Wel samenwerken in Drechtsteden, geen bevoegdheden overdragen

Wel samenwerken in Drechtsteden, geen bevoegdheden overdragen

De Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) moet terugkeren naar haar oorspronkelijke rol: die van uitvoeringsorganisatie voor de zes deelnemende gemeenten, met gezamenlijke kaders. Op tal van terreinen is samenwerking nuttig en nodig, maar de afzonderlijke gemeenteraden bepalen hoe ze aan die samenwerking invulling willen geven. 'Nu beslissen niet de eigenaren over de gemeenschappelijke regeling, maar de GRD zelf over haar eigen bezuinigingen. Dat is een merkwaardig iets', stelt Marian Pater, D66-raadslid in Zwijndrecht en tevens lid van de Drechtraad.

Marian Pater, D66-raadslid in Zwijndrecht en tevens lid van de Drechtraad, vindt de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) een uit de hand gelopen constructie. De grote rol die de Drechtraad – bestaande uit raadsleden van de zes deelnemende gemeenten en het hoogste orgaan van de GRD – heeft gekregen, is daarvoor de belangrijkste aanleiding.

'Er zijn bevoegdheden aan de Drechtraad weggegeven die bij de gemeenteraden hadden moeten blijven. Die overdracht is nu zover gegaan dat we zelfs gemeentebudgetten overhevelen naar de GRD zonder dat de gemeenteraden weten wat daar precies mee gaat gebeuren. Dat bepaalt namelijk de Drechtraad. Daarmee ben ik als volksvertegenwoordiger in een dubbele werkelijkheid beland. Ik ben door inwoners van Zwijndrecht gekozen en ik ben aan hen verantwoording schuldig. Maar ondertussen gaat dat andere gremium, waarin ik zitting heb vanuit geheel andere stemverhoudingen, over een heleboel lokale zaken. Daar heb ik in democratisch opzicht niets in te brengen. Sterker nog: de totale raad van Zwijndrecht heeft er maar een bescheiden stemmetje. Die situatie vind ik niet acceptabel.'

Dordt en lokale partijen aan de macht

In de Drechtraad maken óf de verzamelde lokale partijen de dienst uit óf de gemeente Dordrecht. Dit is het gevolg van het principe van gewogen stemmen in de Drechtraad. Op sommige thema's domineert een politieke overtuiging langs partijlijnen, op andere thema's een geografisch belang. 'In de raad van Zwijndrecht gaat het natuurlijk ook om overtuigingen en belangen, maar die hebben wel betrekking op één en dezelfde gemeente. Daar wonen de kiezers waarvan de raad een afspiegeling is', zegt Pater. 'Doordat geografie en democratie synchroon lopen, zijn de verschillen minder scherp. In de Drechtraad ligt dat dus anders.'

Kosten vereffenen vanwege '’regionale uitstraling'’

Als voorbeeld noemt Pater de dominante positie van Dordrecht. 'Ik word heel vaak geconfronteerd met de stelling dat bepaalde activiteiten "een regionale uitstraling" hebben. Dordrecht komt met dat argument om de andere gemeenten in de GRD te laten meebetalen aan iets wat Dordrecht wil. Wanneer de Koninklijke Familie naar Dordrecht komt met Koningsdag, dan vind ik dat natuurlijk super voor die gemeente. Maar moet ik daar als Zwijndrecht aan meebetalen? Ja dus, want zoiets heeft een regionale uitstraling, is de redenering.'

'Zo wil Dordrecht zich graag profileren als cultuur- en  studentenstad, wat ook goed zou zijn voor Zwijndrecht en de andere Drechtsteden. Het lastige is: ik kan niet bewijzen dat het niet zo is. Maar ik heb wel mijn bedenkingen. Die hebben alleen geen consequenties, omdat Zwijndrecht nauwelijks iets en Dordrecht heel veel te vertellen heeft in de Drechtraad. Ik vrees dat er nogal wat kosten worden verlegd van het Dordtse naar de overige Drechtsteden.'

Afwijken van de regio moet mogen

Om misverstanden te voorkomen, benadrukt Pater dat ze groot voorstander is van regionale samenwerking. 'We zijn die samenwerking in de Drechtsteden begonnen met taken als belasting heffen en innen. Dat is overal hetzelfde proces en dus kun je efficiencyvoordelen behalen door het gezamenlijk te doen.'

'Dat geldt bijvoorbeeld ook voor inkoop. En naast efficiencyvoordelen zie ik ook kwalitatieve voordelen van samenwerking. Je kunt sommige risico's beter dragen doordat je meer financiële armslag hebt. En je staat steviger in je schoenen bij onderhandelingen. Daar is samenwerking allemaal heel handig voor. Ik denk ook dat samenwerking nuttig is om op sommige terreinen gezamenlijke beleidskaders af te spreken. Dat we een intergemeentelijke sociale dienst hebben met gezamenlijke afspraken voorkomt dat mensen bij verschillende gemeenten gaan shoppen. Dat is natuurlijk prima. Maar wat nooit mag, is dat de gemeenteraad niet meer de bevoegdheid heeft om voor de Zwijndrechtse inwoners iets anders te regelen. Dat vind ik echt een principieel punt.’

‘De huidige GRD heeft bevoegdheden die thuishoren bij de gemeenten. Daarnaast moeten we ervan blijven uitgaan dat samenwerken iets oplevert. Nu zie je dat de GRD blijft groeien, terwijl lokaal het aantal taken en mensen niet afneemt. Dat is niet logisch. In plaats van efficiënter, wordt het voornamelijk complexer.'

Drechtraad op stoel bestuurders

Bovendien vindt Pater dat de Drechtraad te veel op de stoel van de bestuurders gaat zitten. 'Dan moet ik als Drechtraadslid opeens besluiten nemen over zaken die lokaal door het college worden afgehandeld. Dat is vreemd: in de Drechtraad beslis ik mee over uitvoeringszaken terwijl het Zwijndrechtse college buitenspel staat. Dat is de omgekeerde wereld en dat wil ik niet. Dus vraag ik voorafgaand aan een Drechtraadvergadering aan ons college of het mij nog dingen wil meegeven.'

De Drechtraad moet afstemmingsorgaan worden

Pater wil dat de GRD terugkeert naar de rol van uitvoeringsorganisatie. 'Die kan nooit de gemeenteraad overrulen en laat altijd ruimte voor lokaal maatwerk. Dus als Zwijndrecht niet pakket A wil, zoals de andere vijf gemeenten, maar pakket A-plus, dan moet daar ruimte voor zijn. Met de Wmo bewijst de GRD dat dit mogelijk is. Daar heeft Zwijndrecht net iets andere wensen dan de andere gemeenten. En Zwijndrecht werkt niet met het Drechtstedelijk Klantcontactcentrum, maar doet het contact met Zwijndrechtse klanten zelf. Dus maatwerk kan wel.'

Daarnaast moet de Drechtraad niet langer een soort regionale volksvertegenwoordiging zijn, maar een afstemmingsorgaan. 'Raadsleden van de zes gemeenten komen vier of zes keer per jaar bijeen om te bespreken op welke thema's zij het bestuur welke kaders wil meegeven. En in afzonderlijke gemeenteraden moeten raadsleden hun wethouder in het Drechtstedenbestuur ter verantwoording kunnen roepen en een standpunt kunnen meegeven.'

College en raad hebben niet dezelfde informatie

Pater pleit voor een bestuurscultuur waarin opkomen voor maatwerkmogelijkheden binnen gemeenschappelijke regelingen niet wordt uitgelegd als gebrek aan loyaliteit aan de samenwerking. Een voorbeeld daarvan heeft Zwijndrecht zelf meegemaakt in de gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid, waarvan het bestuur bestaat uit portefeuillehouders. Die stonden niet toe dat de Zwijndrechtse raad van de regio wilde afwijken door geen ouderbijdrage voor de jeugd-ggz te innen.

'Het is waar dat men heeft geprobeerd onze raad te overrulen', zegt Pater. 'Maar dat is uiteindelijk niet gelukt. En waarom? Omdat bleek dat we dat stukje bevoegdheid helemaal niet hadden overgedragen. Maar inderdaad, die bestuurders hebben het wel geprobeerd. Tegelijkertijd bewijst dit voorbeeld dat je prima regionaal kunt samenwerken in de jeugdzorg zonder je democratische bevoegdheden uit te leveren aan een regiobestuur. Maar je moet er als raad wel goed op blijven zitten.'

'Onze gemeenteraad heeft gezegd dat collegeleden de algemene bestuursvergaderingen van Zuid-Holland Zuid met medeweten van de raad moeten voorbereiden. En dat de raad toegang moet hebben tot dezelfde regionale stukken als het college - dat klinkt vanzelfsprekend maar dat is het beslist niet. Op die manier kan de portefeuillehouder, voorafgaand aan een regionale bestuursvergadering, bij de raad nagaan welke gedachten er leven omtrent een bepaald thema. En kunnen wij als raad gevraagd en ongevraagd tegen onze wethouder zeggen: ho even, er gaat regionaal iets besproken worden waarvan wij vinden dat de raad er eerst over moet spreken. Die openheid, daar gaat het om. Dan hebben we geen Drechtraad nodig in zijn huidige vorm. Ik wil er alles aan doen om de gemeenteraad weer in de positie te brengen dat hij kaders kan stellen, kan controleren en lokaal maatwerk kan bieden.'

Dit artikel is onderdeel van de reeks 'In de ban van Regionale samenwerking'. Alle artikelen uit deze reeks:

  1. Zonder regioraad meer raadsbetrokkenheid?
  2. Een motie voor meer samenwerking
  3. Gaan de Drechtsteden aan democratie ten onder?
  4. Tussenstand: helderheid in de mist
  5. Een regioraad met louter raadsleden, een taai gevecht in Twente
  6. Nieuwe West-Brabantse raadsleden met procesafspraken meer grip op regio
  7. Wel samenwerken in Drechtsteden, geen bevoegdheden overdragen
  8. Twentse verwarring over een 'herfstcompromis'
  9. Regioraad Twente ter ziele
  10. Afstemming tussen 19 tinten blauw van West-Brabantse raden
  11. De lessen en tips van 2015
  12. Greep op de regio dient het lokale belang
  13. Het FC Twentegevoel van raadslid Vic van Dijk
  14. Oog en oor hebben voor onze inwoners, zowel lokaal als in de regio
  15. Beducht op het Galliër-effect
  16. Gemeenteraden Zuidoost-Brabant kiezen voor democratische betrokkenheid
  17. Je vertegenwoordigt een mix van lokaal- en regiobelang
  18. Greep op regionale samenwerking? Maak het politiek!
  19. Regionale samenwerking: liefde ontluiken, geen uithuwelijking
  20. Grenzeloos denken om meer voor je inwoners binnen te halen
  21. Informatie uit regio naar behoefte van raadsleden