De griffie is in wezen de immer aanwezige steunpilaar vraagbaak en kenniscentrum van een lekenbestuur, de rots in de branding, de basis waar je op terug kunt vallen.
Joost Nijhuis, Enschede
Joost Nijhuis
Gemeente Enschede
Raadslid sinds: Maart 2014
Partij: Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD)
Hoofdberoep: Zelfstandig Executive Searcher / Consultant
Twitter: @joostnijhuis
Facebook: joost.nijhuis.92
Instagram: joost.nijhuis
LinkedIn: Joost G.A. Nijhuis
Waarom bent u raadslid geworden?
12 jaar geleden zei een van mijn beste vrienden: “Laten we wat terugdoen voor de maatschappij. In de raad kunnen we samen veel goed doen voor onze gemeente en haar inwoners”. Het zaadje is toen geplant. Toen Arnold Enklaar, evenzeer een van mijn beste vrienden en 16 jaar raadslid geweest voor de VVD in Enschede, in 2013 samen met de afdelingsvoorzitter een beroep op mij deden, heb ik ja gezegd.
Kern om raadslid te worden is het besef dat je het verschil kunt maken voor je inwoners op cruciale punten.
De gemeenteraad is het hoogste politieke orgaan. Beleeft u dat ook zo?
Formeel ja en praktisch nee. Ja, omdat dit hiërarchisch gezien wettelijk zo is. Nee, als je kijkt wat er nog te kiezen valt. Natuurlijk bestaat het hele leven uit keuzes maken en de (te schaarse) middelen verdelen op een wijze zoals jij dat goeddunkt.
Maar als je ziet dat we bijvoorbeeld in Enschede voor het 12e jaar op rij nog slechts mogen kiezen waarop we nóg verder op moeten bezuinigen (in met name de klassieke taken van een gemeente, zoals zwembad bibliotheek, openbaar groen, speeltuinen etc). En je dus niet meer in staat bent om te investeren in het cement van de samenleving, maar je slechts nog mag buigen over het beperken van de neergang en het verval, dan is dat een omen.
Als je vervolgens ook nog eens ziet hoeveel zaken er inmiddels buiten de gemeenteraad om besloten worden (met name ook in bijvoorbeeld gemeenschappelijke regelingen), waarbij je als raad als een soort van “legitimatie” helemaal achteraan in het proces mag tekenen bij het kruisje, dan bekruipt je het gevoel dat je niet aan het stuur zit, maar als passagier op de achterbank.
Het is daarom zo belangrijk dat we weer meer in “de drivers seat” komen, meer vóór in het proces, en het initiatief nemen. Een mooi voorbeeld zien we bij mijn collega Nanda van Doremalen, die de grote initiator is van het fenomeen Raadskring regio Rivierenland.
Ik, op mijn manier, help de lokale democratie door het initiatief “herstel de structurele weeffout in de financiering van het Rijk naar gemeenten”, door in te zetten op middelen die weer expliciet worden gereserveerd voor de klassieke taken van een gemeente. Ook dat is een waardevolle bijdrage in het herstel van de kracht van het hoogste politieke orgaan: de gemeenteraad die dan eindelijk weer mag kiezen voor zaken die bijdragen aan de investering van zaken die je gemeente en inwoners ten goede komen.
Kunt u een voorbeeld geven van een succes van uw gemeenteraad waar u trots op bent?
Medio 2019 werd ons duidelijk dat niemand de structurele weeffout in de financiering van het Rijk naar gemeenten benoemt. Structureel, omdat door wettelijk ‘bescherming’ zaken als open einde regelingen bij WMO en Jeugdzorg en de wettelijke verplichting om een sluitende begroting aan te leveren, maakt dat de tekorten te allen tijde bij de klassieke taken van een gemeente landen. De gemeenteraad heeft de facto eigenlijk dus niks meer te kiezen, maar nog slechts te slikken en aan te geven waarop bezuinigd dient te worden binnen de klassieke taken.
Dit gegeven heeft zowel raad áls college van Enschede ertoe gebracht, om unaniem te besluiten een analyse instrument, dat ontwikkeld is door dr Johan de Kruijf (KUN) in opdracht van de Rekeningen Cie van de gemeente Enschede, gratis ter beschikking te stellen aan alle gemeenten in Nederland. Doel van het instrument is om inzicht te krijgen in de toewijsbaarheid van tekorten aan enerzijds lokale keuzes en anderzijds door weeffouten in de financiering van het rijk richting gemeenten veroorzaakte knelpunten in de gemeentelijke taakuitvoering.
Zo krijgen gemeenten inzicht in hun eigen begroting en ontstaat een landelijke benchmark. Dat levert een veel breder begrijpelijker beeld op dan in de jaarlijkse analyse van enkel baten en lasten in een relatief korte termijn perspectief bij de begroting van het gemeentefonds.
Na overleg met de VNG is onze actie omgezet in een motie, die op de landelijke ALV van de VNG op 22 september unaniem is aangenomen. Daarmee hebben we de basis gelegd, om een structurele verandering van de invulling van het Gemeentefonds in gang te zetten bij een volgende kabinetsperiode.
Gemeenteraden reserveren minder dan 1 procent van het gemeentelijk budget voor opleiding, onderzoek (Rekenkamer, accountant) en ondersteuning (griffie) door en voor de raad. Is er door uw raad voor opleiding, onderzoek en ondersteuning voldoende gereserveerd?
Eigenlijk niet. Door alle bezuinigingen van de afgelopen 12 jaar is er ook sterk gesneden in onder andere het budget voor hulp aan de raad (griffie). Zelf ben ik daar fel op tegen, omdat we tegenover een overgedimensioneerde hulpinstantie staan die het college ter beschikking staat, waar niet op bezuinigd is, sterker, is uitgebreid.
Dit terwijl de raad ontegenzeggelijk steeds meer op haar bordje vindt, niet enkel binnen de gemeentegrenzen, maar steeds vaker ook (gemeente) grensoverschrijdend. Denk alleen maar aan de RES of GR’en.
Ik ben trots dat we in Enschede zowel een kwalitatief goede rekenkamer hebben evenals een uitstekende griffie, die met passie en ongekende inzet probeert met immer schaarser worden de middelen de raad alle steun te verlenen die gevraagd wordt. Maar ik zou graag zien dat het budget wat ruimer zou worden, omdat er een onevenredige verdeling is tussen steun aan college en raad.
Waar ziet u eventuele mogelijkheden tot verbetering van de ondersteuning van raadsleden door de griffie(r)?
De griffie ‘verzuipt’ af en toe in de dagelijkse vragen die komen vanuit de raad, waardoor er weinig tot geen tijd overblijft om te anticiperen op bewegingen die de toekomst gaan bepalen. Dit zijn heel vaak zaken die groter zijn dan de gemeente alleen. Bij samenwerking tussen raden zouden griffies een cruciale rol kunnen spelen, maar komt daar door gebrek aan capaciteit niet toe. Terwijl die grensoverschrijdende samenwerking steeds intensiever gaat worden, waarbij afstemming heel noodzakelijk is geworden.
De griffie is in wezen de immer aanwezige steunpilaar vraagbaak en kenniscentrum van een lekenbestuur, de rots in de branding, de basis waar je op terug kunt vallen. Laten we er dan ook voor zorgen dat de griffie ook zodanig geëquipeerd is, dat ze deze rol ook kan vervullen. Dat ontbeert thans nog.
De griffie zou in wezen de rode draad moeten zijn, van waaruit je als raadslid kunt voortborduren. Denk niet dat leken op ieder gebied de kennis bezitten, daarvoor is een griffie nu juist o zo nodig. Daar zou meer in geïnvesteerd moeten worden, met name vanuit het inzicht dat de gemeenteraad grensoverschrijdende taken erbij heeft gekregen, waar ze aan kennis vaak tekort schiet.
Wat is volgens u nodig om de gemeenteraad krachtiger en relevanter te maken?
In een omgeving waarbij steeds meer uitvoerende zaken gedelegeerd worden vanuit het rijk naar gemeenten, terwijl de bijbehorende middelen vaak ontoereikend zijn en er (gemeente)grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden nodig zijn (o.a. GR’en), is het van wezenlijk belang dat er een omgeving gecreëerd wordt waarbij enerzijds raden nauwer gaan samenwerken. Maar dat er ook instrumentarium wordt aangereikt waarop dat mogelijk is.
Daarnaast zouden raadsleden veel minder tijd moeten besteden aan zaken, waar ze toch feitelijk geen invloed kunnen uitoefenen, maar vaak als ‘alibi’ worden gebruikt. Ook dat zou kunnen veranderen, als de raad veel meer voor in het besluitvormingsproces betrokken wordt, in plaats van de partij te zijn die nog even bij het kruisje moeten tekenen.
'Godzijdank vergaderen we met de stedelijke commissie en de raadsvergadering weer fysiek, en dat is in mijn opinie de redding van het democratisch proces.'
Steeds meer beslissingen vinden plaats in regionale samenwerkingsverbanden. Hoe zou u de controle en invloed van de raad op regionale samenwerkingsverbanden willen verbeteren?
In Twente hebben we als raadsleden sinds 1 januari 2016 geen rechtstreekse zeggenschap meer in de Regio Twente. Wel in de Twenteraad en een afvaardiging in het Presidium. Toch knelt dat, omdat zowel in de initiërende- als in de controlerende rol je ziet dat raadsleden eigenlijk ‘ver weg zijn komen te staan’ en daarmee het zicht op het proces kwijt zijn.
Mede doordat we als lekenbestuur met een overvolle agenda prioriteiten moeten stellen, zie je dat de aandacht voor de regio Twente verslapt. En dat is in flagrante tegenstelling tot de ontwikkelingen, die steeds meer regionale samenwerking laten zien.
We moeten na gaan denken hoe we de bestuursstructuur in de toekomst vorm willen gaan geven. Is het een idee om de vorm van provincie in te ruilen voor een bestuurslaag in regioverband? Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat je daarmee een grotere verbondenheid creëert en tegelijkertijd een betere samenwerking en wisselwerking.
Mijn collega Nanda van Doremalen heeft hier al eerder voor gepleit. Ik zou het niet beter kunnen verwoorden, dus laat ik samenvatten wat zij bepleit. Er is gebrek aan grip op de gemeenschappelijke regelingen. En zij roept op tot het synchroniseren van de agenda’s van de verschillende raden, het online beschikbaar maken van de vergaderingen van het algemeen bestuur van gemeenschappelijke regelingen, het opstellen van een regionaal informatieprotocol voor het uniformeren en formaliseren van de informatievoorziening vanuit colleges en het organiseren van een initiatief-raadskring voor het gesprek op regionaal niveau.
Drie vragen zijn dan cruciaal. Hoe kunnen we als raadsleden aan de voorkant komen van het proces? Hoe kunnen we als raadsleden onze stemmen bundelen op regionaal niveau? Hoe kunnen we als raadsleden inhoudelijke input leveren?
Elke gemeente geeft op haar eigen manier invulling aan burgerparticipatie. Kunt u het beste voorbeeld uit uw gemeente geven?
Burgerparticipatie moet structureel zijn voor de inwoners die actief willen participeren. Dan moet er de keus zijn om de volksvertegenwoordiger te helpen het proces representatiever te maken. In Enschede hebben we om die reden als sinds 2004 de gemeenteraad onderverdeeld in vijf territoriale (stadsdeel)raadscommissies, die in de wijk vergaderen over de reguliere raadsvoorstellen en waarbij de inwoners laagdrempelig en open mee kunnen praten. Wij nemen hen uitermate serieus in ons eigen proces, zoeken hen dus op in hun eigen omgeving en betrekken de prioriteiten van de inwoners in ons partijpolitieke frame.
Daardoor hebben we een sterk netwerkbestuur in de wijken en dat is in deze tijden van versplintering, vereenzaming en anonimisering extra nodig. Raden moeten de houding aannemen inwoners uit te nodigen en stimuleren mee te doen aan het gemeentebestuur. Onze inwoners horen zicht te hebben op de grote beleidsprocessen, actief geïnformeerd te worden indien gewenst en moeten altijd gevraagd worden om hun mening (het digitale overheidsloket is daar ook een prima plek voor!).
Welk kenmerk van de huidige lokale democratie vindt u belangrijker? Participatie van inwoners of representatie door vertegenwoordigers?
Inwonerparticipatie schraagt de (lokale) democratie. En is dus noodzakelijk. Want zonder betrokkenheid geen draagvlak en ook geen democratie. Maar raadsparticipatie is nodig om de spelregels en kaders te stellen. De democratische legitimiteit is de (gedelegeerde) taak van de raad.
De keuze voor een directe verkiezing van de burgemeester door de raad of de inwoners is een stap dichterbij gekomen. Als de burgemeester direct gekozen zou worden, wat verandert dit dan volgens u aan de verhouding tussen de raad en de burgemeester?
We kiezen inmiddels al onze eigen burgemeester, maar dan als raad. Laatste ‘archaïsch relict’ is dat de CdK nog een voorselectie maakt. Dat zou eigenlijk niet meer mogen. Als een burgemeester direct gekozen gaat worden door de bevolking ontstaat er ook een belang om herkozen te worden, en daarin schuilt het gevaar van cliëntisme. En dat is in mijn opinie onwenselijk.
Wat is volgens u de waarde van diversiteit en inclusiviteit voor de raad en het raadswerk?
Diversiteit wakkert vernieuwing aan. Inclusiviteit gaat over onderlinge verbondenheid en draagt ertoe bij dat mensen oog hebben voor elkaar en elkaar zien staan en zitten. Inclusiviteit wakkert ook saamhorigheid aan, als ook het ‘wij-gevoel’.
In een ver verleden was een raad vaak (te) exclusief en te selectief. Dat is niet goed, want dan voelen niet alle inwoners zich vertegenwoordigd, maar te inclusief en te willekeurig is ook niet goed. Een raad blijkt vooral baat te hebben bij een bestand dat enigszins divers en inclusief is.
Een gezonde vitale raad is divers en inclusief in de betekenis van een samenhangend geheel van gelijkgestemde en unieke mensen die zich tot elkaar verhouden en zich met elkaar identificeren. Het aanwezige ‘wij-gevoel’ impliceert een aanreken- en aanspreekcultuur waarin raadsleden elkaar weten te vinden om het gezamenlijke doel te bereiken.
Alles en iedereen is verbonden vanwege het gezamenlijke doel, namelijk het welzijn van je gemeente en haar inwoners. En dat we daarbij lekker debatteren en ‘vechten’ over hoe we dat willen bereiken, dát is gezonde politiek. Zoals ik in mijn ‘maiden speech’ ooit zei: “altijd op de inhoud, nooit op de man en altijd voor de gemeente en haar inwoners”. Dát maakt een raad sterk.
Stelling: Agressie, intimidatie of geweld tegen één raadslid is een aanval op de gemeenteraad. Bent u het hiermee eens?
Ja, deze stelling onderschrijf ik van harte. Dit omdat we deel uitmaken van een instituut, waarbij het individu een onderdeel is. Dus een aanval op het individu is een aanval op het instituut wat mij betreft. Iedere vorm van aantasting van ons stelsel is wat mij betreft een aanval op onze democratie en levenswijze. Wat mij betreft mag hier keihard worden opgetreden, omdat het raakt aan de wortels van onze wijze van samenleving.
Digitalisering speelt een steeds groter wordende rol in de samenleving. Welke kansen biedt digitalisering volgens u voor de lokale democratie?
Door digitalisering is het veel gemakkelijker en laagdrempeliger geworden om je inwoners te betrekken op allerlei mogelijke manieren. Een app sturen, een formulier snel invullen via een website of mail met mogelijkheid tot doorzenden verlaagt de drempel. Wel helpt het als het ambtenaren apparaat daar ook op “ingetuned” raakt. Ik zie louter voordelen, die de mogelijkheid tot “burgerparticipatie” zal vergroten.
De spoedwet die digitale besluitvorming tijdelijk mogelijk maakt is recentelijk aangenomen. Wat zijn uw ervaringen met digitaal vergaderen en besluiten?
Positief en negatief. Positief als je bijvoorbeeld met je fractie (5 personen) vergadert, is de directe communicatie nog dermate, dat je snel en effectief bent. Evenzeer als je een vergadering hebt waarbij de nadruk ligt op informatieoverdracht en niet op besluitvorming. Maar op het moment dat het gaat over politieke meningsvorming en onomkeerbare besluiten, is mijn ervaring, dat veel partijen vanuit een ideologische basis “in de schuttersputjes” kruipen, en de dialoog bijkans onmogelijk wordt.
Communicatie is voor 80% non verbaal. Daarom zijn de wandelgangen in het stadhuis zo belangrijk, omdat je dan informeel met elkaar in dialoog onderzoekt waar de ruimte ligt om samen een modus overeen te komen, waarop een meerderheid gevonden kan worden bij een besluit. Als je elkaar fysiek treft, kun je in conclaaf en komt er een eindresultaat uit dat gedragen wordt. Dat heb ik bij louter elkaar digitaal “ontmoeten” heel erg gemist. Godzijdank vergaderen we met de stedelijke commissie en de raadsvergadering weer fysiek, en dat is in mijn opinie de redding van het democratisch proces.
Wat is uw belangrijkste advies voor nieuwe raadsleden?
Wordt raadslid vanuit passie. Focus op een paar belangrijke zaken waarvan je denkt dat je het verschil kunt gaan maken. Leg altijd goed uit wat je beweegredenen zijn voor wat je wenst te bewerkstelligen. Verdiep je daarbij in de behoeften van andere partijen, probeer de gemeenschappelijkheid te vinden en creëer zo een gedragen meerderheid. Bedenk dat je het privilege hebt van het indienen van een raadsinitiatief. En dat je op die wijze de verandering in gang kunt zetten die anders uitblijft.