Raad en raadsleden kunnen reageren op modernisering verlofregeling

Raad en raadsleden kunnen reageren op modernisering verlofregeling

Gemeenteraden en raadsleden kunnen reageren of een modernisering van de verlofregeling is. De gemeenteraden van Utrecht, Groningen en Breda hebben de Kamer daartoe opgeroepen. Als gevolg daarvan onderzoekt de minister of een modernisering nodig is.

Een modernisering van de verlofregeling is volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden gewenst om het raadswerk aantrekkelijk te houden. Zwangerschaps- en ziekteverlof is nu alleen mogelijk voor telkens een periode van twaalf weken. Een flexibeler invulling van deze termijnen past beter bij de huidige tijd. Over de voor- en nadelen wil de minister meer weten en die heeft daarom de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en andere organisaties, zoals VNG, Nederlands Genootschap van Burgemeesters en Wethoudersvereniging, gevraagd om wensen, voordelen en nadelen aan te geven.

Verlofvormen

De minister wil weten hoe er over verlofvormen en de verlofperiode wordt gedacht. Volgens de huidige regeling wordt er alleen verlof gegeven wanneer er sprake is van een fysieke onmogelijkheid om het raadswerk uit te voeren. Dat is in het geval van zwangerschap en in het geval van ziekte. Dat betekent dat het adoptieverlof, pleegverlof, vaderschapsverlof, uitzendingsverlof, zorgverlof, mantelverlof, studieverlof, demonstratieverlof en religieverlof niet bestaan voor gemeenteraadsleden. Als je door één van deze zaken je werk als raadslid niet meer kan uitvoeren, dan zou je of een slapend raadslid moeten worden of opstappen. De minister is geen voorstander van verruiming, o.a. omdat zij bang is dat gemeenteraadsleden zo vaak zullen komen en gaan dat er een duiventil ontstaat. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden wil van raadsleden en gemeenteraden horen wat zij vinden van de argumentatie van de minister?

Verlofperiode

Wanneer je als raadslid met verlof gaat, is dat telkens in periodes van 16 weken, met een maximum van drie keer. In praktijk betekent dat dat iemand die bijvoorbeeld na 20 weken ziek zijn weer beter is en aan de slag wil, toch 32 weken met verlof is. Voor het raadslid is dit niet optimaal, want die had dan 12 weken eerder alweer aan de slag gekund. De vervanger van het raadslid weet dan wel weer goed waar die aan toe is. De vraag is daarom of een vaste periode van 16 weken beter of dat er meer flexibiliteit nodig is?

Gekozen vervanger

Wanneer een raadslid met verlof gaat, gaat zijn zetel tijdelijk naar de volgende op de lijst. Maar in een tijd waar veel partijen al problemen hebben met voldoende raadsleden vinden, is er niet altijd iemand op de lijst te vinden die de raadszetel wil overnemen. Als het raadslid dan toch met verlof wil, gaat zijn zetel naar iemand van een andere partij. Dit kan ervoor zorgen dat raadsleden die eigenlijk met verlof horen te gaan, dat simpelweg niet doen. Bovendien kan dit veel frictie in de partij opleveren. Dit probleem zou opgelost kunnen worden door de verlofvrager een tijdelijke vervanger aan te laten wijzen. In de huidige regels is dit niet mogelijk, daarom vindt de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden het belangrijk te horen of dit toch wenselijk zou zijn?

Reactie

De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden vraagt raadsleden en gemeenteraden hun reacties voor 15 november 2021 te sturen aan mailadres: info@raadsleden.nl onder vermelding van verlofregeling.

Meer informatie

Minister tegen versoepeling van rigide verlofregeling 

Moderniseer de verlofregeling voor raadsleden 

Terugkeergarantie naar oude baan voor ieder raadslid 

Ruim driekwart raadsleden onbekend met verlofregeling