Wat zegt de wet over de gemeenteraad? Wat kan en mag de raad zoal? In acht kennisclips komen de belangrijkste onderwerpen aan bod die relevant zijn voor raad & raadslid. Van het omgaan met belangenverstrengeling en de plek va de raad in het Huis van Thorbecke tot de wettelijke bevoegdheid van de raad op het gebied van openbare orde.
Als raadslid staat u met één been in de raad en met één been samenleving. Het is bijna onvermijdelijk dat u een keer een raadsbesluit moeten nemen over iets waar u zelf ook belanghebbende in bent. Wat zegt de wet hierover? En wat valt aan te raden om in zulke situaties te doen?
Al raadslid komt u veel te weten over wat er in een gemeente speelt. Daar staat tegenover dat de inwoners namens wie u in de raad zit , ook het een en ander over u mogen weten. Betaalde en onbetaalde nevenfuncties moeten daarom altijd openbaar zijn.
De gemeenteraad is staatsrechtelijk gezien één orgaan. Toch is de raad geenszins één geheel. Elk raadslid is als individu onderdeel van de raad en is vrij om hier naar eigen inzicht invulling aan te geven. Hoewel de fractie of de partij vaak een leidraad biedt, heeft deze formeel gezien geen zeggenschap over het doen en laten van het individuele raadslid.
De bevoegdheden van de gemeente zijn onderverdeeld in autonome bevoegdheden en taken op basis van medebewind. Bij elke afzonderlijke taak is ook bepaald of de raad, het college van B&W of de burgemeester hier verantwoordelijk voor is.
De gemeenteraad is de wetgever binnen de gemeente. Gemeentelijke wetten zijn de laagste wetten in de hiërarchische structuur van het Nederlandse rechtssysteem. Het is voor raadsleden dus zaak om te weten wat deze hiërarchie inhoudt en wat het gevolg heirvan is op de vrijheid die raadsleden hebben ik het aannemen van wetten.
De raad stelt kaders, maar voert zelf niet uit. Het beste voorbeeld van deze rolverdeling is de openbare orde. De burgemeester mag in zijn eentje de bevoegdheden toepassen die voortkomen uit de kaders van de gemeenteraad. Waar in dit stuk komt de raad voor?
De raad heeft altijd het laatste woord over de benoeming van wethouders, maar hoe zit dat precies? Waar moet de raad rekening mee houden bij de benoeming van een wethouder en welk stappen moeten er gevolgd worden bij een eventueel ontslag?
Het zwaarste instrument dat de raad kan inzetten is het raadsonderzoek, ook wel de raadsenquête genoemd. Maar voor dit instrument ingezet wordt, zijn er heel veel meer logischere instrumenten, zoals het recht om vragen te stellen en interpellatie. Wat zijn al deze instrumenten, hoe verhouden zij zich tot elkaar en in welke situatie is wel instrument het meest geschikt?