Het college

Het college bestaat uit de burgemeester en de wethouders en vormt het dagelijks bestuur van de gemeente. 

Het college van burgemeester en wethouders (ook wel college van B&W genoemd) vormt het dagelijks bestuur van de gemeente. De bevoegdheden die het college heeft liggen vast in de Gemeentewet. In deze wet is vastgelegd welke taken de Rijksoverheid bij gemeenten heeft neergelegd. Een aantal taken zijn volgens deze wet bij het college neergelegd. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Zorg voor de ambtelijke organisatie (met uitzondering van de griffier);
  • Benoemen, schorsen en ontslaan van ambtenaren;
  • Aangaan van contracten, grondtransacties en andere privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente;
  • Vaststellen van jaarmarkten en marktdagen. 

Raad kiest de wethouders

De wethouders worden gekozen door de raad op basis van een vertrouwensvotum. Wanneer het vertrouwen van de wethouder ontbreekt, is het einde oefening voor de wethouder. De wethouder vertrekt ook wanneer zijn fractie zich terugtrekt uit de coalitie. Een kandidaat-wethouder mag uit de raad worden gekozen maar ook van buiten de raad, en zelfs van buiten de gemeente. Een wethouder is wel verplicht om in beginsel in de gemeente te gaan wonen. De raad kan daarvoor ontheffing verlenen.

Voor het aantal wethouders zijn bepalingen in de Gemeentewet opgenomen, waarbij een relatie wordt gelegd tussen het aantal inwoners van een gemeente en het aantal wethouders. In grote steden hebben wethouders aan hun werkzaamheden doorgaans een volle baan, terwijl in kleinere gemeenten wethouders vaak in deeltijd werkzaam zijn.

Als een wethouder niet meer op het vertrouwen van de raad kan rekenen, verleent de raad tussentijds ontslag aan deze wethouder.