De gemeenteraad staat of valt met raadsleden die stevig in hun schoenen staan en zelf keuzes durven maken. Daar ligt vooral een taak voor politieke partijen om te zorgen voor goede kandidaten en lijsten.
Sander van Waveren, Utrecht
Sander van Waveren
Gemeente Utrecht
Raadslid sinds: 2010
Partij: CDA
Hoofdberoep: Gemeentesecretaris in Laren
Twitter: sandervwaveren
Facebook: sandervanwaverenCDA
Instagram: sandervanwaveren
LinkedIn: sandervanwaveren
Waarom bent u raadslid geworden?
Ik ben ervan overtuigd dat de overheid nog een stuk beter kan functioneren. Niet alleen door de basis op orde te krijgen, maar vooral ook door beter aan te sluiten bij de samenleving – die is vaak heel anders georganiseerd dan waar overheidsbeleid van uit gaat. Overigens staan gemeenten veel dichter bij inwoners, dat maakt de lokale politiek ook zo interessant!
De gemeenteraad is het hoogste politieke orgaan. Beleeft u dat ook zo?
Jazeker. Al erger ik me nog regelmatig aan collega’s in de raad die zeggen ‘daar is geen geld voor’ of ‘dat past niet binnen het beleid’. Ik vind dat een zwaktebod als beleid en geld juist de keuzes zijn die je zelf maakt als raadslid.
Kunt u een voorbeeld geven van een succes van uw gemeenteraad waar u trots op bent?
De afgelopen jaren heb ik me vooral hard ingezet voor sportverenigingen, die in Utrecht regelmatig in de knel komen. Afgelopen jaar heb ik met een amendement de atletiekbaan in Leidsche Rijn opengehouden en eerder drie extra kunstgrasvelden voor sportclubs voor elkaar gekregen. Op dit moment zet ik me in voor een kickboxvereniging in Overvecht, die extra ruimte heeft, maar eigenlijk – net als andere vechtsportclubs – niet in de gemeentelijke plannen wordt meegenomen.
Gemeenteraden reserveren minder dan 1 procent van het gemeentelijk budget voor opleiding, onderzoek (Rekenkamer, accountant) en ondersteuning (griffie) door en voor de raad. Is er door uw raad voor opleiding, onderzoek en ondersteuning voldoende gereserveerd?
Zeker weten. Geld is niet de maatstaf voor het goed functioneren van het gemeentebestuur. Onze griffie is bijvoorbeeld veel te ruim opgezet, dat zorgt ervoor dat er een onwenselijke buffer tussen de gemeentelijke organisatie en de raad ontstaat.
Waar ziet u eventuele mogelijkheden tot verbetering van de ondersteuning van raadsleden door de griffie(r)?
Het is een verkeerde gedachte dat de raad alleen door de griffie(r) ondersteund wordt. De raad staat aan het hoofd van de gemeente, dat betekent dat de hele gemeentelijke capaciteit ook de raad en raadsleden ondersteunt. De griffie zou vooral een excellente organisator van logistieke processen moeten zijn. Helaas zie ik daar in veel gemeenten een inhoudelijke taak bijkomen die afleidt van wat er echt zou moeten gebeuren.
Wat is volgens u nodig om de gemeenteraad krachtiger en relevanter te maken?
De gemeenteraad staat of valt met raadsleden die stevig in hun schoenen staan en zelf keuzes durven maken. Daar ligt vooral een taak voor politieke partijen om te zorgen voor goede kandidaten en lijsten.
Steeds meer beslissingen vinden plaats in regionale samenwerkingsverbanden. Hoe zou u de controle en invloed van de raad op regionale samenwerkingsverbanden willen verbeteren?
In Utrecht hebben we de afspraak dat regionale besluiten binnen het gemeentelijk beleid moeten blijven en dat het college anders expliciet bij de eigen raad moet terugkomen. Ik probeer me niet teveel te laten afleiden door de stortvloed aan nietszeggend beleid die onze U16-samenwerking produceert. Door te focussen op projecten en concrete plannen wordt duidelijker wat er feitelijk in de regio gebeurt.
Overigens zijn er allerlei dingen die we regionaal, op het gebied van belastinginning en veiligheid bijvoorbeeld, veel beter kunnen doen dan individueel als gemeenten. De neiging om regionale samenwerking te problematiseren deel ik niet zo. Je moet alleen oppassen dat je niet als raad ergens ingerommeld wordt – dat vraagt weer stevig in je schoenen staan en ‘nee’ zeggen als je niet overtuigd bent.
Elke gemeente geeft op haar eigen manier invulling aan burgerparticipatie. Kunt u het beste voorbeeld uit uw gemeente geven?
Ik vind dat we succesvolle participatie hebben als het hele beleidsproces toegankelijk en navolgbaar is. Bijvoorbeeld naar de zoektocht naar een locatie voor Skaeve Huse hebben we na een eerdere mislukking de vraag ‘waar in Utrecht?‘ breed opengegooid en zijn daarna pas gaan filteren.
'De neiging om regionale samenwerking te problematiseren deel ik niet zo. Je moet alleen oppassen dat je niet als raad ergens ingerommeld wordt – dat vraagt weer stevig in je schoenen staan en ‘nee’ zeggen als je niet overtuigd bent.'
Welk kenmerk van de huidige lokale democratie vindt u belangrijker? Participatie van inwoners of representatie door vertegenwoordigers?
Uiteindelijk bereikt participatie altijd maar een klein deel van de inwoners en een specifiek deel van de belangen. De kern van lokale democratie zit dus in representatie. Als raadslid moet je altijd bewust zijn van wie niet aan tafel zitten bij besluitvorming.
De keuze voor een directe verkiezing van de burgemeester door de raad of de inwoners is een stap dichterbij gekomen. Als de burgemeester direct gekozen zou worden, wat verandert dit dan volgens u aan de verhouding tussen de raad en de burgemeester?
De burgemeester zal sowieso een meer eigenstandige positie krijgen, al heeft hij of zij dat toch al ten opzichte van de gemeenteraad. Ik maak me meer zorgen over de tweedeling in de uitvoerende macht: wat betekent het voor het college en de relatie met de wethouders?
Wat is volgens u de waarde van diversiteit en inclusiviteit voor de raad en het raadswerk?
Utrecht is een heel diverse stad. Die diversiteit kan nooit allemaal in de 45 raadsleden terugkomen, dus is het je taak als raadslid om te zorgen voor inclusief beleid, waar zoveel mogelijk inwoners zich in herkennen of zich in ieder geval over gehoord voelen.
Stelling: Agressie, intimidatie of geweld tegen één raadslid is een aanval op de gemeenteraad. Bent u het hiermee eens?
Eens. Als één raadslid daardoor het raadswerk niet goed kan uitvoeren, kan dat het orgaan als geheel beïnvloeden. Bovendien is het risico van normvervaging natuurlijk altijd een zorg. Wat bij de één begint, kan snel bij anderen terecht komen.
Digitalisering speelt een steeds groter wordende rol in de samenleving. Welke kansen biedt digitalisering volgens u voor de lokale democratie?
Digitalisering is een uitstekende aanvulling op wat er al bestond. Vooral het gemak van contacten met inwoners en achterban is echt een winstpunt. Daarbij gezegd dat ik het vooral voor het werk van individuele raadsleden of fracties een aanwinst vind. Pogingen om als raad als geheel ook digitale processen op te zetten of online te profileren, vind ik vaak wat krampachtig.
Mijn stelregel is dat alles wat in de echte wereld gebeurt ook online kan, maar dat we niet dingen moeten gaan doen omdat ze technisch mogelijk zijn. Zo had onze griffie bijvoorbeeld verzonnen dat naast elk raadslid op de website een taartdiagram kwam met hoe vaak je voor of tegen voorstellen had gestemd. Volstrekt nietszeggende statistiek, maar de data kon het produceren, dus we gooien het online was de gedachte. Geluk werd het ook snel weer weggehaald.
De spoedwet die digitale besluitvorming tijdelijk mogelijk maakt is recentelijk aangenomen. Wat zijn uw ervaringen met digitaal vergaderen en besluiten?
Het is een nuttig hulpmiddel, maar mist de dynamiek en emotie van het politieke debat. In deze uitzonderlijke tijd moeten we er mee werken, maar het liefst zo snel mogelijk weer terug naar normaal!
Wat is uw belangrijkste advies voor nieuwe raadsleden?
Niet bang zijn – als je het ergens niet mee eens bent of denkt dat je het niet kan uitleggen, houd je poot stijf. Het is aan anderen om jou te overtuigen als ze iets willen.