Raadsleden moeten zich verenigen voor meer grip op regionale samenwerking
Raadsleden moeten zich organiseren in een raadskring om meer grip op regionale samenwerkingen te krijgen. Dat is een van de conclusies uit het onderzoek 'Toekomst van het raadslidmaatschap' van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Iets meer dan 30% van de ondervraagde raadsleden geeft aan een regionale raadskring de beste optie te vinden.
Het raadswerk is constant in ontwikkeling. Om zicht te krijgen op de toekomst van het raadslidmaatschap en de ideeën van raadsleden hierover heeft de Nederlandse Vereniging een enquête uitgevoerd onder raadsleden. Uit het onderzoek Toekomst van het raadslidmaatschap bleek dat 67,5% van de ondervraagde raadsleden het toenemend aantal gemeenschappelijke regelingen een (sterke) bedreiging vindt voor de lokale democratie.
Mogelijke oplossingen
Raadsleden noemen een aantal oplossingen om als raad de grip op de regionale samenwerkingen te verbeteren. Een derde (30,5%) is voorstander van een regionale raadskring waarin raadsleden zich verenigen. Een van de respondenten geeft hier echter wel aan dat er eerst nagedacht moet worden over de zetelverdeling in een dergelijke raadskring, en het eventuele mandaat wat hieraan wordt toegedicht.
Andere respondenten noemen als oplossing dat een deel van de raad lid wordt van het regiobestuur. Zo zou de zeggenschap van de kleinere gemeenten ten opzichte van grotere gemeenten in de regio versterkt kunnen worden.
Een derde optie is het verplichten van jaarlijkse verantwoordingsbijeenkomsten waardoor er meer transparantie kan worden geboden.
Bij alle suggesties tekenen de raadsleden aan dat het als lekenbestuur moeilijk is om een raadskring of deelname aan het regiobestuur te combineren met het raadswerk en een vaste baan. Voor een volledig overzicht van de gegeven antwoorden en bijbehorende toelichtingen kunt u hier kijken: Volledige resultaten.