102 Rekenkameronderzoeken tonen worsteling gemeenten met participatie   

102 Rekenkameronderzoeken tonen worsteling gemeenten met participatie  

 

De Vereniging van Rekenkamers analyseerde 102 rekenkamerrapporten over participatie. "Er is veel gedaan, maar nog genoeg te doen," concluderen onderzoekers Vincent van Stipdonk en Marije van den Berg. "We zien dat al 15 jaar rekenkamers los van elkaar eenzelfde boodschap afgeven die nog niet doorwerkt in gemeenten. We weten inmiddels wel wat er moet gebeuren. Het is nu tijd om het te gaan doen." In een webinar op 24 juni geven de onderzoekers daarvoor praktische tips voor raadsleden.

Herhaling van zetten

Rekenkamers signaleren steeds weer dezelfde succesfactoren voor participatie: tijdige betrokkenheid van inwoners, transparantie over kaders en verwachtingen, inclusieve en toegankelijke participatie, zorgvuldige terugkoppeling wat er met inbreng is gedaan en voldoende middelen. Dat deze aanbevelingen steeds weer terugkomen in nieuwe onderzoeken, laat zien dat gemeenten die basisprincipes nog niet in de praktijk weten te brengen. "Onze meta-analyse suggereert dat ook gemeenten kampen met beperkt 'doenvermogen' als het gaat om hun eigen participatie-ambities.”

Klassieke onderzoeksaanpak

Verder valt op dat vrijwel alle rekenkamers dezelfde klassieke onderzoeksaanpak hanteren, startend vanuit het beleid en niet vanuit de praktijk. “Door vooral te kijken of de gemeente doet wat ze zelf op papier heeft gezet, blijven praktische uitvoeringsaspecten van participatie buiten beeld. Zaken als de sfeer van bijeenkomsten, de locatiekeuze, de kwaliteit van gespreksleiding komen nauwelijks aan bod, terwijl deze cruciaal zijn voor het slagen van participatie.” Het rapport pleit voor nieuwe onderzoeken die starten vanuit de gemeenschap. "Pas als rekenkamers anders gaan kijken, kunnen ze de mechanismen blootleggen die maken dat participatie in de praktijk vaak anders uitpakt dan op papier is bedacht," aldus de onderzoekers.

Rol van de raad

De meta-analyse legt een belangrijke spanning bloot rond de rol van gemeenteraadsleden bij participatie. Uit de rekenkamerrapporten blijkt dat veel raadsleden worstelen met hun positie in het samenspel tussen representatieve en participatieve democratie. "Raadsleden worden geacht kaders te stellen vooraf en te controleren achteraf, maar niet betrokken te zijn bij de uitvoering," lichten de onderzoekers toe. "De paradox is dan dat ze moeten controleren of participatie goed verloopt, maar te ver af staan van de uitvoeringspraktijk om dit effectief te kunnen doen.”

Rekenkamers bevelen vaak aan dat de raad duidelijker positie kiest, maar bieden daarbij zelden concrete handvatten. "Sommige rapporten pleiten voor een actievere rol van raadsleden in het gehele democratische proces, maar de meesten houden vast aan het idee dat de raad vooral op afstand moet blijven," aldus de onderzoekers. "De fundamentele vraag hoe volksvertegenwoordigers zich verhouden tot directe inwonerbetrokkenheid blijft daardoor vaak onbeantwoord.” Daarom maakte de onderzoekers ook een draaiboek waarmee rekenkamers hierover een gesprek met raadsleden kunnen organiseren.

Voor gemeenteraden, rekenkamers en Rijk

Het rapport bevat naast de analyse ook aanbevelingen voor raden, rekenkamers en het Rijk. Rapport en ondersteunende hulpmiddelen zijn beschikbaar via: https://www.rekenkamers.nl/metadossier-en-meta-analyse-participatie/

 
Meer informatie 

Inschrijven voor het webinar kan hier