On Tour-sessies stimuleren tot opstellen Agressieprotocol
De gespreksbijeenkomsten met raadsleden en collegeleden in het kader van de zogeheten On Tour-reeks van het Ondersteuningsteam Netwerk Weerbaar Bestuur heeft in een dertigtal gemeenten geleid tot het plan om een agresssieprotocol op te stellen.
Dit blijkt uit een onderzoek naar de beschikbaarheid van agressieprotocollen in gemeenten. Dit onderzoek is uitgevoerd door Luuk van Bree in het kader van een onderzoeksopdracht van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. In het onderzoek zijn de griffiers van alle gemeenten benaderd met de vraag of zij beschikken over een agressieprotocol. Aan het onderzoek is medewerking verleend door 164 gemeenten.
Agressieprotocol
De aanwezigheid van een agressieprotocol binnen een gemeente is geen vanzelfsprekendheid, zo blijkt uit het onderzoek. In een derde deel van de gemeente is er een adequaat agressieprotocol: 58 van de 164 gemeenten in het onderzoek beschikken over een agressieprotocol. In een agressieprotocol wordt omschreven hoe om te gaan met agressie en intimidatie (grensoverschrijdend gedrag) door inwoners jegens politieke ambtsdragers (burgemeester, raadsleden en wethouders) als ook hoe om te gaan en te reageren op agressie en intimidatie tussen raadsleden en collegeleden onderling. Een dertigtal gemeenten wil zo’n agressieprotocol opstellen. De aanleiding daarvoor is de bijeenkomst die gehouden is over agressie en intimidatie met de vraag waar dient de grens te worden getrokken, in het kader van de On Tourseriebijeenkomsten van het Ondersteuningsteam Netwerk Weerbaar Bestuur.
Gedragscode of integriteitsprotocol
De overige gemeenten hebben geen agressieprotocol of hebben slechts een gedragscode of integriteitsprotocol. In een gedragscode of integriteitsprotocol wordt wel vastgesteld dat raadsleden zich ‘fatsoenlijk en respectvol’ moeten gedragen, maar daarbij wordt geen specifieke melding gemaakt over de omgang met agressie of intimidatie.
Doel agressieprotocol
In een agressieprotocol is er sprake van een duidelijk doel: duidelijk maken dat geweld tegen politieke ambtsdragers niet wordt geaccepteerd; het voorkomen van geweld door preventieve maatregelen, een overzicht van de te nemen maatregelen bij agressie en intimidatie en in het geval van geweld hoe de ondersteuning wordt geleverd en de mogelijkheid om schade te verhalen. Een goed voorbeeld van het omschrijven van het doel is het protocol van Zaanstad.
Zeven punten voor Agressieprotocol
Voor het opstellen van een agressieprotocol is het belangrijk dat aan een zevental uitgangspunten wordt voldaan:
- Het protocol bevat de normen en uitgangspunten over het hoe en waarom van het agressieprotocol (goed voorbeeld is het protocol van Deventer). Het gaat dan om uitgangspunten als: wij steunen elkaar en bewaken met elkaar de normen en wij registreren alle incidenten van agressie en geweld;
- Het protocol geeft een definitie van wat agressie is (goed voorbeeld is het protocol van Almere)
- Het protocol geeft een overzicht van preventieve maatregelen. De gemeente Amsterdam doet dit bijvoorbeeld door het nemen van “organisatorische maatregelen” en het faciliteren van “dialoog en training”.
- Het protocol geeft aan hoe de melding van agressief gedrag kan worden gedaan. Uit het onderzoek is gebleken dat dit verschilt per gemeente. Feitelijk gaat het om een beschrijving en/of stappenplan voor melding van agressief gedrag. Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen een interne melding en een eventuele aangifte.
- Het protocol geeft aan welke maatregelen na een incident genomen kunnen worden (het protocol van Hoorn beschrijft doet dat als volgt: “Na een incident met agressie of geweld kunnen verschillende maatregelen worden getroffen:
-
- Op basis van een risicoanalyse van de situatie kunnen aanvullende maatregelen worden getroffen;
- Een gesprek met de dader;
- Een waarschuwingsbrief met de aankondiging van mogelijk zwaardere maatregelen;
- Pandverbod;
- Aangifte;
- Gebiedsverbod (bevoegdheid burgemeester);
- Contactverbod (bevoegdheid Officier van Justitie);
- Bewaken en beveiligen;
- Verhalen van materiële en/of immateriële schade op de dader(s). Het is ook van belang als raad als bestuursorgaan om stelling te nemen tegen agressie/intimidatie van individuele raadsleden.”
- Het protocol beschrijft hoe de communicatie na de melding is. Een beschrijving van hoe, en door wie, er gecommuniceerd wordt bij melding van grensoverschrijdend gedrag. Gemeenten hebben hier vaak eigen procedures voor, meestal is daarin een belangrijke rol weggelegd voor de burgemeester.
- Het protocol beschrijft de nazorg voor slachtoffers. In het protocol van Duiven is dat als volgt beschreven: “Nazorg is belangrijk, de politieke ambtsdragers - en indien nodig ook de directe familieleden en collega’s - kunnen ervan uitgaan dat ze ondersteund worden tijdens en na het incident van agressie en geweld. De burgemeester of gemeentesecretaris vangt de wethouder op, de burgemeester of griffier de raadsleden. De burgemeester en griffier respectievelijk de gemeentesecretaris organiseren de benodigde hulp. Zij kunnen altijd deskundigen om hulp vragen. Voor eventuele psychosociale nazorg kunnen raads- en collegeleden en fractieassistenten contact opnemen met het Instituut voor Psychotrauma (IVP), tijdens kantooruren te bereiken onder nummer 020 - 840 76 20 en buiten deze tijden onder alarmnummer 088 - 33 05 112. Ondersteuning via het IVP kan vaak (deels) worden vergoed door de eigen zorgverzekeraar. Niet-vergoede kosten komen voor rekening van een voorziening die ten behoeve van dit protocol wordt ingesteld door de gemeente Duiven.”
Meer informatie
Voor meer informatie over het onderzoek naar agressieprotocollen in gemeenten, zoals dat is uitgevoerd door Luuk van Bree namens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, kunt u vragen stellen door een mail aan: info@raadsleden.nl
Klik hier voor meer informatie over het ondersteuningsteam en de bijeenkomsten voor raadsleden en collegeleden hoe om te gaan met agressie en intimidatie.
Voor informatie over het Netwerk Weerbaar Bestuur klik hier.