1 Kandidaatstelling en samenstelling kieslijst
1.1 Hoe word ik raadslid?
Iedereen kan raadslid worden. En je hoeft je baan of studie er niet voor op te zeggen, want het is geen voltijdfunctie. Het is wel een ambt dat je voor vier jaar doet! Ook jij kunt dus voor een periode van vier jaar meedoen, mee praten en mee besluiten over alle onderwerpen die voor jouw gemeente van belang zijn.
Meer weten? Zie: Hoe word ik raadslid?
1.2 Wanneer mag ik mij kandidaat stellen voor de gemeenteraadsverkiezingen?
Vereisten voor het lidmaatschap van de gemeenteraad zijn te vinden in de Gemeentewet art. 10: Voor het lidmaatschap van de raad is vereist dat men ingezetene van de gemeente is, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en niet is uitgesloten van het kiesrecht.
In de Kieswet zijn volgende eisen opgenomen:
- In de Kieswet art. H7 is opgenomen dat kandidaten op de lijst minimaal 18 jaar moeten zijn of 18 worden tijdens de zittingsduur binnen de raadsperiode.
- Als kandidaat woon je in de desbetreffende gemeente of ben je van plan je daar te vestigen. In geval van het laatste moet je een verklaring indienen, waarin je stelt voornemens te zijn om bij benoeming te verhuizen.
- Als kandidaat hoef je niet in het Europese deel van Nederland te wonen en een Nederlandse nationaliteit te hebben. Kandidaten die buiten het Europese deel van Nederland wonen, wijzen een gemachtigde aan die daarbinnen woont (zie Kieswet art. H10).
- Als kandidaat mag je een strafblad hebben (Kieswet art. V4).
Wanneer je hebt besloten op jezelf kandidaat te willen stellen en je voldoet aan bovenstaande eisen, houdt dan rekening met het volgende:
- Als kandidaat moet je een verklaring ondertekenen waarin staat je instemt met de kandidaatstelling. Hierbij moet een kopie van een geldig legitimatiebewijs moeten worden toegestuurd (zie Kieswet art. H9).
- Als kandidaat mag je per kieskring maar één keer op een lijst staan (zie Kieswet art. H7).
- De kandidatenlijsten worden beoordeeld door het centraal stembureau in een (niet-openbare) zitting op de dag na de dag van kandidaatstelling (zie Kieswet art. I1).
In de Gemeentewet art. 13 is opgenomen welke functies gecombineerd mogen worden met lidmaatschap van de raad.
1.3 Zijn er juridische belemmeringen over de samenstelling van de kieslijst?
Juridisch bestaan er geen belemmeringen over de samenstelling van de kieslijst, indien alle kandidaten voldoen aan de voorwaarden. Een uitzondering kan zijn een expliciet opname in de statuten van uw vereniging of partij.
1.4 Kan iemand met een strafblad raadslid zijn?
Ja, iemand met een strafblad kan raadslid zijn. De vereisten voor het raadslidmaatschap verhinderen dat namelijk niet. Deze vereisten voor het raadslidmaatschap zijn:
- ingezetene van de gemeente;
- minstens achttien jaar oud; en
- niet uitgesloten van het kiesrecht.
In de wettelijk gestelde vereisten, wordt dan ook niet gesproken van een onverenigbaarheid van een strafblad met het raadslidmaatschap. Het geloofsbrievenonderzoek gaat tevens alleen na of er wettelijke belemmeringen zijn, die zijn er niet voor iemand met een strafblad. Het is dan ook een afweging van de partij zelf of personen met een strafblad op de kandidatenlijst komt. Een aantal partijen stellen een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) verplicht voor hun kandidaten, maar dit vindt geen wettelijke basis en het is grondwettelijk gewaagd te noemen.
1.5 Dien je, om je verkiesbaar te stellen als raadslid, de afgelopen 5 jaar in Nederland te hebben gewoond?
In artikel B3 van de Kieswet wordt een onderscheid gemaakt tussen onderdanen van de Europese Unie of en daarbuiten. Voor EU-onderdanen geldt de regel dat zij op de dag van de kandidaatstelling ingezetenen van een Nederlandse gemeente dienen te zijn. Hiervoor hoeven zij niet de afgelopen vijf jaar in Nederland te hebben gewoond. Dat vereiste geldt wel voor niet-EU-onderdanen, net als het vereiste dat zij rechtmatig in Nederland dienen te verblijven.
2 Raadsvergoeding
2.1 Hoe hoog is de maandelijkse vergoeding voor raadsleden?
Raadsleden ontvangen voor het vervullen van hun ambt in 2025 minimaal € 1.240,07 en maximaal € 3.038,94 per maand, afhankelijk van de gemeentegrootte. Deze vergoeding wordt elk jaar aangepast aan de inflatie. Raadsleden ontvangen de vergoeding met ingang van de dag van de beëdiging.
Er is een mogelijkheid voor gemeenten om door middel van een verordening gedeeltelijk af te wijken van de vastgestelde vergoeding. De gemeenteraad kan bepalen dat maximaal 20% van de vergoeding wordt uitgekeerd op basis van aantal gehouden vergaderingen. Op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen van een raadslid geschiedt vervolgens de uitkering. Deze regeling is getroffen om het zogeheten verschijnsel van zogenaamde spookraadsleden, raadsleden die nooit naar de vergadering komen, te beperken.
2.2 Heeft een uitkering invloed op de raadsvergoeding?
Ja, een uitkering heeft invloed op uw raadsvergoeding. Voor meer informatie verwijzen wij graag door naar de pagina Uitkering en Raadsvergoeding.
2.3 Hoe wordt de combinatie van een baan en het raadswerk in de praktijk vormgegeven?
Voor het raadswerk geldt een vaste vergoeding, en er is geen formeel parttime-percentage of urennorm aan verbonden. Er worden doorgaans ook geen individuele maatwerkafspraken gemaakt over werktijdvermindering in relatie tot het raadswerk.
Wel is er op grond van de Wet arbeid en zorg (artikel 4:1 WAZO) een wettelijk recht op onbetaald verlof voor het bijwonen van raads- en commissievergaderingen. Dit verlof is bedoeld om raadsleden in staat te stellen hun politieke taken te combineren met een baan.
Belangrijke punten hierbij:
-
U heeft wettelijk recht op verlof om uw raadswerk uit te voeren, met name voor vergaderingen.
-
De omvang van het verlof is flexibel en afhankelijk van de tijdsinvestering die het raadswerk vergt — dit kan uiteenlopen van enkele uren tot een groter deel van de werkweek.
-
Het verlof is onbetaald, maar in overleg met de werkgever kunnen aanvullende of aangepaste afspraken worden gemaakt.
Daarnaast kunnen de geldende cao of individuele arbeidsafspraken extra ruimte bieden voor maatwerk rondom de combinatie van werk en raadswerk.
2.4 Ik heb een andere vraag over de vergoeding
Heeft u een andere vraag over de raadsvergoeding? Of een vraag over bijvoorbeeld de onkostenvergoeding? Onder 'Financiële vergoedingen' bij de Rechten van het Raadslid vindt u antwoord op al uw vragen.
3 Integriteit en nevenfuncties
3.1 Welke regels zijn er voor raadsleden rondom nevenfuncties?
In art. 13 en 15 Gemeentewet worden de functies gegeven die onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van de raad. Een uitzondering wordt vervolgens gemaakt voor de periode na de verkiezingen, waarbij een raadslid ook voor een korte periode nog wethouder mag zijn. Buiten deze functies mag een raadslid in principe elke nevenfunctie vervullen.
Raadsleden zijn verplicht hun nevenfuncties openbaar te maken, zowel elektronisch als fysiek op locatie. Deze openbaarmaking vindt plaats na de benoeming van het raadslid of aanvaarding van de functie. Raadsleden hoeven niet de inkomsten uit de nevenfuncties openbaar te maken.
Raadsleden mogen niet deelnemen aan beraadslaging en stemming over aangelegenheden die het raadslid persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger betrokken is. Op die manier wordt belangenverstrengeling voorkomen. Het raadslid maakt zelf de afweging om al dan niet deel te nemen aan beraadslaging en stemming.
3.2 Hoe ga je als raadslid om met belangenverstrengeling?
Een raadslid moet openheid geven over persoonlijke of zakelijke belangen die raken aan onderwerpen waarover de raad beslist. In gevallen van (mogelijke) belangenverstrengeling moet het raadslid zich onthouden van deelname aan de beraadslaging en stemming. Transparantie is essentieel: nevenfuncties en financiële belangen moeten tijdig worden gemeld in het openbare nevenfunctieregister.
3.3 Moet ik mijn nevenfuncties of belangen al melden vóór de verkiezingen?
Ja, het is verstandig om je nevenfuncties en mogelijke belangen al in de aanloop naar de verkiezingen te inventariseren en waar nodig te bespreken met je partij. Zo kunnen potentiële risico’s op belangenverstrengeling tijdig worden onderkend. Na verkiezing en installatie als raadslid ben je wettelijk verplicht deze functies openbaar te maken in het register van nevenfuncties van de gemeente.
4 Verkiezingsuitslag
4.1 Ik ben benoemd als raadslid. Wat nu?
Uiterlijk de dag na de bekendmaking van de verkiezingsuitslag krijg je een brief ter bevestiging van jouw benoeming van het centraal stembureau (Kieswet art. V1). Vervolgens stuur je uiterlijk binnen 10 een brief terug waarin je de benoeming aanneemt (Kieswet art. V2). Doe je dit niet, dan wordt ervan uitgegaan dat je de benoeming niet aanneemt. Ook overhandig je een verklaring met je al openbare functies en een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie aan het volksvertegenwoordigend orgaan waarvan je tot lid bent benoemd (zie Kieswet art. V3).
Bovendien mag je pas als nieuw raadslid aantreden, als de meer dan de helft van de geloofsbrieven van het aantal nieuwe leden is goedgekeurd (Kieswet art. V15). Is dat niet het geval dan blijven de oude leden aan totdat deze goedkeuring er wel is. De zittingsduur van de aftredende leden wordt dan verlengd.
4.2 Wat gebeurt er direct na de officiële vaststelling van de verkiezingsuitslag?
Na de vaststelling van de uitslag door het centraal stembureau ontvangen de gekozen kandidaten een benoemingsbesluit. Zij moeten vervolgens binnen een paar dagen aangeven of zij de benoeming aanvaarden. Daarna wordt hun geloofsbrief onderzocht door de zittende raad, die beoordeelt of de benoemde kandidaat voldoet aan de wettelijke vereisten. Pas daarna kan het nieuwe raadslid officieel worden geïnstalleerd.
4.3 Wat zijn de mogelijkheden om bezwaar te maken tegen de verkiezingsuitslag?
Na de vaststelling van de uitslag kan een belanghebbende — bijvoorbeeld een kandidaat of partij — binnen drie dagen bezwaar indienen bij de gemeente als er vermoedens zijn van onregelmatigheden. Dit wordt een ‘proces-verbaal van bezwaar’ genoemd. Indien nodig kan dit leiden tot een hertelling of onderzoek. Uiteindelijk kunnen geschillen ook voorgelegd worden aan de rechter.
4.4 Wanneer treedt de nieuwe gemeenteraad aan?
De nieuwe gemeenteraad wordt doorgaans binnen drie weken na de verkiezingsdag officieel geïnstalleerd tijdens een openbare raadsvergadering. In die vergadering leggen de nieuwe raadsleden de eed of belofte af en begint de nieuwe raadsperiode formeel. Tot dat moment blijft de zittende raad bevoegd.
4.5 Mag een zetel naar een andere politieke partij?
Wanneer bij een tussentijdse vacature geen kandidaat op de lijst meer in aanmerking komt voor benoeming, en de partij bij de verkiezingen meerdere kandidatenlijsten heeft ingediend, wordt de zetel toegewezen aan een andere lijst van dezelfde partij (zie Kieswet art. W3).
Volgens Kieswet art. W4 mag als bij een tussentijdse vacature in een gemeenteraad met minder dan 13 leden geen kandidaat op de lijst meer voor benoeming in aanmerking komt, de zetel naar één van de andere partijen.
5 Overig
5.1 Mijn politieke partij gaat fuseren. Wat nu?
Politieke partijen kunnen als één nieuwe partij meedoen aan verkiezingen door te fuseren. Fuseren kan op 2 manieren:
- De eenvoudigste manier is die waarbij de ene partij opgaat in een andere partij (‘de moederpartij’). De aanduiding van de ‘moederpartij’ blijft in principe geregistreerd en de gefuseerde partij betaalt geen waarborgsom en hoeft geen ondersteuningsverklaringen in te leveren.
- Politieke partijen kunnen ook fuseren door samen een nieuwe politieke partij op te richten. De nieuw opgerichte vereniging kan vervolgens een verzoek indienen om haar naam te laten registreren. Deze nieuwe vereniging maakt eigen statuten op, waaruit de fusie en de opheffing van de oorspronkelijke verenigingen moet blijken.
Bij optie 2 is het van belang om de aanduiding, ofwel partijnaam, tijdig te laten registreren bij het gemeentelijk centraal stembureau (zie Kieswet art. G 3). Verzoeken moeten uiterlijk de 42e dag voor de kandidaatstelling ontvangen zijn. Lees hier meer over de registratie.
Zie ook: Kiesraad - Fuseren en Kiesraad - Politieke Partij
5.2 Mag je als kandidaat-raadslid of zittend raadslid stembureaulid zijn voor de gemeenteraadsverkiezingen?
Nee, dat mag niet.
Volgens Kieswet art. E 4 (lid 2) is het niet toegestaan om als kandidaat-raadslid of zittend raadslid stembureaulid te zijn. Dit geldt sinds 1 januari 2023 met de inwerkingtreding van de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen. De aanleiding voor het wetvoorstel, was het voorkomen van ‘de schijn van verstrengeling van persoonlijke belangen’ bij gemeenteraadsverkiezingen. Zo is het ook verboden om als lid van het stembureau blijk te geven van je politieke voorkeur (Kieswet art. J14).
Voor de volgende personen is het niet toegestaan om lid te worden van het stembureau (zie Kieswet art. E 4):
- Personen die lid of plaatsvervangend lid zijn van het gemeentelijk stembureau, hoofdstembureau of centraal stembureau voor de desbetreffende verkiezing.
- Personen die kandidaat zijn voor de verkiezing in de betreffende verkiezing.
- Gekozen leden van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden.
- Personen die als stembureaulid bij een vorige verkiezing in strijd met de wet hebben gehandeld.
- Personen die op de dag van de kandidaatstelling bij onherroepelijke rechtelijke uitspraak van het kiesrecht zijn ontzet.
Bij andere verkiezingen mogen raadsleden wel lid zijn van een stembureau. Het hangt dus af van welke verkiezingen plaatsnemen.
Staat uw vraag er niet tussen?
Staat uw vraag er niet bij? Mogelijk is uw vraag terug te vinden onder Rechten van het Raadslid.
U kunt ook het contactformulier invullen: wij helpen u graag verder met al uw vragen over en rondom de verkiezingen.