Maak gebruik van expertise in de samenleving.
Sander Alfen, Buren
Sander Alfen
Gemeente Buren
Naam: Sander Alfen
Raadslid sinds: 2006
Partij: Gemeentebelangen Buren
Hoofdberoep: Belastingadviseur, BABS
LinkedIn
Instagram
Twitter
Facebook
1. Waarom ben je raadslid geworden?
Ik ben gemeenteraadslid geworden omdat ik de toenmalige gemeenteraad geen afspiegeling vond van de gemeenschap. Zo vond ik bijvoorbeeld de gemiddelde leeftijd van raadsleden te hoog. Ik ben me gaan verdiepen in lokale politiek en heb gemerkt dat ik het steeds leuker en interessanter vond. Verder zag ik een grote uitdaging om de politiek begrijpelijker te maken voor inwoners en hun geluid meer te laten horen in besluitvormingsprocessen.
2. De gemeenteraad is het hoogste politieke orgaan. Beleef je dat ook zo?
Ja, over het algemeen wel. De gemeenteraad neemt uiteindelijk de belangrijke besluiten. De gemeenteraad is natuurlijk ook het orgaan dat gekozen wordt. Maar ik merk wel dat dit onder druk staat. De raadsagenda wordt voor een groot deel bepaald door de voorstellen die het college aandraagt. Daardoor ben je als gemeenteraad vooral veel aan het reageren. Daarnaast merk ik dat veel besluitvorming plaatsvindt in gemeenschappelijke regelingen en dat ook de provincie over belangrijke besluiten van de raad heen kan gaan. Hoewel de gemeenteraad in theorie het hoogste politieke orgaan is merken de inwoners dat niet altijd.
3. Wat is volgens jou nodig om de gemeenteraad krachtiger en relevanter te maken?
Raadslid zijn is hard werken. Het inlezen en voorbereiden van besluiten kost veel tijd en energie. Tijd is nu juist wat voor raadsleden het meest schaars is. De meeste raadsleden hebben een reguliere baan naast hun raadswerk. De gemeenteraad relevanter en krachtiger maken kan door volop in te zetten op inwonersparticipatie, door vooral ook zichtbaar te zijn voor inwoners door de kernen in te gaan en minder tijd op het gemeentehuis door te brengen waar je vooral niet zichtbaar bent. En door grip te houden op de raadsagenda. Geen onnodig lange debatten te voeren maar tijd vrij te maken om met de inwoners in gesprek te gaan, besluiten uit te leggen en standpunten te checken
4. Wat voor type volksvertegenwoordiger ben jij?
Ik ben een volksvertegenwoordiger die graag en veel met inwoners in gesprek gaat. Zowel op uitnodiging als door zelf op hen af te stappen. Mijn belangrijkste uitgangspunt is dat inwoners zich gehoord, gezien en erkend moeten voelen. Dat doe ik door te zijn waar de inwoners zijn. Samen met de inwoners probeer ik te bepalen wat we aan een probleem dat zij ervaren kunnen doen. Soms is dat door een vraag of een motie in een raadsvergadering, soms is het in contact brengen met de juiste medewerker al voldoende.
5. Stelling: ieder raadslid moet in de raads- en commissievergadering kunnen zeggen wat hij/zij wil. Ben je het daarmee (on)eens en waarom?
De vrijheid van meningsuiting is heel belangrijk en in principe vind ik dat vrijwel alles gezegd kan worden in een raads- en commissievergadering. Dat wil nog niet zeggen dat je dat ook moet doen. In de raadszaal moet je het debat voeren over standpunten en niet op de persoon. Ik vind wel dat een voorzitter mag ingrijpen als op de persoon wordt gespeeld en als bijvoorbeeld personen worden aangevallen die zich niet kunnen verdedigen. Ik vind ook dat je als gemeenteraad daarover het gesprek moet blijven voeren, wat vinden we dat wel kan en wat niet.
6. Hoe houd je grip (of verwacht je grip te houden) op de enorme stukken- en informatiestroom van het college?
Dat is een uitdaging. Vooral door zelf niet nog meer informatie te vragen die je eigenlijk niet nodig hebt voor het nemen van een besluit. Natuurlijk is alle informatie interessant maar niet alles is van belang voor het uitvoeren van je rol als raadslid. Je hoeft ook niet alles te lezen, verdeel stukken en informatiebijeenkomsten binnen je fractie. Zorg dat de raadsvoorstellen goed en zelfstandig leesbaar zijn en dat je alleen voor wat verdieping de bijlagen in hoeft. Maak afspraken tussen raad, college en organisatie over wat je verwacht van informatie en focus. Je kunt niet op elk onderwerp de diepte in gaan.
7. Wat heeft je raad ondernomen om meer grip op regionale samenwerkingsverbanden (met bijvoorbeeld andere gemeenten) en/of verbonden partijen en maatschappelijke organisaties te krijgen? Of is verbetering noodzakelijk?
Ik vind dat een heel ingewikkeld vraagstuk. Die grip is er in mijn beleving nog niet voldoende, was er maar een oplossing voor. Het is nodig om voldoende tijd voor de regelingen op de raadsagenda te maken. Door met andere gemeenteraden afspraken te maken over informatie vanuit gemeenschappelijke regelingen en besluitvormingsprocessen. Door ook vanuit je eigen college volop meegenomen te worden over wat er speelt in een regeling, maar dan ben je er nog niet. Verbetering is noodzakelijk al is er denk ik geen uniforme oplossing.
8. Elke gemeente geeft op zijn eigen manier invulling aan burgerparticipatie. Kun je het beste voorbeeld uit je gemeente geven?
De gemeente Buren bestaat uit 15 kleine kernen. Door te erkennen dat kernen van elkaar mogen verschillen, dat in elke kern andere zaken spelen maar ook dat er verschillende behoeftes per kern zijn, kun je ook participatie stimuleren. Inwoners vinden het vaak vooral prettig over hun eigen kern mee te praten. Als politieke partij hebben we dat gedaan door op basis van huis-aan-huis verspreide enquêtes samen met de inwoners een verkiezingsprogramma per kern op te stellen. Je ziet dat inwoners dan bijzonder gemotiveerd zijn om mee te denken. Door het kerngericht werken ook een belangrijk speerpunt van de hele gemeente te maken kun je inwonersparticipatie verder inrichten en dat gebeurt ook.
9. Stelling: de voorzitter van de gemeenteraad is en moet de burgemeester blijven. Ben je het daarmee (on)eens en waarom?
Ik ben daar een voorstander van. Een burgemeester is de stabiele, onafhankelijke factor in het gemeentelijke politieke speelveld. Bovendien is het een van de kwaliteiten waarop je een burgemeester selecteert als gemeenteraad. Als er een onderwerp wordt behandeld waarvan de burgemeester portefeuillehouder is, neemt de vice-voorzitter de hamer over.
10. Hoe ervaar je de ondersteuning door de griffie en waarom trekt jouw gemeenteraad geen extra budget uit voor een ruimere ondersteuning door de griffie?
Ik ervaar de ondersteuning vanuit de griffie als bijzonder prettig. Het is heel belangrijk als gemeenteraad een goed functionerende griffie te hebben. Dat begint bij het inwerkprogramma van de gemeenteraad aan het begin van een raadsperiode en gaat door in ondersteuning en advies bij het politieke werk. Op dit moment kan ik me geen ruimere ondersteuning door de griffie voorstellen. Maar als dat nodig is zullen we als gemeenteraad zeker bespreken of extra budget nodig is
11. Wat doet jouw raad zodat vrouwen en mensen met een migratieachtergrond meer invloed op de besluitvorming krijgen?
De gemeente organiseert cursussen voor inwoners die geïnteresseerd zijn in politiek. Die cursussen worden over het algemeen ook erg goed bezocht. Als raadsleden hebben we binnen deze cursussen ook een rol, door uit te leggen wat raadswerk allemaal inhoudt. Ik zie veel raadsleden die in het verleden deze cursus hebben gevolgd, ook binnen mijn politieke partij adviseren wij nieuwe leden om deze cursus te volgen. Hoewel deze cursus voor iedereen is merk ik dat in onze gemeenteraad vrouwen en inwoners met een migratieachtergrond ondervertegenwoordigd zijn. Ik vraag me af of daar iets aan te doen is. Het lijkt me een verantwoordelijkheid van de politieke partijen.
12. Wat is je belangrijkste speerpunt als raadslid in de komende raadsperiode?
Het kerngericht werken verder uit te rollen.
13. Wat is de beste tip die je een nieuw raadslid zou geven?
Probeer je niet direct met alles bezig te houden. Focus op een aantal onderwerpen die je echt interessant vindt. En ga op die onderwerpen de diepte in. Laat je ondersteunen door een fractie, door leden van je partij die veel van het onderwerp weten maar ook door raadsleden van andere fracties. Maak gebruik van expertise in de samenleving, van de vereniging voor raadsleden en de VNG. Neem de tijd om te leren. Durf ook fouten te maken. En graaf je vooral niet in op het gemeentehuis maar blijf naar buiten gaan. Daar gebeurt het.