
Wet openbaarheid van bestuur 'geitenpaadje' om aan documenten te komen
Gemeenteraadsleden gebruiken de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) soms als 'geitenpaadje' om aan informatie te komen. Dat zeggen de schrijvers van een onderzoek naar de uitvoering van de Wob. De Gemeentewet verplicht colleges en besturen immers al om volksvertegenwoordigers te voorzien van inlichtingen die zij voor de uitoefening van hun raadswerk nodig hebben.
Enige beperking hierop is dat een bestuurder aangeeft dat verstrekking ‘in strijd met het openbaar belang’ is. Met een beroep op die bepaling kan een dagelijks bestuur(der) er dan voor kiezen vragen te beantwoorden zonder de achterliggende documenten te verstrekken. En dán wordt door raadsleden soms de Wob in stelling gebracht. Een wonderlijke maar verklaarbare bevinding, aldus de rapportschrijvers.
Uitzoekwerk voor college
De Wob heeft namelijk betrekking op informatie in documenten en geeft volksvertegenwoordigers zo een concreet handvat om alsnog de beschikking te krijgen over verlangde stukken. Bovendien kan bij een Wob-verzoek volstaan worden met een verzoek gericht op álle informatie (neergelegd in documenten) rondom een bepaald thema of onderwerp. Het uitzoekwerk is dan voor rekening van het dagelijks bestuur. Dat bespaart volksvertegenwoordigers het formuleren van kritische vragen én voorkomt dat genoegen genomen moet worden met een politiek gekleurd of politiek correct antwoord.
Meer aandacht
Aan het onderzoek werkten 93 rekenkamers en -commissies mee, waaronder 83 gemeentelijke. Opdrachtgever was de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissie (NVRR). Het rapport verscheen aan de vooravond van de inwerkingtreding van de Wet Open Overheidsinformatie (Woo). Dit is de opvolger van de Wob, die op 1 mei 2022 in werking treedt. Volgens de opstellers zouden gemeenteraden meer aandacht moeten hebben voor open informatie. De nieuwe wet stelt onder meer actieve openbaarmaking van bepaalde overheidsinformatie verplicht.
Democratisch beginsel
“Openbaarheid is een belangrijk uitgangspunt van onze democratie; het is een belangrijke taak van de volksvertegenwoordiging om te controleren of daarvan voldoende sprake is en daarvoor de nodige kaders te stellen”, aldus de onderzoekers. Hun rapport geeft een beeld van de manier waarop verzoeken om openbaarheid worden behandeld, over doorlooptijden en de mate waarin informatie compleet is.
Belang weinig ingezien
Het belang van informatieverstrekking wordt in het lokale bestuur nog niet sterk ingezien. Colleges voorzien gemeenteraden mondjesmaat van informatie over de toepassing van de huidige Wob en meestal alleen op verzoek. Op hun beurt controleren die de uitvoering van de Wob niet of nauwelijks, terwijl dit wel hun taak is.
Burgers en belangengroepen
Lang waren het vooral journalisten die een beroep deden op de Wob. Maar in deze eeuw maken steeds vaker georganiseerde belangengroepen en individuele burgers er gebruik van. De meeste Wob-verzoeken bij decentrale overheden worden door individuele burgers ingediend (65 procent). Journalisten maken 9 procent van de verzoekers uit.
Vaakst fysiek domein
Verreweg de meeste verzoeken gaan over het openbaar maken van documenten die volgens verzoekers bij het college of het dagelijks bestuur berusten (89 procent). Gemiddeld gaat het in 58 procent van de verzoeken om onderwerpen die behoren tot het fysieke domein.
Voorbereidingen
Uit het onderzoek blijkt dat gemeenten druk zijn met het treffen van voorbereidingen op de komst van de Wet open overheid per 1 mei 2022. Hun informatiehuishouding hebben ze niet altijd op orde. Daar moet veel aandacht naar uitgaan, aldus de rapportschrijvers.
Meer informatie
Het rapport is opgesteld door adviesbureau ProFacto in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers.