
Raadslid kan geen woordvoerder zijn namens bezwaarmakers
Een gemeenteraadslid mag en kan geen woordvoerder zijn, bijvoorbeeld in een hoorzitting, voor een vereniging of groep inwoners in een zaak tegen de gemeente. Dat valt af te leiden uit een recente uitspraak van de Raad van State in een kwestie in de gemeente Waalwijk uit 2019.
De zaak betrof een boete die vanuit de gemeente was opgelegd aan de Sportvereniging Capelle. In de bezwaarschriftenprocedure trad een raadslid op als woordvoerder van de Sportvereniging Capelle. Volgens de bezwaarschriftencommissie was dat in strijd met artikel 15, eerste lid van de Gemeentewet. Dit artikel bepaalt dat een raadslid niet als advocaat of adviseur of als gemachtigde in geschillen mag optreden ten behoeve van het gemeentebestuur of ten behoeve van een wederpartij.
Hoorzitting
Betwist werd dat een raadslid wel als woordvoerder in een hoorzitting bij een gemeentelijke commissie mag optreden. De rechtbank wees dat verzoek in 2022 af. ‘Een woordvoerder op een hoorzitting kan namens de bezwaarmaker vragen beantwoorden en standpunten innemen. De bezwaarmaker legt daarmee zijn zaak in handen van de woordvoerder. De rechtbank concludeert dat het optreden door een gemeenteraadslid als woordvoerder op een hoorzitting namens een bezwaarmaker in een geschil over een besluit van de burgemeester kwalificeert als een verboden handeling in de zin van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet’.
Hoger beroep
Tegen de uitspraak van de rechtbank werd hoger beroep aangetekend bij de Raad van State, die afgelopen zomer het beroep afwees. Bovendien stelde de Raad van State vast dat het raadslid optrad als gemachtigde van de Sportvereniging Capelle. En dat betekent dus dat het raadslid voor de Sportvereniging werkzaam is. “Daarmee is sprake van een gedraging die op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet verboden is”, aldus de Raad van State.
Redelijke termijn
Zowel het raadslid in zijn rol van gemachtigde van de sportvereniging als de Sportvereniging Capelle kreeg van de Raad van State een bedrag van vijfhonderd euro schadevergoeding. De reden daarvoor was dat de procedure te lang had geduurd. Dat de rechtbank oordeelde in juni 2022, bijna drie jaar nadat de kwestie speelde, moet de gemeente worden aangerekend. Met name had de bezwaarschriftencommissie ten onrechte, aldus de Raad van State, de zaak eerst voorgelegd aan de burgemeester.
Meer informatie
Voor de uitspraak van de Raad van State klik hier.
Voor de uitspraak van de rechtbank Breda klik hier.
Voor meer informatie over de rechten van raadsleden kijk op de themapagina rechten van het raadslid van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.
Foto: Raad van State/Tineke Dijkstra