkomsten; de kindergemeenteraad; de dag van de democratie en de communicatie vanuit het perspectief van de raad.
Het dilemma voor veel gemeenteraadsleden is, dat haar rol niet altijd past bij de verwachtingen van de inwoners. De raad praat over kaders voor het beleid en controleert het college of zij dat op de juiste wijze uitvoert. Inwoners zijn over het algemeen niet geïnteresseerd in kaders, maar in hoe dat uitpakt in de uitvoering. Het komt dan ook vaak voor dat zij bij de raad aankloppen met klachten over de uitvoering van beleid, wat een verantwoordelijkheid is van het college. Raadsleden die dit oppakken, krijgen vaak het verwijt op de stoel van de wethouder te gaan zitten. Dit vraag om een ander samenspel tussen raad en college, waarbij het college aan de raad rapporteert hoe de uitvoering is vormgegeven en hoe dit is bijgestuurd naar aanleiding van klachten of een tevredenheidsonderzoek. De gemeenteraad functioneert zo meer als opdrachtgever waar het college actief verantwoording aan aflegt.
Als raadslid is het goed om op de hoogte zijn van de ideeën en emoties van inwoners. Een goed raadslid laat zich echter niet leiden door uitsluitend de emoties van (individuele) inwoners, maar maakt een belangenafweging. Voor een goed besluit is dus meer nodig dan de mening van de inwoners. Dossierkennis is dan relevant. Een raadslid hoeft geen expert te zijn in de verschillende onderwerpen, maar moet wel in staat zijn de aangereikte informatie op waarde te schatten en zaken in een context kunnen plaatsen.
Raadsleden zijn de schakel tussen inwoners en het dagelijks bestuur van de gemeente. Ik zou graag zien dat de tegenstelling tussen de samenleving en de gemeente verdwijnt. De gemeente zou dienstbaar moeten zijn aan de samenleving en daar hebben wij als raad een belangrijke rol in.
Volgens mij worstelt iedere gemeente met regionale samenwerkingsverbanden. De gemeenteraad staat vaak meer op afstand en is zoekende naar een manier om bij te sturen, zonder dat de voordelen van het samenwerkingsverband teniet worden gedaan. Op dit moment is de rol van de raad te beperkt. Door gemeenteraden aan de voorkant mee te laten praten over het te voeren beleid, geef je de raad haar positie terug.
Ik wil graag ook de komende 4 jaar wat betekenen voor Baarn. Wanneer ik weer gekozen wordt in de raad, wil ik mij blijven inzetten voor een sociale en duurzame gemeente. Een gemeente waarin we persoonlijke aandacht geven aan mensen die even niet mee kunnen komen. Een gemeente waar iedereen zichzelf kan zijn. Waar we uitgaan van vertrouwen. Een gemeente waar we ons inzetten voor een schone toekomst voor onze kinderen.
Raadslid word je volgens mij, omdat je wat wilt betekenen voor je stad of dorp. Je hebt een idee over wat je anders zou willen in je gemeente. Blijf trouw aan deze gedachte, houd je blik naar buiten gericht en probeer niet te veel politicus te worden, maar blijf volksvertegenwoordiger.