U bent hier

Lenie Zoetendaal

Lenie Zoetendaal

Noordwijk
Zet de zorg voor de zwakkeren bovenaan

Naam: Lenie Zoetendaal
Raadslid in de gemeente: Noordwijk
Raadslid sinds: maart 2014
Partij: CDA Noordwijk
Hoofdberoep: Raadslid
Facebook: Lenie Zoetendaal

Wie bent u en wat voor gemeenteraadslid bent u?

Geboren in Nieuwe-Wetering, gemeente Alkemade (nu Kaag&Braassem), ben ik na mijn huwelijk in Noordwijk gaan wonen. Inmiddels gescheiden, met 4 volwassen kinderen, 4 schoonkinderen en 4 kleinkinderen. Vele jaren heb ik als directiesecretaresse gewerkt tot ik in de crisis mijn baan kwijtraakte. Door vrijwilligerswerk kwam ik in aanraking met de politiek en ben toen als raadslid gevraagd. In mijn raadswerk buig ik mij vooral over de hele breedte van het sociaal domein en de regionale samenwerking. De zorg voor de kwetsbaren heb ik hoog in het vaandel staan. Indien nodig neem ik een minderheidsstandpunt in, zoals bij de Woonagenda vorig jaar, omdat ik vond dat het schrijnende tekort aan sociale huurwoningen daarmee in stand werd gehouden. De huidige bouwplannen zijn bij lange na onvoldoende om dit in te lopen.

De gemeenteraad is het hoogste politieke orgaan. Beleeft u dat ook zo en wat betekent dat voor u?

Dat besef ik terdege en wordt ook binnen onze raad zo uitgedragen. Voor mij betekent dat: je verantwoordelijkheid nemen en je mening eerlijk en duidelijk en beargumenteerd naar voren brengen.

Op welk onderwerp of thema maakt u deze raadsperiode het verschil?

Ik heb mij heel erg ingespannen voor een kostendekkend tarief voor de hulp bij het huishouden, gesteund door mijn fractie. Helaas werd er niet naar ons als oppositiepartij geluisterd met voorspelbare lokale gevolgen. Dit geldt ook voor mijn inzet voor een lokale ombudsman, een breed CliëntErvaringsOnderzoek en een minder ‘armoedige armoedenota’. Verder heb ik mij sterk ingezet voor een groep lokale daklozen die noch door onze gemeente noch door de centrumgemeente werden geholpen met tijdelijk onderdak. In verband met dit laatste zijn landelijk ook vragen gesteld door het CDA en ben ik uitgenodigd als lid van de expertisegroep ‘Spookburgerschap’ van ATD Vierde Wereld. Vaak lijken zaken in de Wet wel goed geregeld, maar blijkt de uitvoeringspraktijk teveel afhankelijk van lokale willekeur. En zeker bij basale voorzieningen kan dit mensen ernstig in de knel brengen. Dit mag niet.

Hoeveel tijd besteedt u per week aan het raadswerk?

Zoveel als nodig is om het goed te doen. Dit varieert sterk. Gemiddeld kan dit zo’n 20 upw zijn. Informatieve bijeenkomsten probeer ik zoveel mogelijk bij te wonen, met verslaglegging voor mijn fractie. We hebben veel leeswerk aan commissie- en raadsstukken en voor de tussentijdse presentaties. Ook probeer ik belangrijke nieuwsbrieven (zoals van RaadslidNu J) te lezen. Dat alles draagt bij aan je algemene kennis en expertise, wat hard nodig is, gezien de vele en snelle ontwikkelingen, zeker op het sociaal domein de laatste jaren.

Vindt u dat de raadsvergoeding voor het raadswerk passend is?

Dit vind ik een moeilijke. Aan de ene kant heeft dit vak een idealistische kant en is het belangrijk dat je onafhankelijk blijft. Aan de andere kant wordt een toenemende expertise gevraagd bij besluitvorming over kwetsbare groepen in onze samenleving en bij grote belangen. Ook wordt er een toenemend beslag op je tijd gelegd door allerlei bijeenkomsten en groeit de hoeveelheid digitale informatie; dus veel lees- en vergadertijd. Zelf zie ik het liefst vooral meer gratis professionele training voor raadsleden, zowel algemeen als specifiek voor je portefeuille. Daarbij rekening houdend met het feit dat in de praktijk alleen lokale trainingen of bijeenkomsten redelijk worden bezocht. Subregionaal of regionaal helaas nauwelijks; meestal ben ik daar één van de weinigen uit de eigen gemeente..

Er is kritiek op de kwaliteit van de raad en raadsleden. Trekt u zich die kritiek aan?

Kijkend naar de afgelopen jaren, vind ik dit deels zeker terecht. Veel raadsleden zetten zich keihard in voor de samenleving. Maar velen ook lijken zich simpel te laten leiden door coalitie- en/of partijpolitiek, misschien door de interne cultuur, door gebrek aan tijd of door blind vertrouwen? Betere training, meer zelfvertrouwen, kritisch durven zijn waar nodig en tijdig de urgentie van zaken beseffen, helpen bij een betere besluitvorming en vormen naar mijn mening eigenlijk ook onderdelen van je integreit.

Is de rol van de raad veranderd door de nieuwe taken voor zorg, ondersteuning en participatie? Zo ja, wat is er anders? Zo nee, waarom niet?

Jazeker. Als ik kijk naar de decentralisaties, zijn genoemde taken inderdaad enorm toegenomen en het einde is nog lang niet in zicht! Denk aan de gevolgen van de Omgevingswet, de decentralisatie van maatschappelijke zorg en opvang naar de gemeenten en de blijvende afname van het aantal ‘bedden’ (interne plekken) bij de zorginstellingen, dit terwijl de vraag toeneemt! Dus onze rol wordt zowel verzwaard als verbreed. Complexer èn anders. Het gaat daarbij om veel kwetsbare groepen in de samenleving. Èn het gaat om mènsen: elke situatie is daarbij individueel en niet zelden complex. Dat maakt onze verantwoordelijkheid groter. Als raadslid zit je daarbij in het spanningsveld van de zorgcultuur (de mens centraal) en die van de managementcultuur (de cijfers centraal) van de gemeenschappelijke regelingen en sociale diensten. Ambtenaren kunnen zaken echt heel nauwkeurig regelen, maar het kost hen ook tijd toe te groeien naar inzicht bij overlap van allerlei zorgvelden, waarbij steeds meer expertises om de hoek komen kijken. Er moet ook voldoende ruimte blijven voor de zorgprofessionals (zoals huisartsen). Niemand mag tussen wal en schip vallen en hoe voorkom je dat? Dit vraagt niet alleen om regelingen met hardheidsclausules maar ook om lef van wethouders, ambtenaren èn raadsleden. Lef om vóór mensen te gaan staan en je niet achter protocollen te verbergen. Het vraagt ook om betere controles, brede CEO’s en een lokale ombudsman. Zelf hoop ik op spoedig landelijk centraal toezicht voor de basisvoorzieningen (zoals bed-bad-brood), opdat deze - net als de heel professionele zorg – ook niet meer afhankelijk zullen zijn van lokale willekeur!

Wat betekent de invoering van de Omgevingswet voor de raad?

Dit betekent nog grote onzekerheid. Prachtige plannen, idealistische omgevingsvisies, soms wat zweverig. Maar hoe borg je de rechtszekerheid voor de burgers als heel veel onderliggende beleidsnota’s en structuurvisies zomaar ineens worden opgeheven? Dankzij een professionele pilot Leergang Burgerparticipatie, ben ik gaan beseffen dat burgers bij initiatieven eigenlijk professionele ondersteuning geboden zou moeten gaan worden door de overheid. Want ook zij moeten àlle onderdelen van de leefomgeving op professionele wijze in ogenschouw nemen en kunnen anders te makkelijk het onderspit delven. Daarom moet op voorhand worden gezorgd voor een gelijkwaardig speelveld voor burgers, ondernemingen en overheid. De negatieve uitkomst van ons Rekenkameronderzoek naar Burgerparticipatie is helaas onvoldoende serieus genomen en de adviezen worden nog nauwelijks opgevolgd. Ik ben dan ook verheugd dat de Nationale Ombudsman onze gemeente meeneemt in zijn nieuwe onderzoek naar burgerinitiatieven.

Gemeenteraden reserveren minder dan 1 procent van het gemeentelijk budget voor opleiding, onderzoek (Rekenkamer, accountant) en ondersteuning (griffie) door en voor de raad. Is er door uw raad voor opleiding, onderzoek en ondersteuning voldoende gereserveerd?

Nee, helaas niet. Dit heeft rechtstreeks te maken met het feit dat in het functieprofiel voor onze griffie de volksvertegenwoordigende rol niet werd meegenomen, ondanks mijn pogingen hiertoe. Die rol is immers de belangrijkste van onze drie rollen, naast sturen en controleren. Ik zou graag veel meer overleg en bijeenkomsten georganiseerd zien van burgers met raadsleden. Ook een professionelere ondersteuning door de griffie van de raad. Evenals het vergroten van de expertise van de raadsleden.

Wat is volgens u nodig om de gemeenteraad krachtiger en relevanter te maken?

Krachtiger door meer op inhoud samen te werken, zowel lokaal als intergemeentelijk. Want vanuit synergie bereik je meer. Relevant zijn is ertoe doen, iets toevoegen, buiten kaders denken, creatief durven zijn. Dit vraagt om een cultuur van vertrouwen en respect, waarin ieder authentiek kan zijn.

Stelling: het vertegenwoordigen van ideeën en emoties van inwoners is voor raadsleden belangrijker dan inhoudelijke kennis. Wat vindt u?

Dat klinkt mooi, maar het één kan niet zonder het ander. Zonder kennis mis je argumenten. En zonder besef van wat er leeft, mis je zaken die ontbréken in -op het oog- prachtige en logische rapporten. Beide samen geven verdieping en een overall visie, brengen nuance waar nodig en helpen om betere besluiten op langere termijn te nemen. Het vergt wel ook ontwikkeling van je persoonlijk leiderschap.

Stelling: Raadsleden zijn de ambassadeurs van de lokale democratie. Wat vindt u?

Wie anders? Je staat voor lokale volksvertegenwoordiging. Ook als lid van een landelijke partij breng je de lokale situatie in beeld en maak je je daar hard voor, vanuit je persoonlijke èn partijprincipes.

Bent u tevreden over de controle en invloed van de raad op de regionale samenwerkingsverbanden van uw gemeente. Zo ja, waarom; zo nee, waarom niet?

Nog niet helemaal. De informatievoorziening is formeel gezien goed georganiseerd. De raad krijgt alle stukken via links ter beschikking. Ons regionale GR Holland Rijnland organiseert ook themacafé’s om raadsleden te informeren, betrokken te houden en input te verzamelen. Ook onze andere GR’n organiseren steeds meer interactieve bijeenkomsten. Deze alle worden echter bijzonder matig bezocht, helaas. Links sturen en interactieve bijeenkomsten blijken dus onvoldoende te werken. Wat wèl zeer verhelderend blijkt te werken, is directe, informele, lokale terugkoppeling over actuele zaken. Dit zou eigenlijk structureel bij elke gemeente moeten gebeuren, als onderdeel van de actieve informatieplicht van een college. Kennis en betrokkenheid hangen immers nauw samen met elkaar! Zelf ben ik lid van het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland: wanneer relevant koppel ik direct terug naar mijn mederaadsleden. Ook zit ik in het subregionale vooroverleg van ons cluster Duin- en Bollenstreek (één van de drie clusters van Holland Rijnland). Met succes heb ik mij ingezet voor de realisatie van subregionale nieuwsbrieven, met name voor het sociaal domein, opdat de raadsleden tijdig geïnformeerd worden over actuele zaken en zich zo meer betrokken kunnen blijven voelen! Maar onderlinge verslaglegging kun je niet structureel aan raadsleden gaan vragen. Het mag ook niet verwacht worden van raadsleden om zelf maar alle mogelijke verslagen van regionale overleggen op te gaan zoeken, dat werkt gewoon niet. Nu staat de raad daardoor nog te vaak op achterstand bij actuele regionale ontwikkelingen en krijgt dan aan het einde van een lang proces achter de schermen een raadsvoorstel voorgelegd, waarop nauwelijks nog input mogelijk blijkt te zijn. En het is zo simpel.

Gaat u bij de volgende raadsverkiezingen door als raadslid? Zo ja, wat zijn uw nieuwe doelen voor de komende periode? En zo nee, waarom stopt u?

Als directiesecretaresse was ik gewend in korte zaken veel te regelen: in de politiek is dit andersom! Ondanks dat ik er daardoor in deze eerste periode wat dubbel inzat, door de tegenstelling van een idealistische inzet naast de frustratie over de manier waarop zaken (niet) worden gerealiseerd, ging ik het ongemerkt toch steeds leuker vinden! Want je bereikt mèt elkaar toch iets goeds, klein of groot, direct of indirect. Je blijft op de hoogte van wat er allemaal speelt en je leert er zelf ook heel veel van. Èn je mag je talenten inzetten voor je eigen gemeente! Mijn inzet en idealisme zijn gelukkig gebleven. Wat ik heb geleerd, is een meer praktische insteek die je bij politiek gewoon nodig hebt. En lukt het niet op de ene manier, dan vind je wel een andere manier om je doel te bereiken. Niet je energie of tijd verspillen, maar focussen op hoofdlijnen. En niet opgeven! Mijn nieuwe doelen zijn: met elkaar een goede invulling geven aan het komende fusietraject met gemeente Noordwijkerhout, uitgaande van een 4-kernenbeleid en inhoudelijke gelijkwaardigheid. Ook mijn blijvende inzet voor het sociaal domein en de regionale en subregionale samenwerking. En een voorzetting van de prettige samenwerking binnen mijn fractie: wij kijken met elkaar uit naar de fusie en verdere samenwerking met CDA Noordwijkerhout. Tenslotte hoop ik op een doorontwikkeling in onze volksvertegenwoordigende rol en in het nog beter betrekken van onze inwoners bij alle spannende ontwikkelingen die eraan komen. Dit alles uiteraard afhankelijk van de verkiezingsuitslag eind 2018 (latere verkiezingen vanwege het fusietraject).

Wat is uw belangrijkste advies voor nieuwe raadsleden?

Werk hard, maar bewaar het evenwicht. Blijf dicht bij jezelf. Werk samen waar mogelijk. Sta open voor andere ideeën en nieuwe ontwikkelingen. Luister naar de burger: zonder in ‘cliëntelisme’ te vervallen, kun je individuele casus soms toch zien als een ‘draadje’ (zoals de Ombudsman dit doet) naar dat wat ontbreekt in lokale verordeningen dan wel in de uitvoeringspraktijk. Wat je investeert, komt altijd naar je terug, direct of indirect is, op korte of lange termijn. Zet de zorg voor de zwakkeren bovenaan. Positieve resultaten geven de energie om door te gaan, dus ken je drijfveren!!