Tirza de Fockert
Diversiteit zorgt juist voor kwaliteit. Het zorgt voor nieuwe invalshoeken en voorkomt tunnelvisie. Als democratisch orgaan ben je dat bovendien aan je bevolking verplicht.

Tirza de Fockert, Amsterdam

Tirza de Fockert

Gemeente Amsterdam

Naam: Tirza de Fockert
Raadslid in de gemeente: Amsterdam
Raadslid sinds: 30 mei 2018
Partij: GroenLinks
Hoofdberoep: Beleidsmedewerker basisvaardigheden
Twitter: Tirza de Fockert
Instagram: Tirza de Fockert
LinkedIn: Tirza de Fockert 

Waarom bent u raadslid geworden?

Om de stille stemmen in de samenleving door te laten klinken in de gemeenteraad. Ik vind het belangrijk dat in de politieke keuzes die we maken en beslissingen die we nemen, we goed afwegen wat de effecten van die keuzes en beslissingen zijn op verschillende gemeenschappen. En dus niet op basis van wat de hardste schreeuwers eisen.

Neem het inburgeringsbeleid uit 2013, wat in de afgelopen jaren door werkelijk iedereen gekraakt is als contra-productief en fraudegevoelig. Ik werk zelf al ruim tien jaar in het veld van inburgering. Werkelijk iedereen uit het veld waarschuwde er voor invoering voor dat als je nieuwkomers bij binnenkomst een zak geld geld en deadline geeft om examens te doen, met forse sancties als je die vervolgens niet haalt, dat fraude in de hand werkt en de integratie van nieuwkomers in de samenleving tegengaat.

Dat het toch werd ingevoerd had voor mijn gevoel weinig te maken met de overtuiging dat nieuwkomers hiermee daadwerkelijk snel hun plaats zouden kunnen vinden in onze maatschappij en te veel met politieke symboliek: kijk eens hoe moeilijk we het ze maken. Toen het ene na het andere rapport verscheen waarin dat beleid gekraakt werd besloot ik niet langer vanaf de zijlijn commentaar te geven, maar zelf de politiek in te gaan.

De gemeenteraad is het hoogste politieke orgaan. Beleeft u dat ook zo?

Ja, dat gevoel heb ik wel. Uiteindelijk is het oordeel aan ons. Het wordt ons ook geregeld verteld door het college. Wat ik daarin soms wel scheef vind, is dat je als raadslid vaak een enorme informatieachterstand hebt op het college. Dat maakt het wel lastiger om die taak als hoogste politieke orgaan goed uit te voeren.

We zitten in de tweede helft van de raadsperiode. Wat zijn uw doelen om het restant van de raadsperiode tot een succes te maken?

In de eerste twee jaar heb ik veel geïnvesteerd in het leren kennen van al die verschillende gemeenschappen in de stad en het opbouwen van netwerken binnen de verschillende portefeuilles waar ik het woord over voer, zoals armoedebeleid en onderwijs. Ik heb veel gesprekken gevoerd en me verdiept in al die verschillende dossiers om er achter te komen waar de blinde vlekken zitten in ons beleid en hoe we de levens van mensen in onze stad echt kunnen verbeteren. Ik ben nu bezig dat om te zetten in een aantal concrete voorstellen. Zo ben ik bezig met een initiatiefvoorstel over democratisering van het armoedebeleid. Ook maak ik me ernstig zorgen over de groeiende kansenongelijkheid in het onderwijs, iets wat door de coronacrisis nog zichtbaarder en urgenter is geworden. Ik werk nu een aantal ideeën uit om dat tegen te kunnen gaan. Want ieder kind verdient het zich optimaal en naar eigen wens te kunnen ontwikkelen. Dat is nu helaas niet het geval.

De coronacrisis heeft nog maar eens laten zien: veel groepen missen digitale basisvaardigheden. En dat zijn heus niet alleen senioren. Digitalisering mag nooit ten koste gaan van toegankelijkheid.

Gemeenteraden reserveren minder dan 1 procent van het gemeentelijk budget voor opleiding, onderzoek (Rekenkamer, accountant) en ondersteuning (griffie) door en voor de raad. Is er door uw raad voor opleiding, onderzoek en ondersteuning voldoende gereserveerd?

In Amsterdam hebben we dat goed geregeld. Qua budget hebben we niets te klagen, we hebben een goede griffie en ook onderzoek- en advies organisaties als de Rekenkamer of de Amsterdamse Kunstraad zijn goed benaderbaar. Het ontbreekt me vooral aan tijd om alle mogelijke ondersteuningsmogelijkheden goed te kunnen benutten.

Waar ziet u eventuele mogelijkheden tot verbetering van de ondersteuning van raadsleden door de griffie(r)?

De griffie zijn een grote steun bij het verbeteren van de belangrijkste knelpunten die we nu als raadsleden ervaren, zoals de late aanlevering van stukken en bij tijd en wijle slopend lange vergaderingen.

Wat is volgens u nodig om de gemeenteraad krachtiger en relevanter te maken?

De informatieachterstand van de gemeenteraad is soms wel echt een belemmering om het raadswerk goed te doen. Als je maar twee weken voordat een belangrijk besluit moet worden genomen de stukken krijgt, kun je eigenlijk niet meer goed doen aan adequate beeldvorming en oordeelsvorming. Je ziet daardoor dat debatten vaak direct gaan over: we zijn voor of we zijn tegen. Het oordeelsvormende proces, waarin de verschillende fracties onderling argumenten uitwisselt, komt daardoor nogal eens in de knel. We zijn nu gezamenlijk met het college aan het kijken hoe de gemeenteraad eerder in het traject van besluitvorming kan worden betrokken, zodat er ook echt de ruimte wordt genomen om tot een zorgvuldige oordeelsvorming te komen.

Steeds meer beslissingen vinden plaats in regionale samenwerkingsverbanden. Hoe zou u de controle en invloed van de raad op regionale samenwerkingsverbanden willen verbeteren?

Ik denk dat het heel belangrijk is dat de raad ook in verschillende regionale samenwerkingsverbanden betrokken wordt. Dat gebeurt ook wel op verschillende portefeuilles, maar je ziet dat door de toch al zware vergaderload in onze eigen cyclus – hier misschien niet altijd de aandacht aan wordt gegeven die het verdient.

De Regionale Energiestrategie (RES) is een belangrijk en complex dossier. Hoe zorgt u ervoor dat u als raadslid bepaalt wat er nodig is in het RES-proces?

Dit is geen onderdeel van mijn portefeuille.

Elke gemeente geeft op haar eigen manier invulling aan burgerparticipatie. Kunt u het beste voorbeeld uit uw gemeente geven?

In Amsterdam zijn we heel erg aan het nadenken hoe we burgers meer kunnen betrekken bij de besluitvorming, zeker bij thema’s die hen direct raken. Zo werken we nu met buurtbudgetten: bewoners en ondernemers dienen plannen in voor de buurt, waarop iedereen in de wijk kan stemmen. Vervolgens krijgen de initiatiefnemers van het uitgekozen budget om hun plannen uit te voeren. Dat levert niet alleen meer betrokkenheid op van bewoners met hun directe omgeving, maar ook nog eens hele mooie initiatieven, die de gemeente niet per se zelf hadden bedacht.

Welk kenmerk van de huidige lokale democratie vindt u belangrijker? Participatie van inwoners of representatie door vertegenwoordigers? 

Het is allebei belangrijk. Bewoners die mee willen praten, moeten daar de mogelijkheden voor hebben. Ik vind het belangrijk dat de gemeente zich daar actief voor inspant, en zich er daarnaast actief inspant om juist ook die bewoners te bereiken die een wat hogere drempel richting de overheid ervaren. Maar bewonersparticipatie kan niet de representatie door tegenwoordigers vervangen. We zijn nog altijd een representatieve democratie, waarbij mensen eens in de vier jaar hun stem uitbrengen op een partij of een persoon om hun visie te vertegenwoordigen. Het moet elkaar aanvullen.

De keuze voor een directe verkiezing van de burgemeester door de raad of de inwoners is een stap dichterbij gekomen. Als de burgemeester direct gekozen zou worden, wat verandert dit dan volgens u aan de verhouding tussen de raad en de burgemeester? 

De burgemeester staat nu boven de partijen en is niet gebonden aan het coalitieakkoord. Op het moment dat de burgemeester direct gekozen gaat worden, op basis van een programma van beloftes en visie op de gemeente, zal dat iets doen met de dynamiek tussen de gemeenteraad, de wethouders en het college.

Wat is volgens u de waarde van diversiteit voor de raad en het raadswerk?

Hoe meer verschillende stemmen je aan tafel hebt, hoe meer verschillende invalshoeken en ervaringen meegewogen worden in een besluit. Het is zo belangrijk dat het hoogste politieke orgaan van de gemeente een representatieve afspiegeling is van de inwoners van de gemeente. De beslissingen gaan ten slotte ál die inwoners aan. Er wordt nog wel eens een karikatuur gemaakt van diversiteit, alsof dat op gespannen voet zou staan met kwaliteit. Dat is echt pertinente onzin. Diversiteit zorgt juist voor kwaliteit. Het zorgt voor nieuwe invalshoeken en voorkomt tunnelvisie. Als democratisch orgaan ben je dat bovendien aan je bevolking verplicht.

Stelling: Agressie, intimidatie of geweld tegen één raadslid is een aanval op de gemeenteraad. Bent u het hiermee eens? 

Ja. Absoluut. Agressie, intimidatie of geweld is altijd onacceptabel. Maar als je het tegen een volksvertegenwoordiger doet, dan breng je de legitimiteit van een democratisch in gevaar. Daar moeten we altijd in gezamenlijkheid tegen op staan, ongeacht politieke kleur of mening.

Digitalisering speelt een steeds groter wordende rol in de samenleving. Welke kansen biedt digitalisering volgens u voor de lokale democratie? 

Digitalisering biedt zeker kansen, je kunt bijvoorbeeld veel sneller en veel meer mensen bereiken. We moeten er wel voor waken dat we niet teveel processen alleen maar digitaal beschikbaar maken. De coronacrisis heeft nog maar eens laten zien: veel groepen missen digitale basisvaardigheden. En dat zijn heus niet alleen senioren. Digitalisering mag nooit ten koste gaan van toegankelijkheid.

De spoedwet die digitale besluitvorming tijdelijk mogelijk maakt is recentelijk aangenomen. Wat zijn uw ervaringen met digitaal vergaderen en besluiten?

In de afgelopen raadsvergadering stemden we digitaal. We hadden ruim 2,5 uur nodig voor 83 besluiten. En daar zaten her en der nog best wat stemfoutjes in – raadsleden die per ongeluk “voor” aanklikten als ze “tegen” waren en dat niet meer konden veranderen. Ook het digitaal vergaderen is wat mij betreft een belemmering voor een goed open debat. Je ziet elkaars lichaamstaal niet meer, je mist een stukje informele dynamiek in de vergadering. Ik kan niet wachten tot we weer fysiek kunnen vergaderen.

Hebt u al besloten om bij de volgende verkiezingen door te gaan als raadslid? 

Ik wil graag door voor een tweede termijn. Zo’n eerste termijn ben je toch veel tijd kwijt aan het je eigen maken van de mores, van dossiers, van politieke vaardigheden. Bovendien wordt de kloof tussen arm en rijk helaas alleen maar groter, dus is er ook in de volgende periode nog genoeg werk aan de winkel.

Kunt u een voorbeeld geven van een succes van uw gemeenteraad waar u trots op bent?

Bij de voorjaarsnota vorig jaar heb ik twee moties ingediend op het gebied van gendersensitieve besluitvorming. Onderzoek laat zien dat genderneutraal beleid – dus waarin niet gelet wordt op het specifieke effect op mannen of vrouwen – vaak negatiever uitpakt voor vrouwen. Dat hangt ook weer samen met het belang van diversiteit in het bestuur. Om een voorbeeld te geven: in Amsterdam zijn er 70 publieke toiletten voor mannen. Er zijn slechts 3 toiletten die ook voor vrouwen toegankelijk zijn. In mijn moties heb ik op twee deelportefeuilles gevraagd: doe nu eens een analyse van het beleid, en kijk daarbij wat het doet met de kansen van vrouwen. Niet alleen zijn die moties aangenomen, het is nu ook een belangrijke peiler van de Vrouwennota die de wethouder een aantal maanden later lanceerde.

Wat is uw belangrijkste advies voor nieuwe raadsleden?

Zoek een mentor. Iemand die het politieke klappen van de zweep kent en begrijpt en er zelf niet midden in zit. Iemand met wie je zo af en toe kan sparren en die je om feedback kan vragen. Je wordt vaak gelijk in het diepe gegooid, maar het is ook gewoon een vak wat je moet leren. Een mentor kan daarbij helpen.

Vorige/volgende