Een goed raadslid is niet iemand die meepraat maar iemand die terugpraat, iemand die ergens voor staat en niet bang is.
Karel Boonen, Cranendonck
Karel Boonen
Gemeente Cranendonck
Raadslid sinds: 2014
Partij: Cranendonck Actief!
Hoofdberoep: Eigen advies en interimbureau/mediation/toezicht
Twitter: @KarelBoonen
LinkedIn: Karel Boonen
Waarom bent u raadslid geworden?
Ik hou van het lokale bestuur, de plek waar grote en kleine onderwerpen, hevige emoties en soms ondoorgrondelijke belangen, maar ook de concrete dagelijkse zorgen van veel inwoners bij elkaar komen. Soms gist het, vaak is het ontzettend saai. Ik ben ruim 20 jaar gemeentesecretaris geweest, dan blijf je toch een beetje buitenstaander. Toen ik van baan veranderde kon ik deelnemer worden.
Als voorzitter van de lokale voetbalclub stond ik middenin de samenleving en hoorde ik veel wat er leefde maar zag ik ook veel onbegrip voor de lokale politiek. Daartussen wilde ik een brug bouwen.
Daarnaast is een gemeente ontzettend belangrijk voor het dagelijkse leven van veel inwoners. Ambtenaren en burgers kijken soms met enig dédain naar raadsleden: van goedwillende amateurs tot zakkenvullers. Beiden klopt niet. Ik heb het vanaf dag 1 heel boeiend gevonden.
De gemeenteraad is het hoogste politieke orgaan. Beleeft u dat ook zo?
Nee. In de praktijk ligt de macht voor het overgrote deel bij college van B&W en de ambtelijke organisatie. Dat ligt deels ook aan de gemeenteraden zelf, die laten dit gebeuren en vinden het vaak wel makkelijk. Daarnaast heeft een gemeente inmiddels zoveel taken dat het vrijwel niet meer te overzien is voor 19 part-timers, zoals in Cranendonck.
Vrijwel alle collegevoorstellen worden ongewijzigd aangenomen, bij de begroting spitst de discussie zich toe op minder dan een half procent van die begroting en ook bij gemeenten is het aantal voorlichters de snelst groeiende beroepsgroep. Misschien is de kaderstellende rol van de gemeenteraad vanuit de dualisering wel het minste uit de verf gekomen.
Kunt u een voorbeeld geven van een succes van uw gemeenteraad waar u trots op bent?
In 2015 werd te midden van de vluchtelingencrisis een beroep gedaan op de gemeente om een voormalige militaire kazerne beschikbaar te stellen als grootschalige opvanglocatie. Vanaf het eerste verzoek hebben de partijen in de raad gezamenlijk afgesproken dit niet partij-politiek uit te buiten en hierin, ondanks onderlinge verschillen, gezamenlijk op te trekken samen met het college en de burgemeester en organisaties zoals Vluchtelingenwerk en COA. Hoewel Pownews in de struiken lag, is dit heel goed gelukt.
Daarnaast hebben we in de periode 2014-2018 gewerkt met een breed gedragen ‘raadsprogramma’, hebben we de vastgeroeste oppositie-coalitie verhoudingen doorbroken en een open debatcultuur trachten te hanteren. Met vallen en opstaan, is ons dat gelukt. We kregen er zelfs een beetje landelijke bekendheid door. Helaas plooiden na de verkiezingen van 2018 veel van deze vernieuwingen weer terug naar het oude. Daaraan kun je zien hoe afhankelijk bestuurlijke vernieuwing is van personen die dit echt dragen.
Gemeenteraden reserveren minder dan 1 procent van het gemeentelijk budget voor opleiding, onderzoek (Rekenkamer, accountant) en ondersteuning (griffie) door en voor de raad. Is er door uw raad voor opleiding, onderzoek en ondersteuning voldoende gereserveerd?
Nee. Maar dit is niet alleen kwestie van geld, ook van mentaliteit en politieke wil. Ik zie dat onze gemeenteraad zichzelf deels vleugellam maakt. De controlerende taak wordt niet als sexy ervaren. Een bestuursrapportage per jaar is meer dan genoeg. Weinig urgentie voor een Rekenkamer, nauwelijks vragen aan de accountant.
We besteden dagen en uren aan het vaststellen van een begroting, de jaarrekening is bijna een hamerstuk. We stellen een waslijst aan detailvragen bij collegestukken, maar bijna nooit schriftelijke vragen (toch een belangrijk instrument voor raadsleden), laat staan dat we het college echt aan de tand voelen via bijvoorbeeld interpellaties of dat wij met eigen (initiatief)voorstellen komen.
Het college vult haar actieve informatieplicht minimaal in en komt daarmee weg. Ik heb zelfs een keer een beroep moeten doen op de WOB om informatie te krijgen.
Maar misschien is dit ook een beetje mijn persoonlijke frustratie bij een coalitie die weer ouderwets als gesloten blok opereert!
Waar ziet u eventuele mogelijkheden tot verbetering van de ondersteuning van raadsleden door de griffie(r)?
Griffie(s) zijn meestal beperkt tot vooral administratieve ondersteuning. Het oorspronkelijke idee vanuit de dualisering is eigenlijk nooit tot wasdom gekomen. Ik zou het vooral zoeken in een versterking van het recht op ambtelijke bijstand vanuit de organisatie. Dat vereist wel ambtenaren met enig politiek gevoel, en dat een organisatie daartoe ruimte biedt en voldoende veiligheid (bv wanneer gewerkt wordt aan een voorstel dat afwijkt van het collegebeleid).
Wat is volgens u nodig om de gemeenteraad krachtiger en relevanter te maken?
Ik denk dat veel raadsleden überhaupt blij zijn dat ze een beetje het leven hebben. Een stortvloed aan stukken, het gaat vaak om heel veel geld en grote belangen en het kost allemaal heel veel uren. Veel raadsleden voeren slechts zelden het woord en doorgronden maar nauwelijks waar ze mee bezig zijn. Dit klinkt hard, maar is helaas wel de realiteit.
Dat proces begint erbij dat steeds minder goede en betrokken mensen, om allerlei redenen, lid willen worden van een gemeenteraad. Dus daar ligt een eerste stap: dan maar liever een korte kandidatenlijst dan een slechte.
Naast kwaliteit zou dwarsheid een tweede belangrijk selectiecriterium moeten zijn. Bestuurders zitten in het college, in de raad zouden mensen moeten zitten die doorvragen, onderwerpen agenderen en een visie hebben op de toekomst van de gemeente. Veel gemeenteraden zijn ‘schaduwcolleges’ geworden die met een rood pennetje navlooien of het college niet ergens een foutje heeft gemaakt.
Tot slot zouden raadsleden gezag en statuur moeten hebben in deze tijd van vluchtige meningen en wisselende waarheden. Een goed raadslid is niet iemand die meepraat maar iemand die terugpraat, iemand die ergens voor staat en niet bang is.
Steeds meer beslissingen vinden plaats in regionale samenwerkingsverbanden. Hoe zou u de controle en invloed van de raad op regionale samenwerkingsverbanden willen verbeteren?
Vrijwel nihil! Ongeveer 17% van onze begroting ‘gaat op’ aan samenwerkingsverbanden, regionaal of bovenlokaal. Daar wordt wel een heel circuit aan stukken en overleggen omheen gecreëerd, maar tot echte invloed leidt dit niet. De bestuurders en de ambtelijke organisaties bepalen wat er gebeurt. Dat wordt nog eens versterkt doordat vaak bij unanimiteit moet worden besloten en afhaken eigenlijk geen reële opties is.
En eerlijk is eerlijk, de meeste gemeenteraadsleden interesseert het ook niet echt, behalve als er weer eens geld bij moet. En dan is het meestal te laat. Wij hebben hier in de regio met veel moeite een bestuursopdracht voor elkaar gekregen om te bezien of er een paar ton kan worden bezuinigd op in totaal bijna 10 miljoen euro. Na ruim een jaar wachten we nog steeds op de eerste resultaten! Van een onderzoek!
Elke gemeente geeft op haar eigen manier invulling aan burgerparticipatie. Kunt u het beste voorbeeld uit uw gemeente geven?
Het risico wat we lopen is dat we burgerparticipatie als een soort ‘duizend-dingen-doekje’ gebruiken. De gemeente heeft ergens een probleem, laten we de burgers inschakelen om dat probleem op te lossen. Dat gaat niet werken.
Burgerparticipatie kan alleen maar slagen als burgers echt verantwoordelijkheden en ruimte krijgen om hun eigen buurt of dorp mede vorm te geven. De overheid, ook gemeenten, hebben de laatste jaren een slechte beurt gemaakt door met veel mooie woorden gewoon platte bezuinigingen, afkalvende dienstverlening en minder steun voor de mensen die hulp nodig hebben, te verkopen. De burger is niet gek en is, terecht, in toenemende mate huiverig voor de PR-technieken van een overheid die zich steeds verder heeft terug getrokken.
In Maarheeze is een oud schoolgebouw met inzet van veel vrijwilligers en kwaliteiten van inwoners omgebouwd (letterlijk) tot een kloppend hart van de gemeenschap met maar heel weinig overheidsgeld. Zo kan het dus ook. Maar tegelijkertijd wordt de bibliotheek gereduceerd tot een veredelde boekenkast. Tja, weg goodwill.
'Belangrijkste zou ik vinden dat er dan ook tussentijdse verkiezingen mogelijk moeten zijn.'
Welk kenmerk van de huidige lokale democratie vindt u belangrijker? Participatie van inwoners of representatie door vertegenwoordigers?
Ik vind dit een oneigenlijke tegenstelling: beide zijn belangrijk. Participatie van burgers zal alleen maar toenemen, zeker met de uitdijende digitale mogelijkheden. Dat is ook alleen maar goed, hoewel soms lastig voor bestuurders (en raadsleden). Ondanks alles zullen er soms ook moeilijke besluiten genomen moeten worden, zeker daar waar consensus niet werkt. In die gevallen is representatieve democratie het beste systeem dat wij mensen in de loop der eeuwen hebben kunnen bedenken.
De keuze voor een directe verkiezing van de burgemeester door de raad of de inwoners is een stap dichterbij gekomen. Als de burgemeester direct gekozen zou worden, wat verandert dit dan volgens u aan de verhouding tussen de raad en de burgemeester?
Voor de duidelijkheid, ik vind het huidige systeem prima functioneren, hoewel er nog (te) veel informele invloed ligt bij de Commissaris van de Koning. Als wordt overgegaan tot directe verkiezingen vind ik dat de gekozen burgemeester zijn/haar eigen wethouders moet kunnen benoemen. Daarnaast heeft een raads- of coalitieprogramma dan ook geen zin, want de burgemeester is gekozen met een eigen programma. De raad zou dan vooral de rol van controleur moeten hebben en van volksvertegenwoordiger: doet de burgemeester nog wel wat hij/zij heeft beloofd en hoe valt dit bij de bevolking?
Belangrijkste zou ik vinden dat er dan ook tussentijdse verkiezingen mogelijk moeten zijn. Het enige echte instrument dat de raad dan heeft is een burgemeester weg te sturen, maar dan zou een directe gang naar de kiezer daarbij moeten horen.
Wat is volgens u de waarde van diversiteit en inclusiviteit voor de raad en het raadswerk?
Dit spreekt vanzelf. De raad moet een redelijke afspiegeling zijn van de bevolking, maar vooral ervoor zorgen dat er aandacht is voor alle groepen en stromingen in de bevolking.
Stelling: Agressie, intimidatie of geweld tegen één raadslid is een aanval op de gemeenteraad. Bent u het hiermee eens?
Helemaal mee eens. Behoeft m.i. eigenlijk geen nadere toelichting, want dit vind ik vanzelfsprekend!
Digitalisering speelt een steeds groter wordende rol in de samenleving. Welke kansen biedt digitalisering volgens u voor de lokale democratie?
Digitalisering is extra zuurstof voor burgerparticipatie en burgerinitiatieven. Dat neemt alleen maar een grotere vlucht en stelt andere eisen aan raad en bestuur. Daarbij zullen niet altijd de door de overheid uitgestippelde paden worden bewandeld. Kortom, ik zie vooral positieve kanten.
De spoedwet die digitale besluitvorming tijdelijk mogelijk maakt is recentelijk aangenomen. Wat zijn uw ervaringen met digitaal vergaderen en besluiten?
Eigenlijk alleen maar slechte! In formele zin blijven we besluiten nemen die nodig zijn. Voor de rest is alles wat lokale politiek levendig en relevant maakt, eruit geknepen. Er vindt nauwelijks meer informele interactie plaats, vooral niet om vergaderingen heen, de inbreng van burgers, ambtenaren en college in het besluitvormingsproces is geminimaliseerd, discussies zijn steriel geworden, de techniek hapert regelmatig. Ik hoop dat deze periode snel voorbij is!
Wat is uw belangrijkste advies voor nieuwe raadsleden?
- Doe mee en zet de stap
- Durf
- Maak je de kunst van het (door)vragen eigen
- Geniet ervan, elke dag!