Een hogere vergoeding, en dus meer uren beschikbaar krijgen, zie ik niet als oplossing.
Ruben van de Belt, Zwolle
Ruben van de Belt
Gemeente Zwolle
Raadslid sinds: 2018, vanaf 2022 als fractievoorzitter
Partij: ChristenUnie
Hoofdberoep: Teamcoördinator bij Ministerie van Economische Zaken & Klimaat
Facebook: Ruben van de Belt
Instagram: Ruben van de Belt @ravdbelt
LinkedIn: Ruben van de Belt
1. Waarom ben je raadslid geworden?
Uiteindelijk omdat mijn politieke hart is gaan kloppen door de manier waarop Arie Slob politieke bedreef: integer, bedachtzaam, maar ook duidelijk en gedreven door idealen. De gemeenteraad van mijn eigen stad is dan een prachtige plek om me in te zetten. Om het goede te zoeken voor alle Zwollenaren.
2. De gemeenteraad is het hoogste politieke orgaan. Beleef je dat ook zo?
Over het algemeen wel. In Zwolle zijn raad en college behoorlijk aan elkaar gewaagd, en hebben we in de coalitie afgesproken daar ook de ruimte voor te willen zoeken. Die assertiviteit van de raad is overigens ook goed voor het draagvlak van het college in de bredere raad. Zo werden de afgelopen twee begrotingen unaniem aangenomen, waarbij de raad wel inhoudelijk bijgestuurd heeft. Het scheelt wel dat vijf van de zes wethouders zelf een verleden als raadslid hebben, dus weten hoe het is aan de andere kant van de tafel.
3. Wat is volgens jou nodig om de gemeenteraad krachtiger en relevanter te maken?
Allereerst het besef dat er in de gereedschapskist van het raadslid veel goede instrumenten zitten. Daar moet je zuinig op zijn, dus niet te pas en onpas inzetten, maar op het juiste moment en dan met kracht. In principe heb je dan alles wat je als raadslid nodig hebt om krachtig en relevant te zijn. Ik zie wel dat het raadswerk steeds meer vergt, zowel qua kennisniveau als qua tijd. Omdat ik het koester dat de Zwolse raad veel mensen telt die middenin de samenleving staan, is het wel nodig om te zorgen dat het voor raadsleden behapbaar blijft. Een hogere vergoeding, en dus meer uren beschikbaar krijgen, zie ik niet als oplossing. Dan wordt de raad steeds meer een plek van beroepspolitici en minder van mensen in de eerste helft van hun loopbaan. Zelf zie ik meer in het laten stijgen van het aantal raadsleden, in Zwolle bijvoorbeeld van 39 naar 47, om het werk beter te verdelen.
4. Wat voor type volksvertegenwoordiger ben jij?
Van nature ligt mijn voorkeur in rollen van kaderstelling en vertegenwoordiging. De formatieperiode, waarbij je sterk bezig bent met voortzetten en herijken van kaders, vond ik heel erg leuk, ook al was het erg intensief. Daarbij vind ik het vraagstuk hoe de gemeente(raad) samenwerkt met andere partijen en samenleving, en welke rol de overheid daarbij moet hebben, de meest interessante en relevante vragen. Uiteindelijk is het aan ons om aan te voelen wat van de gemeente verwacht wordt en wat er nodig is. Maar ook de vertegenwoordiging, en dan vooral gericht op wijkinitiatieven en vrijwilligers, vind ik mooi en belangrijk. Zij moeten zich vaak zien te redden tussen professionals van de gemeente, bedrijven en semi-overheden. Daarom hebben zij een streepje voor en probeer ik me als hun ombudsman richting het college op te stellen.
5. Stelling: ieder raadslid moet in de raads- en commissievergadering kunnen zeggen wat hij/zij wil. Ben je het daarmee (on)eens en waarom?
In de kern ‘ja’. Je zit er zonder last-of ruggenspraak. Tegelijk wordt de voorkeursdrempel zelden gehaald, en stemmen veel mensen op een partij met een bepaalde ideologie en verkiezingsprogramma. Dat vormt voor mij als raadslid het kader waarbinnen ik werk. Ook als mijn persoonlijke opvatting daarvan verschilt, en dat gebeurt zelfs een fractievoorzitter wel eens. Dan nog is dat de belofte die wij aan de kiezer hebben gedaan, en moeten zij ervan op aan kunnen dat wij in die geest handelen.
6. Hoe houd je grip (of verwacht je grip te houden) op de enorme stukken- en informatiestroom van het college?
Wij hebben de luxe dat we met zeven raadsleden en vier burgerleden in onze fractie het werk nog aardig kunnen verdelen. Als fractievoorzitter probeer ik wel zoveel mogelijk te lezen, en laat me daarbij ook leiden door m’n politieke antenne: ik scan elke donderdag door de lijst van overgedragen stukken, en beoordeel dan welke ik echt moet lezen. Bij de andere stukken ga ik er dan vanuit dat collega’s het wel melden als er iets spannends in zit.
7. Wat heeft je raad ondernomen om meer grip op regionale samenwerkingsverbanden (met bijvoorbeeld andere gemeenten) en/of verbonden partijen en maatschappelijke organisaties te krijgen? Of is verbetering noodzakelijk?
In 2018 zijn we gestart met ‘raadsrapporteurs regionale samenwerking’. Dat zijn raadsleden die namens de gehele raad een gemeenschappelijke regeling zoals de GGD, Veiligheidsregio of Omgevingsdienst, maar bijvoorbeeld ook de Regionale Energiestrategie, extra nadrukkelijk volgen. En vervolgens de hele raad, dus niet enkel de eigen fractie, informeren en proberen te betrekken. Zelf ben ik dat van 2018-2022 voor de RES West-Overijssel geweest, en zo de informatiepositie van de collega-raadsleden echt kunnen verbeteren.
8. Elke gemeente geeft op zijn eigen manier invulling aan burgerparticipatie. Kun je het beste voorbeeld uit je gemeente geven?
Op het moment dat ik dit schrijf vindt het eerste Zwolse burgerberaad plaats over de vraag ‘hoe worden we op een eerlijke wijze klimaatneutraal in 2040?’ Met de nadruk op het woord ‘eerlijk’. Dat is een enorm experiment, en hoop van harte dat dit het beste voorbeeld gaat worden!
9. Stelling: de voorzitter van de gemeenteraad is en moet de burgemeester blijven. Ben je het daarmee (on)eens en waarom?
Daar ben ik het absoluut met eens. Het dualisme tussen college en raad is een groot goed, maar er moet ook een brug tussen beide blijven bestaan.
10. Hoe ervaar je de ondersteuning door de griffie en waarom trekt jouw gemeenteraad geen extra budget uit voor een ruimere ondersteuning door de griffie?
In Zwolle hebben wij een uitstekende griffie, misschien wel de beste van heel het land! De ondersteuning is erg goed: ze adviseren zorgvuldig en weloverwogen, wijzen de weg in deo organisatie, en zijn altijd geïnteresseerd in hoe het raadsleden vergaat.
11. Wat doet jouw raad zodat vrouwen en mensen met een migratieachtergrond meer invloed op de besluitvorming krijgen?
In onze raad begonnen we deze periode met meer vrouwen dan mannen. Dat is inmiddels, door enkele wisselingen, weer iets veranderd maar nog steeds ongeveer 50/50. Het betrekken van mensen met een migratieachtergrond kan nog wel beter. In de raad hebben we daar niet een gezamenlijk aanpak voor. Wel maken wij als ChristenUnie-fractie een ronde langs geloofsgemeenschappen met veel leden met een migratieachtergrond.
12. Wat is je belangrijkste speerpunt als raadslid in de komende raadsperiode?
Ik heb twee belangrijke politieke speerpunten: armoede bestrijden en de energietransitie om een leefbare wereld doorgeven aan volgende generaties. De afgelopen tijd kwamen deze bij elkaar in de energiecrisis. Het komt er nu op aan om rust te brengen in de huishoudboekjes van Zwollenaren én te verduurzamen, onder meer door echt werk te maken van isolatie en energiebesparing.
13. Wat is de beste tip die je een raadslid zou geven?
Zoek rond elk van je portefeuilles een aantal mensen op die met je mee kunnen denken. Dat kan achterban zijn, maar ook vrijwilligers met een andere politieke achtergrond van allerhande verenigingen in je gemeente. Die kan je dan dilemma’s of vragen voorleggen die jij bij voorstellen van het college hebt. Zo wordt je goed geïnformeerd en weet je wat er leeft in je gemeente.