U bent hier

Govert Geldof's begindagen als raadslid

Govert Geldof is raadslid in de gemeente Waadhoeke voor SAM Waadhoeke. Lees hier wat zijn ervaringen waren en hoe hij hiermee omging.

Hoe ben je omgegaan met alles wat er in het begin op je afkomt?

Het belangrijkste is geweest: te accepteren dat ik onwetend ben. Dan valt er een grote last van mij af. Je gaat dan automatisch naar mensen toe die er veel meer vanaf weten dan ik. Bij elk vraagstuk kun je vele meters aan dossiers verzamelen. Dat is LOGOS. In principe mag je van ambtenaren verwachten dat ze dat deel van een vraagstuk goed afhandelen. Als politici staan we aan de lat voor ETHOS en PATHOS… Deze vormen de politieke dimensie, de overtuiging waarmee we iets voor elkaar kunnen krijgen.

Wat moet je als beginnend raadslid beslist niet doen?

Alles willen lezen. Uit schuldgevoel kun je de neiging hebben alle stukken te lezen die op het raadsinformatiesysteem verschijnen. Dat vraagt enorm veel tijd. Beter is het om, bijvoorbeeld als het over verkeer gaat, jezelf af te vragen wat ikzelf belangrijk vind bij verkeer in onze gemeente, in interactie met fractiegenoten en mensen die je spreekt op straat. Dan vormt zich wat. We moeten vermijden dat we aan het iBabs-infuus hangen.

Hoe maak je keuzes over waar je op inzet?

Je hebt drie soorten vraagstukken: (1) Don Quichot-vraagstukken, waarbij je tegen molens vecht, (2) kairos-vraagstukken, waarbij zich opeens een kans voordoet om iets veranderd te krijgen en (3) klapvee-vraagstukken waarbij je eigenaarschap opeist van een positieve ontwikkeling die ook zonder jou wel was opgetreden. Ik zoek naar een balans van 50% de eerste en 50% de tweede. De derde categorie mijd ik. De meeste aandacht geef ik aan de vraagstukken waar ik ’s ochtends in bed over pieker.

Wat zijn je belangrijkste hulpbronnen om aan informatie te komen?

Ik maak strikt onderscheid naar kennis en informatie. Informatie vind je in een boek of op een harde schijf. Kennis is aanwezig bij mensen. Kennis doe je op door te luisteren naar de verhalen van mensen die je ’s avonds bellen, door afspraken maken waarbij je mensen recht in hun ogen kunt kijken en door kenniscafés te organiseren. Dan deel je kennis. Informatie is alleen LOGOS. De ETHOS en PATHOS ontstaat in dialogen met anderen.

Hoe ben je omgegaan met de combinatie werk, privé en raadslid?

Een ramp. Daar ga ik slecht mee om. Het thuisfront waardeert dat niet. Ik maak geen strikte scheiding. In mijn werk ontdek ik veel politiek, in de politiek gebruik ik inzichten uit mijn werk en thuis merk ik dat alle grote vraagstukken zich ook op microschaal afspelen. Eigenlijk vind ik dat wel goed zo. Wel ben ik streng voor mijzelf als het om integriteit gaat. Er mag op geen enkele wijze sprake zijn van belangenverstrengeling.

Hoe vertaal je de emoties van de inwoners het beste naar jouw werk in de raadszaal?

Er zijn emoties van mensen die het ‘gewoon’ uit eigenbelang niet eens zijn met wat er gebeurt en er zijn emoties omdat mensen zich betrokken voelen bij een onderwerp dat verder reikt dan alleen eigenbelang. De mensen uit die tweede groep hebben vaak een goed verhaal. Door deze verhalen mee te nemen als vlees rond de graat van onze redeneerlijn, kun je overtuigen. Mensen zijn nu eenmaal verhalenvertellers en je merkt intuïtief of een verhaal oppervlakkig is of dieper gaat, met doorvragen.

Wat is het belangrijkste dat je leert als raadslid?

Je leert dat veel mensen in mijn eigen gemeente een goed verhaal hebben. Ik heb tijdens de campagne – bij ons november 2017 – weinig folders uitgedeeld, maar per folder wel tien à twintig minuten naar mensen geluisterd. Er zit een grote spanning tussen wat mensen vertellen en de onderwerpen die we via de gemeente aangereikt krijgen. Deze spanning laadt mijn motivatie op. Je leert dan ook hoe breed ons werk is. Het ene moment heb je een dialoog over biodiversiteit, het andere moment over huishoudelijke zorg. Aan ons de eer deze werelden met elkaar verbinden.