Naam: Ralph Diederen
Raadslid in de gemeente: Beek
Raadslid sinds: 2010
Partij: CDA
Hoofdberoep: Public Affairs adviseur
Twitter: @Ralph_diederen
Mijn naam is Ralph Diederen, ik ben 27 jaar en geboren en getogen in Zuid-Limburg. In 2010 werd ik voor het eerst verkozen als raadslid, en sinds 2013 ben ik fractievoorzitter van het CDA Beek. Als raadslid houd ik me graag met alle dossiers op hoofdlijnen bezig, kansen zien en strategische verbanden leggen is waar ik sterk in ben. Dat is extra leuk om te doen in een kleine gemeente, omdat het daardoor veel makkelijker is om ook de verbinding met wat er allemaal in de samenleving gebeurd te maken.
Dat beleef ik zeker zo, voor mij betekent dat een extra verantwoordelijkheid om bij ieder voorstel de vraag te stellen of dit, alles bij elkaar opgeteld, op de lange termijn een goed besluit is voor onze inwoners. Je moet regelmatig de vraag stellen of de koers die gevaren wordt nog wel de juiste is.
De afgelopen periode heb ik, samen met mijn fractie, ons ingezet om bezuinigingen op verenigingen terug te draaien, en om verenigingen meer centraal te stellen bij bijvoorbeeld de exploitatie van sportvoorzieningen of door het makkelijker te maken om evenementen te organiseren. Daarnaast hebben wij ons hard gemaakt voor het handhaven van lage woonlasten en het tegengaan van leegstand en verloedering in onze gemeente.
Ik schat dat in ik totaal 15 uur per week aan mijn raadswerk besteed.
Wanneer je de vergoeding omrekent naar het aantal uren dat voor het raadswerk staat, dan komt er een nogal laag uurloon uit. Maar dat is in mijn ogen niet erg, de financiële vergoeding mag ook niet de motivatie zijn om raadslid te worden. Ik zie de vergoeding meer als een erkenning van het werk en de tijd die je vrij neemt van je baan om je raadswerk goed te kunnen doen.
De beste gemeenteraadsfracties bestaan vaak uit de meest verschillende personen. Er is geen blauwdruk te geven van het ideale raadslid: de een weet precies wat er in zijn/haar dorp of wijk speelt, de ander is een dossiertijger. Kritiek moet je je altijd aantrekken, maar nooit klakkeloos overnemen.
Zeker, er is een enorme verantwoordelijkheid bij de gemeenten neergelegd waarbij juist kwetsbare groepen afhankelijk zijn van een goede uitvoering van de decentralisaties. Als raadslid is dat nogal zoeken geweest de afgelopen jaren, alles is nieuw, alles is in transitie en transformatie. Dat maakt het moeilijk vergelijken. Als raadslid blijft het schipperen tussen het vaststellen van de kaders, en toch de zorgen om concrete gevallen. Het is belangrijk om de mens centraal te blijven stellen in het debat in de Raad. Als Raad hebben wij een speciale werkgroep ingesteld die deze onderwerpen op de voet volgt, in de werkgroep neemt de wethouder sociale zaken altijd deel, hij informeert iedereen proactief, dat wekt vertrouwen om samen de nieuwe taken goed uit te kunnen voeren, en tijdig te kunnen bijsturen.
De Omgevingswet brengt een grote verandering met zich mee, die ik vooral als kans zie. Het biedt je als gemeente de mogelijkheid om maatwerk te leveren, en dan gaat het niet langer alleen over het fysieke domein. Uitdagingen uit het fysieke domein kunnen gecombineerd worden met uitdagingen uit het sociaal domein, als raadslid wil ik daar op inzetten.
Aangezien wij normaliter nog budget over hebben, denk ik wel dat dit afdoende is. Vaak is voor goede ondersteuning geld niet de belangrijkste factor. Een goede griffier en ook gerichte ondersteuning is het meest belangrijk. Vaak kan een aantal sessies met een ambtenaar van de eigen gemeente veel meer ontwikkeling bieden, dan een externe cursus.
Het is erg belangrijk om je rol als gemeenteraad goed te begrijpen, en te grijpen. Je wordt niet krachtiger door op de stoel van de wethouder te gaan zitten en je met ieder detail te bemoeien. Net zo min wordt je krachtiger door iedere keer maar terug te vallen op burgerraadplegingen. Je hebt een eigen mandaat als gemeenteraad om mensen te vertegenwoordigen, en ook besluiten te nemen, en je moet niet bang te zijn om dat dan ook te doen. Door de keuzes die je maakt helder uit te dragen, en je ook verantwoordelijk te voelen voor de besluiten van de raad win je aan kracht en relevantie. Verschuil je niet achter andere raadsleden of wethouders, maar sta voor je besluit en je gemeente.
Dat verschilt per raadslid, en dat is ook goed. Vaak worden onderbuikgevoelens te makkelijk van tafel geveegd door zogenaamd rationele argumenten. Beide hebben een plek in de politiek. Politiek is inhoud en emotie. Een inhoudelijk goed besluit zonder enig draagvlak in de samenleving wordt vaak geen besluit, net zo min als een inhoudelijk slecht besluit met veel draagvlak. Raadsleden moeten juist daarover met elkaar het debat voeren in de raad.
Eens, Raadsleden als raadslid is het ook je rol om anderen te betrekken bij de lokale democratie.
Ja ik ben tevreden, maar het blijft een lastig thema. Het college doet er alles aan om de raad tijdig te informeren over de begrotingen en het beleid van de samenwerkingsverbanden, maar je kunt als raad niet op alles sturen. Ik denk dat het vooral belangrijk is om prioriteiten te stellen: in welke samenwerkingsverbanden wil ik het college een duidelijke boodschap meegeven? En bij welke kan ik volstaan met een controlerende rol? Dat dwingt je zelf ook om kritisch te kijken naar wat nu echt belangrijk is.
Ik ga komende periode door als raadslid, er liggen nog veel uitdagingen in onze gemeente als het gaat om een passend woningaanbod, betaalbare sportvoorzieningen, versterken van de lokale economie en het bieden van toekomstperspectief voor de vele verenigingen die wij hebben. Dat wil ik de komende vier jaar graag mee vormgeven.
Blijf dicht bij jezelf, als je nieuw in de politiek bent dan ben je geneigd om mee te bewegen in de manier waarop dingen nu eenmaal altijd al gebeurden. Ik zou nieuwe raadsleden juist aanmoedigen om dingen in twijfel te trekken, en een eigen koers te varen.