Verschillen tussen coalitie en oppositie in overlegpraktijken raadsleden

Verschillen tussen coalitie en oppositie in overlegpraktijken raadsleden

Raadsleden overleggen regelmatig met hun eigen fractie en andere raadsleden bij het indienen van moties of bij de inhoudelijke voorbereiding van besluitvorming over agendapunten. Dit overleg komt vaker voor bij raadsleden van coalitiefracties dan bij raadsleden van oppositiefracties. Overleg met ambtenaren of bestuursadviseurs vindt daarentegen minder vaak plaats voordat een motie of amendement wordt ingediend.

Dit blijkt uit een onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, uitgevoerd door Invior in mei 2024, onder meer dan 1.100 raadsleden. Mede op basis van de bevindingen uit het onderzoek zijn artikelen geschreven die zijn samengebracht in het boek Sterke Raad, dat eind maart 2025 zal worden gepubliceerd.

Overleg over agendapunten

Ter voorbereiding op de besluitvorming over agendapunten, vindt er regelmatig overleg plaats tussen de coalitiefracties. Slechts één op de tien raadsleden geeft aan dat dit niet het geval is. Het overleg tussen de oppositiefracties over de agenda komt minder vaak voor; in de helft van de gevallen gebeurt dit wel, terwijl een kwart van de raadsleden aangeeft dat dit meestal niet of vrijwel nooit plaatsvindt. Daarnaast meldt een tiende van de raadsleden dat er bij de inhoudelijke voorbereiding van agendapunten soms (in)formeel overleg is tussen zowel coalitie- als oppositiefracties. Bij de helft van de raadsleden komt dit echter (vrijwel) nooit voor.

Betrokkenheid bij overleg agenda

Raadsleden van coalitiefracties zijn vaker betrokken bij (in)formeel overleg om de inhoudelijke voorbereiding van de besluitvorming over de agenda. Slechts 20 procent van de raadsleden uit coalitiefracties is hier niet vaak bij betrokken, terwijl dit percentage bij raadsleden uit oppositiefracties 36 procent bedraagt. Twee op de vijf raadsleden geeft aan dat door dit (in)formeel overleg over de agenda, de belangrijke punten in de raad vooraf feitelijk zijn vastgesteld. Dit percentage is hoger onder raadsleden van de oppositie dan onder raadsleden van de coalitie.

Overleg bij indienen motie

Bijna alle raadsleden (98 procent) overleggen met hun eigen fractie voordat zij een motie of amendement indienen. Driekwart van de raadsleden overlegt (vrijwel) altijd of meestal met de wethouder(s) van hun eigen partij voor het indienen van een motie of amendement. Raadsleden van coalitiefracties overleggen ook bijna altijd met andere coalitieleden. Daarentegen geeft 17 procent van de raadsleden van oppositiefracties aan hun moties of amendementen niet te overleggen met raadsleden van de coalitie.

Overleg met portefeuillehouder, ambtenaar & bestuursadviseur

Raadsleden uit coalitiefracties overleggen in de meeste gevallen met de portefeuillehouder voordat zij een motie of amendement indienen. Raadsleden uit oppositiefracties doen dit aanzienlijk minder vaak; 39 procent overlegt niet met de portefeuillehouder. Zeventien procent van de raadsleden geeft aan meestal of (vrijwel) altijd met ambtenaren te overleggen voorafgaand aan het indienen van een motie of amendement, terwijl veertig procent aangeeft dit meestal niet te doen. Bij raadsleden uit coalitiefracties ligt het percentage iets hoger dan bij raadsleden uit oppositiefracties. Achttien procent van de raadsleden overlegt meestal of (vrijwel) altijd met een bestuursadviseur voor het indienen van een motie of amendement, terwijl 42 procent aangeeft dit meestal niet te doen.

Meer informatie

Voor het onderzoeksrapport van Invior, klik hier.