Greep op regionale samenwerking? Maak het politiek!

Greep op regionale samenwerking? Maak het politiek!

Hoe krijgen raadsleden meer invloed op regionale samenwerking nu steeds meer beleid wordt belegd en uitgevoerd in de regio? Tijdens een leernetwerkbijeenkomst in Almelo peilde de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden hoe raadsleden daarin slagen en waar het schuurt. Marcel Boogers, hoogleraar regionaal en lokaal bestuur aan de Universiteit Twente, leverde commentaar op ervaringen die werden gedeeld. Zijn belangrijkste tip: maak je rol als raadslid weer politiek! Dit is de 18e aflevering van in de serie In de ban van regionale samenwerking.

De leernetwerkbijeenkomst met raadsleden en door raadsleden in Almelo over regionale samenwerking bestond uit drie blokken, over de informatieverschaffing, de binding met de eigen achterban en over de meest gewenste vorm.

Blok 1. Wat voor soort informatie vraag en krijg je voor grip op taken die in de regio worden uitgevoerd?

Bert Hümmels, raadslid van Leefbaar Almelo, was afgevaardigde van Almelo in de inmiddels opgeheven regioraad. Die werd gevormd door uitsluitend raadsleden; van elke deelnemende gemeente twee. Na veel intern gekrakeel en onderlinge competitie strandde de regioraad, die werd ingeruild voor een collegeregeling met veertien gemeenten. Sindsdien is volgens Hümmels de betrokkenheid er niet groter op geworden. Toch is er naar zijn idee een organisatie neergezet, die erop gericht is om raden er uitdrukkelijk bij te betrekken. Informatie over zaken als regionale economie, arbeidsmarkt en bedrijventerreinen komt volgens hem vooral uit vergaderingen van de portefeuillehouders. “Bijna elke bijeenkomst wordt voorbereid door een kleine kerngroep, met mensen van de griffie, ambtenaren en raadsleden. Vragen worden teruggekoppeld. Er worden vrij goede verslagen gemaakt en ook die vormen een belangrijke informatiebron. Verder checkt de kerngroep bij raadsleden wat ze aan wensen hebben”.

Lokale belangen

Onderlinge competitie van gemeenten, een blik die is vernauwd tot naar overwegend lokale belangen, afwijkende visies: de verschillen maken het volgens Hümmels ‘knap ingewikkeld’ voor raadsleden om een rol van betekenis te kunnen of willen spelen. ”Van pure desinteresse is geen sprake, wel ontbreken enthousiasme en vooral tijd. In het vorige systeem, waar zowel raadsleden als wethouders in de organisatie zaten, leek dat makkelijker”.

Griffiers zijn er druk mee

In de huidige samenwerking komen de veertien Twentse gemeenteraden drie tot vier keer bij elkaar. Een presidium bereidt deze bijeenkomsten voor. “Dat werkt naar mijn idee nog niet zoals het zou moeten”, zegt Hümmels. “Griffiers zijn er drukker mee dan de politici zelf, is mijn indruk”. Zijn afsluiter: “Als je je verbeeldt dat je als raadslid grip krijgt op wat er in de regio gebeurt, stelt mijn verhaal misschien teleur. In de besluitvorming lukt het een beetje, maar of dat er ook uitkomt in de uitvoering, daar heb ik mijn twijfels over”.

Drechtraad als een gewone raad

Een positiever geluid komt van Nelleke de Smoker, lid van de Dordrechtse D66-fractie en lid van de Drechtraad. In Nederland de enige gemeenschappelijke regeling met een algemeen bestuur van louter raadsleden. Zij is van mening dat de Drechtraad naar behoren slaagt in haar kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende taken.  Er zijn 47 fracties, met uit iedere fractie één Drechtsraadslid. Het individuele stemgewicht is volgens een rekenkundige formule bepaald. De Drechtraad wordt ondersteund door een regiogriffie met 2,1 fte, die stukken voorbereidt. “Raadsvoorstellen of informatiebrieven worden geplaats op een eigen informatiesysteem waar iedereen bij kan. We hebben een regionale auditcommissie en we hebben een experiment gedaan met een onderzoekscommissie, een soort regionale rekenkamer”.

Informele regiofracties

Tien keer per jaar komt de Drechtraad bij elkaar. Alle raadsleden zijn welkom en in de commissies mogen ook zij het woord voeren. Alleen in de Drechtraad zelf is dat recht beperkt tot de officiële afgevaardigden of hun plaatsvervanger. Werkenderwijs zijn volgens De Smoker informele regiofracties ontstaan, die er door gezamenlijk optrekken in slagen de werkdruk en het tijdsbeslag in te tomen en commissiewerk en woordvoering te verdelen.

‘Het voelt en is ook grip’

Voor deze periode heeft de Drechtraad een regionaal meerjarenprogramma geschreven. “Dat is aan de ene kant politiek gestuurd, aan de andere kant maatschappelijk gestuurd. Want we halen ook informatie op bij regionale bedrijven, het onderwijs en de samenleving”. De Smoker over de formule van de Drechtsteden: “Het voelt als grip en het is ook grip”.

Reflectie Marcel Boogers

Marcel Boogers merkt op dat de ‘informatietsunami’ die op raadsleden afkomt, het niet gemakkelijker maakt om de greep op regionaal bestuur te vergroten. “Overvoer raadsleden met informatie en je hebt geen last van ze”. Daar zijn ze ook zelf debet aan, vindt hij: ze zijn niet selectief in waar ze wel en niet over willen gaan. Als voorbeeld noemt hij de informatie die raadsleden kregen over de Stadsbank Oost-Nederland. “Vooral veel bedrijfskundige flauwekul, te weinig over de vraag of gerealiseerd is waar deze stadsbank voor is opgericht, namelijk schuldhulpverlening”. Niet anders is het volgens hem bij de GGD of de Omgevingsdienst. Raadsleden laten zich verleiden om ‘met elkaar over de bedrijfsbullshit te debatteren’. “Waar jullie het over zouden moeten hebben is, is over de drugsproblemen in de regio. Wat doet de GGD daaraan en is dat voldoende? Dat is een zinnige politieke vraag, niet het salaris van de directeur of het ziekteverzuim. […] Ze hebben van jullie boekhouders gemaakt. Aan jullie de kunst het weer politiek te maken!”.

Blok 2. Hoe zorg je als raadslid in de regio voor verbinding met je collega’s in de gemeenteraad?

In Utrecht was regionale samenwerking onder meer geregeld in het Bestuur Regio Utrecht. Volgens het Lex Van Eijndhoven, VVD-raadslid voor de gemeente Utrecht, heeft die samenwerking plaats gemaakt voor ‘een heel licht samenwerkingsverband’, dat de naam U10 (naar de tien deelnemende gemeenten) draagt. “Het heeft niet eens een rechtsvorm en bestaat uit wethouders die bij elkaar aan tafel zitten en raadsleden die hetzelfde doen”. Bij het zorgen voor de verbinding met collega’s in de gemeenteraden hebben volgens hem de griffiers een belangrijke rol.

U10-café’s

Raadsleden ontmoeten elkaar in zogenoemde U10 cafés, in een samenstelling die vaak afhangt van de agenda of het thema. “Als het gaat over het Amsterdam Rijn Kanaal, dat door Nieuwegein en Utrecht loopt, weten die twee gemeenten elkaar te vinden en is het voor de regio gedaan. Soms wordt U10 ook U13 en hebben we er aan de westkant een paar gemeenten bij. Wetend wat voor onderwerpen er spelen, moeten de mensen die daar affiniteit mee hebben, op komen draven. Als ambassadeur van U10 roep ik natuurlijk in de raadszaal: het gaat nu over verkeer en vervoer, dat is jouw pakkie an”.

Agendasetting voor de toekomst

Groot voordeel van ‘samenwerking light’ volgens de formule van U10 is volgens Van Eijndhoven dat de besluitvorming lokaal plaatsvindt. “Je kunt de boot missen in zo’n café en toch nog voldoende houvast hebben door het debat in de eigen gemeente te voeren. Niettemin zorgen die cafés voor agendasetting naar de toekomst. Dus ik nodig mensen uit en spoor ze aan om op het juiste moment een zetje te geven als ze denken dat het belangrijk is”.

Standing invitation voor raadsleden

Volgens Ton Dijkmans, raadslid van de eenmansfractie Transparant Cranendonck en voor de Metropool Regio Eindhoven voorzitter van de Raadstafel 21, is de samenwerking in de Zuidoost-Brabant ‘zeer technologie-gedreven’, Dat heeft te maken met de historie: gemeenten, ook andere dan Eindhoven, bundelden de krachten toen er massaontslagen vielen bij bedrijven als DAF en Philips. Inmiddels hoort het gebied bij de Top 3 economische sectoren van Nederland. De opdracht: “Het versterken van de regionale economie op de gebieden mobiliteit, ruimtelijke ordening en arbeidsmarkt”. In feitelijke samenwerking wordt bepaald in zogenoemde ‘werkplaatsen’. De leden van Raadstafel 21 hebben een ‘standing invitation’ om bijeenkomsten bij te wonen.

Geen regionale gemeenteraad in Eindhoven

Volgens Dijkmans wordt met betrekking tot Raadstafel21 niet gesproken over democratische legitimering, maar over democratische betrokkenheid. “In tegenstelling tot Drechtsteden wilden wij geen regionale gemeenteraad. Uit iedere raad zijn twee mensen vertegenwoordigd. In de raadstafel speelt politiek absoluut geen rol. We zijn praktisch bezig met dingen die in de werkplaatsen uitgedokterd worden”.

Einde aan regenteske samenwerking

De Metropool Regio Eindhoven is nog te pril om een oordeel te vellen over het functioneren, zegt Dijkmans, maar volgens hem is de betrokkenheid van raadsleden vergroot sinds de raadstafel is toegevoegd. “De voorganger, de Samenwerking Regio Eindhoven, werd als een nogal regenteske organisatie gezien. Raadsleden hadden nauwelijks grip. Eens per jaar werd de begroting goedgekeurd en meestal moest er geld bij.” Dijkmans: “Wij letten er als Raadstafel 21 op dat de werkplaatsen een rondje langs de velden maken, om ideeën op te halen of tussentijds terug te koppelen, geleid door de vraag of ze bezig zijn met wat de gemeenteraden willen”.

Blok 3. Waarom geloof je in jullie regionale vorm van democratische legitimatie en betrokkenheid?

Het Utrechtse raadslid Lex van Eijndhoven is niet ontevreden over U10, maar zegt erbij dat in zijn beleving niet alleen aanleiding is voor ‘hosanna’. Anders dan in Twente, dat zich als een samenhangende regio weet te presenteren, heeft U10 ‘onvoldoende profiel richting Den Haag’. “U10 heeft nog wel wat aan kleur op de wangen te winnen”, zegt hij.

‘Wij zijn geen vierde bestuurslaag’

Meer slagkracht, een groter netwerk, meer efficiency en doelmatiger inzet van middelen, ‘bij ons werkt het’, zegt Nelleke de Smoker over de Drechtraad. Zij ervaart de Drechtraad niet als ‘dualisme ten top’ en vindt niet dat er sprake is van ‘een vierde bestuurslaag’. “We hebben er niks bijgekregen, maar taken verschoven”. Zij denkt wel dat met zes tot zeven gemeenten samenwerken ‘de limiet’ is.

Marcel Boogers vindt de informele varianten van samenwerking vaak interessanter dan de geformaliseerde. Hij tilt niet zo zwaar aan het begrip democratische legitimatie. “Dat argument wordt vooral ingebracht om iets niet te hoeven doen”. Boogers wil er nog niet te veel op vooruit lopen, maar vraagt zich af wat een volgend kabinet, zeker met D66 en VVD erin, met de bestaande hulpstructuren wil. De druk om 100.000+ gemeenten te vormen kan naar zijn idee dan flink toenemen. 

Enthousiaste collega-raadsleden

Ton Dijkmans ziet Raadstafel21 als ‘het maximaal haalbare’. Bestuurders beseffen volgens hem sterker dan voorheen, dat er ook nog gemeenteraden zijn. Amarils die vooraf onvoldoende worden geïnformeerd of betrokken, gaat dat ten koste van het latere draagvlak, zoals volgens hem een bestuurder op pijnlijke wijze heeft ervaren.

Meer enthousiasme van collega-raadsleden blijft het streven van Bert Hümmels. “Het kan altijd beter, maar alles begint bij elk raadslid afzonderlijk”, besluit hij over de Twentse ‘coalition of the willing’.  

Dit artikel is onderdeel van de reeks 'In de ban van Regionale samenwerking'. Alle artikelen uit deze reeks:

  1. Zonder regioraad meer raadsbetrokkenheid?
  2. Een motie voor meer samenwerking
  3. Gaan de Drechtsteden aan democratie ten onder?
  4. Tussenstand: helderheid in de mist
  5. Een regioraad met louter raadsleden, een taai gevecht in Twente
  6. Nieuwe West-Brabantse raadsleden met procesafspraken meer grip op regio
  7. Wel samenwerken in Drechtsteden, geen bevoegdheden overdragen
  8. Twentse verwarring over een 'herfstcompromis'
  9. Regioraad Twente ter ziele
  10. Afstemming tussen 19 tinten blauw van West-Brabantse raden
  11. De lessen en tips van 2015
  12. Greep op de regio dient het lokale belang
  13. Het FC Twentegevoel van raadslid Vic van Dijk
  14. Oog en oor hebben voor onze inwoners, zowel lokaal als in de regio
  15. Beducht op het Galliër-effect
  16. Gemeenteraden Zuidoost-Brabant kiezen voor democratische betrokkenheid
  17. Je vertegenwoordigt een mix van lokaal- en regiobelang
  18. Greep op regionale samenwerking? Maak het politiek!
  19. Regionale samenwerking: liefde ontluiken, geen uithuwelijking
  20. Grenzeloos denken om meer voor je inwoners binnen te halen
  21. Informatie uit regio naar behoefte van raadsleden