Raadslid sinds: maart 2014
Partij: Gemeentebelangen Pijnacker-Nootdorp (GBPN)
Hoofdberoep: Docent en onderzoeksmedewerker Staats- en bestuursrecht bij de Universiteit Leiden
Twitter: @rdvanoevelen
Binnen de gemeente ervaar ik zeker dat de gemeenteraad het hoogste politieke orgaan is. Het is immers aan de raad om voorstellen van het college van burgemeester en wethouders vast te stellen, te wijzigen of af te wijzen. Voor mij betekent dit dat je bij ieder concreet voorstel heel zorgvuldig en weloverwogen je standpunt inneemt, waarbij veel aandacht is voor de belangen en gevoelens van inwoners.
Deze raadsperiode voer ik namens mijn partij het woord op het gebied van bestuurszaken, mobiliteit, ruimtelijke ordening en jeugd en jongeren. Meer in het bijzonder heb ik mij tot nu toe ingezet voor het vergroten van burgerparticipatie. Zo heb ik namens Gemeentebelangen een raadsinitiatief ingediend en een nieuwe verordening geschreven om het voor inwoners gemakkelijker te maken een burgerinitiatief bij de gemeente in te dienen. Dit voorstel is uiteindelijk unaniem door de raad aangenomen. Daarnaast wordt op mijn initiatief een publieksvriendelijke versie van de begroting door de gemeente opgesteld en gepubliceerd. Verder heb ik mij ingezet voor betere nachtverbindingen met het openbaar vervoer door te pleiten voor een onderzoek naar de nachtmetro, die met steun van andere partijen inmiddels regionaal door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag is uitgevoerd. Tot slot heb ik namens mijn partij in Pijnacker-Nootdorp succesvol LHBT als nieuw onderwerp op de politieke agenda gezet. Zo wordt sinds 2015 jaarlijks op Coming Out Day de regenboogvlag in de gemeente gehesen, is LHBT-beleid geformuleerd en is gestart met het geven van voorlichting op scholen en andere maatschappelijke instellingen.
Het verschilt erg per week, afhankelijk ook van de raadsagenda. Gemiddeld denk ik ongeveer 15 tot 20 uur per week.
Het raadslidmaatschap doe je niet voor het geld maar vanuit je betrokkenheid en verbondenheid met de gemeente waarin je woonachtig bent. Ik denk echter dat de raadsvergoeding in veel gevallen niet meer passend is voor het raadswerk. Het takenpakket van de raad wordt, bijvoorbeeld door de decentralisaties, steeds omvangrijker en dit vraagt van het individuele raadslid steeds meer kennis en expertise. Er moet daarom steeds meer tijd worden gestoken in de werkzaamheden voor de raad. Tijd die je vervolgens niet kan besteden aan ander betaald werk. Dit terwijl de afgelopen jaren eigenlijk niets is veranderd aan de raadsvergoeding of de ondersteuning van raadsleden bij hun werk. Daarnaast is de vergoeding afhankelijk gesteld van de grootte van de gemeente, terwijl de grootte van de gemeente zeker niet de enige factor is die bepaalt hoeveel tijd het raadswerk kost.
Het is altijd belangrijk om kritiek ter harte te nemen en te kijken of dit ook op jouw raad en op jouw functioneren van toepassing is. Als raad, politieke partij en individueel raadslid moet je naar mijn idee ook altijd blijven streven naar het verbeteren van de kwaliteit. Daar waar ik de mogelijkheid zie om die kwaliteit te verbeteren, kaart ik dat aan binnen mijn partij en binnen de gemeente. Zo heb ik recent nog het voorstel gedaan om - met de gemeenteraadsverkiezingen in zicht - een cursus te organiseren voor inwoners met politieke aspiraties, maar helaas kreeg Gemeentebelangen daar niet de handen voor op elkaar. Daarom organiseren we die cursus nu zelf. Juist om de kwaliteit van de (toekomstige) raad en raadsleden uiteindelijk te kunnen verhogen.
Ik vind niet dat de rol van de raad door deze nieuwe taken is veranderd. Als raad blijf je de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol vervullen. Wat er anders aan is, is dat er steeds meer onderwerpen bij komen waar je die rol in moet vervullen. Het takenpakket van de raad wordt zo steeds groter en ingewikkelder. Dat vergt uiteindelijk meer expertise.
Het wordt steeds lastiger voor een raad om grip te houden op die samenwerkingsverbanden.
De definitieve tekst van de Omgevingswet is nog niet vast komen te staan en deze wordt naar verwachting in 2019 ingevoerd, dus het is best lastig om nu al iets te zeggen over de precieze gevolgen voor de raad. Wel zijn de doelstellingen van de wet inmiddels duidelijk. De Omgevingswet biedt meer mogelijkheden aan de raad om op lokaal niveau maatwerk te bieden en het omgevingsbeleid af te stemmen op eigen behoeften en doelstellingen. Daarnaast biedt de wet meer ruimte voor particuliere ideeën door meer algemene regels te hanteren dan te werken met gedetailleerde vergunningen. Het gemeentelijk bestuur zal niet meer aan de voorzijde de ruimtelijke ontwikkelingen sturen, maar de inwoners, ondernemers en organisaties nemen het initiatief en de gemeente reageert daarop. Hierbij verandert de houding van de gemeente bij het beoordelen van deze plannen van 'nee, tenzij' naar 'ja, mits'.
De Omgevingswet brengt dan ook een cultuuromslag teweeg en vraagt om gedragsverandering. In Pijnacker-Nootdorp hebben we hier inmiddels al enige ervaring mee. Zo is inmiddels het eerste bestemmingsplan ontwikkeld volgens de methode 'Bestemmingsplannen 2.0', waarbij voor het plangebied eerst een visieverkenning is opgesteld, met de uitnodiging voor andere eigenaren om initiatieven te ontplooien. Naar aanleiding hiervan hebben zich 25 partijen gemeld. Ik heb dan ook goede hoop dat de invoering van de Omgevingswet in onze gemeente goed kan gaan verlopen, maar het zal voor de raad en gehele gemeentelijke organisatie evengoed nog een enorme klus worden om deze cultuuromslag verder door te zetten.
Voor zover ik dat kan overzien is er in Pijnacker-Nootdorp voldoende budget gereserveerd voor de rekenkamer, accountant en griffie. Zeker in de griffie is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in verdere professionalisering, waar de gehele raad op dit moment de vruchten van plukt.
Het is goed dat er een vraagbaak en kenniscentrum is waar de raadsleden met hun vragen en opmerkingen naar toe kunnen en waar zij informatie kunnen ophalen. Verder is het natuurlijk wel zo dat de ontwikkeling van individuele raadsleden en de gemeenteraad als geheel ook vooral de verantwoordelijkheid is van de raadsleden en gemeenteraad zelf.
Nee, daar ben ik het niet mee eens. Ik zou eerder willen stellen dat beide zaken even belangrijk zijn. Als volksvertegenwoordiger heb je rekening te houden met de ideeën en emoties van inwoners bij het formuleren van je standpunt en de besluitvorming in de raad. De materie van het raadswerk wordt naar mijn idee echter steeds complexer en ingewikkelder. Voor goede besluitvorming in de raad vraagt dit dan ook inhoudelijke kennis en expertise van een raadslid. Je moet immers wel begrijpen en kunnen overzien wat er in de raad besloten wordt!
Daar ben ik het mee eens. Door raadsleden wordt de lokale democratie dagelijks in praktijk gebracht en zij hebben - net als de burgemeester, wethouders en gehele gemeentelijke organisatie - ook een belangrijke rol in het bevorderen, aanmoedigen en stimuleren van (meer) burgerparticipatie.
Nee, dat ben ik zeker niet. Gemeentelijke samenwerkingsverbanden komen steeds meer en op steeds grotere schaal voor. Het wordt steeds lastiger voor een raad om grip te houden op die samenwerkingsverbanden. Zo komt ook de democratische legitimiteit van de besluitvorming onder druk te staan. Ik ben er een sterk voorstander van dat ernaar gekeken wordt om regionale vraagstukken en problematiek op een andere manier aan te pakken.
Uiteindelijk blijft het aan de kiezer of ik daadwerkelijk door mag gaan als raadslid, maar ik stel mij graag kandidaat voor een volgende raadsperiode. Ik zou het heel leuk vinden om nog 4 jaar door te gaan en op deze manier een waardevolle bijdrage te leveren aan de toekomst en ontwikkeling van Pijnacker-Nootdorp.
Bereid je goed voor op het inhoudelijke raadswerk, blijf dicht bij jezelf bij het bedrijven van politiek en blijf vooral veel met inwoners in contact staan. Als raadslid is het belangrijk om te kunnen uitleggen waarom je bepaalde standpunten hebt ingenomen en is het belangrijk om benaderbaar te zijn voor de inwoners om in gesprek te gaan over hetgeen hen juist bezig houdt. Maak dit laatste zo laagdrempelig mogelijk. Zo gaat de fractie van Gemeentebelangen vaak bij inwoners op bezoek, zijn we aanwezig bij bijeenkomsten en houden we maandelijks een fractiespreekuur op gunstige en drukbezochte locaties zoals winkelcentra, bibliotheken of buurthuizen.