Raadsleden zijn zich onvoldoende bewust dat de gemeenteraad een bestuurlijke rol heeft. De raad is het hoogste bestuursorgaan maar binnen het stad- en gemeentehuis is de bestuurlijke rol voor slechts een derde deel van de raadsleden de belangrijkste rol. Gemeenteraden wordt daarom aanbevolen het gesprek te voeren waar de bestuurlijke rol over gaat en hoe de bestuurlijke rol wordt ingevuld.
Dit blijkt uit het rapport De bestuurlijke rol van de raad van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Uit dit rapport blijkt dat raadsleden verschillend denken over de bestuurlijke rol van de raad als hoogste bestuursorgaan. Er zijn raadsleden die vinden dat zij geen bestuurlijke rol hebben. Andere raadsleden vinden dat de bestuurlijke rol van de raad een soort overkoepelende rol is bij de kader stellende, volksvertegenwoordigende en controlerende rol.
De bestuurlijke rol van de raad vormt met de rol van de raadsleden als politicus de twee perspectieven (bestuurder en politicus) van waaruit het raadswerk wordt gedaan. “Vanuit de rol als politicus en vanuit de bestuurlijke rol van de raad geeft het raadslid invulling aan zijn volksvertegenwoordigende rol, zijn kaders stellende rol en zijn controlerende rol”, aldus het rapport. De zogeheten verbindende rol van het raadslid vervult hierin een belangrijke functie. “In de rol als politicus wordt de verbindende rol van het raadslid zichtbaar door de verbinding naar specifieke groepen (de eigen achterban). In de bestuurlijke rol komt de verbindende rol tot leven door de verbinding van het raadslid en gemeenteraad naar en op de samenleving als geheel” (het zogeheten algemeen belang).
Een drietal bestuurlijke experts geven in het rapport in hun bijdragen een blik op de bestuurlijke rol van de raad. Harry ter Braak bepleit meer bewustwording en besef over de rol van het raadslid als politicus en de bestuurlijke rol van de raad. Het raadslid als politicus is gebaat bij conflict, impressies en beelden. Het benadrukken van verschillen (divergentie) is bepalend voor de rol als politicus. Feiten en consensus zijn bepalende begrippen voor het raadslid in zijn bestuurlijke rol. “Het gaat dan om de rol van de raad om besluiten te nemen. In die bestuurlijke rol zijn waarden als prudentie, rechtmatigheid en overweging dominant”, aldus Ter Braak.
Van Ostaaijen bepleit ter versterking van het bestuurlijke werk van de raad een actualisatie van de drie basisrollen, kaders stellen, volksvertegenwoordigen en controleren. Gossink stelt dat de raad aan belang wint als de raad meer gaat besturen. “Het politiseren van de keuze en debatten over het plaatsen van lantaarnpalen heeft het gezag van de raad ondermijnd. Volgens Gossink kan een raad die zich opstelt als algemeen bestuur gemakkelijker het college in de rol van opdrachtnemer plaatsen.”
Raadsleden blijken hun bestuurlijke rol op lokaal, regionaal en landelijk niveau verschillend in te vullen. Op lokaal niveau hebben raadsleden te weinig aandacht voor de bestuurlijke rol van de raad; zij reserveren daarvoor ook te weinig middelen om door goede ondersteuning deze rol beter in te vullen. In de regio hebben raadsleden ook te weinig aandacht voor hun bestuurlijke rol. Op landelijk niveau (bijvoorbeeld door raadsleden die actief zijn binnen de VNG) stellen raadsleden juist vooral het belang van de betreffende organisatie voorop. “De politieke articulatie van opvattingen die lokaal in de raad belangrijk is (de politieke rol van het raadslid) speelt op landelijk niveau niet of nauwelijks een rol.”
Het rapport doet op basis van gesprekken met raadsleden, onderzoek onder raadsleden en de inbreng van bestuurlijke experts over de bestuurlijke rol diverse aanbevelingen. De belangrijkste aanbevelingen samengevat zijn:
De interviews met individuele raadsleden, de volledige reflectie van de experts en de uitkomsten van het kwantitatief onderzoek kunnen gelezen worden in het rapport De bestuurlijke rol van de raad.