
Sterke Raad – Henk Bouwmans & Jori Veenman: De raad aan zet bij collegevorming
Na de gemeenteraadsverkiezingen verschuift de aandacht naar de vorming van een nieuw college. In veel gemeenten ligt dit proces voornamelijk bij de grootste partij en enkele fractieleiders, terwijl de rest van de raad een marginale rol speelt. Dat is opvallend, want de gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan. Collegevorming is geen achter-de-schermen proces, maar een cruciaal moment waarop het politieke kompas voor vier jaar wordt bepaald.
Dat schrijven Henk Bouwmans, oud-directeur van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en Jori Veenman, projectmedewerker bij de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden in hun bijdrage aan het boek ‘Sterke Raad’. Eerder dit jaar publiceerden zij een handreiking ‘De raad aan zet: het formatieproces’.
Collegevorming als ondoorzichtige praktijk
De Gemeentewet biedt weinig richting voor de collegevorming. Behalve de benoeming van wethouders zijn er nauwelijks formele regels. Dit kan lokaal goed werken, maar leidt vaak tot ondoorzichtige processen waarin politieke insiders domineren. Inwoners blijven buiten beeld en nieuwe raadsleden worden vaak geconfronteerd met besluiten waar zij nauwelijks bij betrokken zijn. Soms zijn de lijnen al vóór de verkiezingen uitgezet, met overleg achter de schermen en voorbereide coalities. Als de uitslag ‘meewerkt’, is het pad naar een nieuw college vaak al grotendeels vastgelegd voordat de raad is geïnstalleerd. Dit staat haaks op een democratisch en transparant formatieproces.
Een gemiste kans voor legitimatie
In een tijd van dalend vertrouwen in de politiek en lage opkomst bij raadsverkiezingen (in 2022 onder de 40 procent in grote steden), is zichtbare democratische legitimatie essentieel. Collegevorming is het moment waarop de raad zich als representatief orgaan kan tonen. Door actief betrokken te zijn, vervult de raad zijn rol als vertegenwoordiger van alle inwoners, ook degenen die niet hebben gestemd. Een raad die enkel een gesloten coalitieakkoord bekrachtigt, verliest invloed, terwijl een raad die meepraat, kiest en controleert, zijn positie en het gezag van het college versterkt.
Van zijlijn naar regie
Er zijn al gemeenten die experimenteren met open, raadsgerichte collegevorming, zoals duidingsdebatten, schriftelijke adviezen van fracties, het aanstellen van een verkenner namens de raad en openbare hoorzittingen met kandidaat-wethouders. Deze maatregelen vergroten transparantie en maken het proces inclusiever en inhoudelijker. De raad hoeft geen formatietafel te worden, maar kan wel de kaders bepalen: wie het voortouw neemt, hoe een akkoord tot stand komt, en wie verantwoordelijk is voor de wethouderselectie. Dit vereist een andere voorbereiding, liefst maanden voor de verkiezingen, en duidelijke afspraken, bijvoorbeeld in het reglement van orde.
Vijf aanbevelingen voor een sterkere rol
Bouwmans en Veenman doen een aantal aanbevelingen om collegevorming echt een zaak van de hele raad te maken:
- De oude raad stelt een overdrachtsdocument op met ervaringen en lessen voor de nieuwe raad, zodat deze beter kan worden betrokken bij de collegevorming.
- Twaalf tot negen maanden voor de verkiezingen voert de oude raad een gesprek, onder leiding van de raadsvoorzitter en de griffier, over hoe het collegevormingsproces meer een raadsproces kan worden, met eventuele vastlegging in het reglement van orde.
- Na de verkiezingen brengen alle nieuwe fracties schriftelijk advies uit over de gewenste vorm van het akkoord en de politieke samenstelling van het college naar aanleiding van de verkiezingsuitslag.
- De nieuwe raad stelt een verkenner aan die op basis van fractieadviezen een voorstel doet voor de verdere collegevorming.
- De nieuwe raad bepaalt hoe het selectieproces van wethouders wordt uitgevoerd.
Meer informatie
Bestel het boek ‘Sterke Raad’ hier.
Aan alle 30 hoofdstukken zal op onze website aandacht worden besteed. Kijk voor eerder verschenen artikelen hier.
Voor de handreiking ‘De raad aan zet: Het formatieproces’, klik hier.