
Maak persoonlijke connecties met zo veel mogelijk raads- en commissieleden. Dat kan de start zijn van een voorstel dat de stad weer een stukje beter maakt.
Jorrit Treffers, Delft
Jorrit Treffers
Gemeente Delft
Raadslid sinds: 2022
Partij: Volt
Hoofdberoep: Student Management in the Built Environment
Waarom ben je raadslid geworden?
Toen ik lid werd van Volt, vlak voor de Tweede Kamer-verkiezingen in 2020, was dat vooral om de partij te helpen groeien. Het inspireerde mij enorm, omdat ik zag dat de grote problemen van nu en van de toekomst niet werden opgelost en omdat ik zag dat Volt niet bang was om structurele veranderingen voor te dragen. Toen de vacature openstond om mee te doen aan de gemeenteraadsverkiezingen, was ik meteen enthousiast. Wat mij motiveerde om mij op te geven, en nog steeds motiveert om me nu als fractievoorzitter 100 procent te geven, is dat we zo direct impact hebben op mensen hun leven. De politiek is er om mensen te helpen en ik vind het, ook als een vergadering wel héél lang duurt, toch altijd weer een eer om daaraan te mogen bijdragen.
De gemeenteraad is het hoogste politieke orgaan. Beleef je dat ook zo?
In Delft vind ik dat de gemeenteraad over het algemeen veel te zeggen heeft. Ik ben er trots op dat we als raad niet alles laten gebeuren en dat we echt durven bij te sturen wanneer dit nodig is. Daarnaast werken partijen in Delft veel samen, niet alleen binnen de oppositie of de coalitie. Ik denk dat dat de raad sterker maakt. Uiteindelijk zijn alle vertegenwoordigers, coalitie en oppositie, een vertegenwoordiging van mensen in de stad. We mogen niet tevreden zijn als maar 50 procent van de bewoners in de stad tevreden is met de gemeenteraad.
Ik kan me soms wel frustreren wanneer dit ineens niet zo lijkt te gaan. Het mag niet zo zijn dat “dat wil de wethouder” een inhoudelijk argument wordt. Dat is het namelijk niet. Zodra ik tegen de grenzen aanloop van bijvoorbeeld het coalitieakkoord, kan ik mij enorm storen wanneer een politieke afspraak een reden wordt om beleid niet -in mijn ogen- beter te maken. Wellicht is dat dan, ook in Delft, het lot van een oppositiepartij.
Een andere situatie waar ik mij, zeker in de eerste jaren van mijn raadlidmaatschap, aan heb geërgerd is dat het, zeker in grote ruimtelijke ontwikkelingen, altijd te vroeg óf te laat was om als raad je sturing te geven. Dat ondermijnt de daadkracht van de raad. Gelukkig hebben we nu een overzichtelijke digitale lange termijn agenda waarin je de processen beter in de gaten kan houden. Ook denk ik dat we daar als nieuwe fractie gewoon nog in moesten leren.
Wat is volgens jou nodig om de gemeenteraad krachtiger en relevanter te maken?
Ik denk dat, met afstand, het belangrijkste is dat bewoners van Delft weer gaan voelen dat we er voor hen zijn. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen was de opkomst in Delft 51,6 procent van de stemgerechtigden. Dat is echt ondermaats en daar moeten we iets aan doen. Die verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenteraad, maar ook bij het college en de burgemeester. Het vertrouwen is misschien nog het meest afhankelijk van hoe wij als politiek omgaan met mensen in de stad. Dat moeten we dus meewegen in onze dagelijkse keuzes.
Wat voor type volksvertegenwoordiger ben jij?
Ik hoop dat ik mezelf vooral mag omschrijven als een verbinder. Ik doe mijn best om bij moties en voorstellen altijd te zoeken naar een zo groot mogelijke meerderheid, want een breed gedragen voorstel is uiteindelijk beter voor de stad. In principe probeer ik altijd alle partijen te betrekken bij grote voorstellen.
Toch doe ik wel mijn best om ook mijn eigen mening te laten horen en vind het belangrijk om daarbij ook emotie te laten zien. Emotie in de politiek is niet iets horen en meteen schreeuwen dat je het daar niet mee eens is. Emotie gebruiken in de politiek is voor mij een voorstel doorgronden en daarna niet alleen uiten waarom dat praktisch haalbaar is of niet, maar ook of het ‘goed’ is en wat je daarbij voelt. Ik vind het niet ‘goed’ om vooral dure woningen te bouwen, ook al maakt dat een project wel heel haalbaar.
Stelling: ieder raadslid moet in de raads- en commissievergadering kunnen zeggen wat hij/zij wil. Ben je het daarmee (on)eens en waarom?
Uiteraard ben ik het hier mee eens. Het wordt wel gevaarlijk wanneer alles wat gezegd wordt ook even zwaar wordt gewogen. Mijn persoonlijke overtuiging is dat je je stad meer schade dan plezier doet als je feiten verdraait, mensen ophitst of hun woede aanpraat, maar tegelijkertijd is het je taak om emoties, en dus ook boosheid, op te halen in de stad. Het is dus ook de taak van de rest van de commissie- of raadsleden om een standpunt in te nemen en de discussie aan te gaan: kloppen de feiten, is het nuttig om dit te verwoorden zoals je dat doet? Gelukkig zijn we daar in Delft goed in en is de sfeer in de raad goed.
Hoe houd je grip (of verwacht je grip te houden) op de enorme stukken- en
informatiestroom van het college?
Je moet als raadslid heel veel lezen. Zeker in een kleine fractie is het belangrijk dat je ook nog tijd overhoudt om naast al dat lezen ook daadwerkelijk wat te betekenen. Voor mij geld dat ik alle stukken binnen mijn commissies in ieder geval vluchtig doorlees. De onderwerpen waarop ik een inbreng heb, lees ik goed door en onderwerpen waarop ik een
motie of amendement wil indienen probeer ik me ook helemaal eigen te maken door verder onderzoek te doen. Daarnaast worden alle stukken binnen onze fractie door twee mensen gelezen, zodat we in ieder geval geen belangrijke dingen missen.
Wat heeft je raad ondernomen om meer grip op regionale samenwerkingsverbanden
(met bijvoorbeeld andere gemeenten) en/of verbonden partijen en maatschappelijke
organisaties te krijgen? Of is verbetering noodzakelijk?
Gemeenschappelijke regelingen zijn het afgelopen jaar een groot thema in de raad geweest. Ik ben wel trots op de samenwerking met andere gemeenteraden binnen de MRDH (metropoolregio Rotterdam Den Haag). Al voor de nieuwe regels voor gemeenschappelijke regelingen was deze al met een adviescommissie ingericht waarin de vertegenwoordiging zit uit 21 gemeenteraden. Als afvaardiging vanuit de Delftse gemeenteraad hebben we vanuit Volt, met mandaat van de raad, kunnen oproepen om meer in te zetten op brede welvaart in plaats van enkel op economische groei, samenwerking op Europa en om beter te kiezen hoe we ons als economische samenwerkingsregio willen onderscheiden. Dat is een voorbeeld van hoe we al wel de koers kunnen wijzigen, maar dat is wel een proces van de lange adem en gaat vaak langzamer dan bij de gemeente.
Elke gemeente geeft op zijn eigen manier invulling aan burgerparticipatie. Kun je het beste voorbeeld uit je gemeente geven?
We hebben in Delft in het licht van de warmtetransitie een heel gaaf participatietraject gedaan in de Multatullibuurt. Daar is, in samenwerking met heel veel bewoners een buurtpaspoort opgesteld met daarin keuzes over hoe de buurt de komende jaren gaat veranderen tot een duurzame buurt. Het project laat zien hoeveel kansen en expertise
bewoners kunnen bieden. Ze zijn immers de experts over hun eigen omgeving. Helaas gaan er in Delft ook dingen fout, maar dit is zeker een voorbeeld dat de moeite waard is om te bekijken!
Stelling: de voorzitter van de gemeenteraad is en moet de burgemeester blijven. Ben je het daarmee (on)eens en waarom?
Ik denk dat het voor een voorzitter belangrijk is om onpartijdig te zijn en een goede sfeer neer te zetten in de raadszaal. Ik denk dat dat eigenschappen zijn die voor een burgemeester ook buiten de raadszaal heel belangrijk zijn en ik kan me daarom voorstellen dat de keuze in praktische zin snel gemaakt is. Daarnaast is het goed dat de burgemeester ook namens de raad kan spreken, en niet alleen het hoofd van het college is. In Delft zijn we er wel precies in wanneer de burgemeester het voorzitterschap afgeeft, om iets vanuit haar portefeuille te zeggen. Ik denk dat dat goed is om te doen.
Hoe ervaar je de ondersteuning door de griffie en waarom trekt jouw gemeenteraad geen extra budget uit voor een ruimere ondersteuning door de griffie?
Ik ben ontzettend tevreden met de ondersteuning vanuit de Delftse griffie. Ze staan dicht bij de raad en zijn altijd bereid te helpen, en zelfs om mee te denken. Dat kan ik enorm waarderen. Ik heb geen signalen dat de griffie bij ons meer budget nodig heeft. Mocht dat wel zo zijn, dan sta ik daar wel voor open, want uiteindelijk is de kwaliteit van je
raadsbeslissingen van groot belang voor de uitvoering in de stad.
Wat doet jouw raad zodat vrouwen en mensen met een migratieachtergrond meer
invloed op de besluitvorming krijgen?
Als raad organiseren wij de cursus Ja, ik wil! waarbij inwoners van Delft de kans krijgen om alvast meer te weten te komen over het raadswerk. Ik denk dat het belangrijk is om zoiets aan te bieden, zodat ook mensen die niet direct ‘usual suspects’ zijn wel de kans te geven om te zien: “Wacht eens even, dit kan ik ook wel”. Er ligt natuurlijk vooral een verantwoordelijkheid bij partijen. Als Volt kiezen we ervoor om op al onze lijsten even veel mannen als vrouwen te zetten, en we hebben het geloof dat een meer diverse fractie een betere fractie is. Tegelijk merken ook wij dat dat soms wel een uitdaging is. Het is belangrijk om je te blijven inzetten, want uiteindelijk wordt besluitvorming beter van meerdere diverse fracties uit verschillende milleu's.
Wat is je belangrijkste speerpunt als raadslid in de komende raadsperiode?
Tot de verkiezingen blijf ik me inzetten voor het maken van sociale keuzes, zowel in de openbare ruimte als in het sociaal domein en wonen. Daarnaast zie ik het als een belangrijk persoonlijk doel om me in te zetten voor een hoger opkomstpercentage aankomende gemeenteraadsverkiezingen.
Wat is de beste tip die je een raadslid zou geven?
Maak persoonlijke connecties met zo veel mogelijk raads- en commissieleden. Het is mogelijk om met bijna iedereen gezamenlijke waarden en doelen te vinden, en dat kan de start zijn van een voorstel dat de stad weer een stukje beter maakt.